Op het podium staat, zacht zoemend, een koelkast. Ernaast, in roze neonletters: Wat als dit alles is? Even krijg je tijd te wennen aan dit eenvoudige, verwachtingloze beeld. Maar dan… Gerommel in de koelkast. Een mayonaisepot kruipt het podium over. Een pak vissticks. De schoen van Elias De Bruyne? (meer…)
Collectief Walden neemt je op Oerol mee in hun associatieve ‘samenstelling’ van tekst, beeld en muziek rond het thema warmte. Dat levert boeiende bespiegelingen op, maar de vele puzzelstukken communiceren te weinig met elkaar om ons in vuur en vlam te zetten.
Vijf jaar geleden werd Collectief Walden ‘geboren’ in de Expeditie-route van Oerol. Met hun vorige, poëtische productie Windstilleven speelde deze interdisciplinaire club (een filosoof, een bioloog, een dramaturg, een mimer en een producent) in 2016 én 2017 op Terschelling. Nu is het tijd voor een nieuwe voorstelling, waarvan de kiemen al in 2015 onstonden tijdens een onderzoek in Het Huis Utrecht.
Daar lazen ze Walden van Thoreau, het boek uit 1854 waar het collectief zijn identiteit aan ontleent. Thoreau, die meer dan twee jaar alleen woonde in een boshut van 15m2, schreef in Walden dat alles terug te brengen valt tot vier basiskenmerken die de mens tot mens maken als je alle extra’s die bij onze levens zijn gaan horen er afpelt: kleding, voeding, brandstof en beschutting. En deze vier zaken, zo filosofeert Collectief Walden door, gaan in essentie over één ding: warmte. Met kleding bedekken we onze lijven tegen de kou, met voeding brengen we die lichamen in beweging, met brandstof verwarmen we onze huizen, die ons beschutten tegen de barre buitenwereld. Kortom, ‘ons hele leven is één grote zucht naar warmte’.
Matthijs IJgosse, terug op Oerol na vier jaar met Moeremans&sons, speelt hier de verwarde verteller die ons gidst door Thoreaus gedachten. Hij zoekt de oorsprong van warmte ook in de big bang en de eerste vuurvonken die mensen toevallig ontdekten door met stenen tegen elkaar te wrijven. De locatie waar we zitten, het Formerumer bos, was ooit een ‘warmtebos’: het leverde dennenhout voor het stutten van mijnen in Limburg, waarvan de steenkolen decennialang onze energiebron waren. Maar die dennenbomen werden op hun beurt dan weer geïmporteerd uit Corsica om het opstuivende zand onder controle te houden.
Alles staat dus met alles in verband, zoals Collectief Walden hier probeert aan te tonen met alcoholstiften op een grote landkaart. De wereld bestaat uit een keten van warmtestromen, niet alleen in de oceaan, maar ook van kleding, voeding en brandstof. En die warmtestromen zijn ‘gestructureerd en gekapitaliseerd’. Collectief Walden maakt soms hinkstapsprongen in zijn denken, maar biedt wel een prikkelend gedachtenexperiment. Al is de moraal van het verhaal (‘misschien zitten we eerder met een warmtetekort dan een warmteoverschot’ en ‘misschien miste Thoreau in zijn eenzame hutje menselijke warmte’) wat aan de melige kant.
Zo associatief het denken is, zo zijn ook de beelden en acties die op de achtergrond of tussendoor gebeuren. Een omgezaagde boom wordt weer rechtgetrokken, een zilveren bol glijdt voorbij, een huisje in perspectief wordt opgetrokken, twee muzikanten maken wat muziek, er vindt een geestig interactief experiment plaats dat bewijst dat je warmte niet kan telegeleiden. Al deze acties intrigeren, maar je kan er de vinger meestal niet op leggen hoe ze zich verhouden tot het centrale thema. In hun combinatie van performance, wetenschap, kunst en filosofie blijft Collectief Walden uniek, maar hier vormen al deze onderdelen niet meteen één alchemistich geheel dat de vlam in de (duin)pan doet slaan.
Foto: Moon Saris