Met Komt op/Gaat af levert de Vlaamse schrijver en theatermaker Nico Boon zijn achtste toneeltekst af. Het stuk, als solo gespeeld door Boon zelf, is dit jaar genomineerd voor de Taalunie Toneelschrijfprijs. Dat de tekst bedoeld is als solo voor zijn eigen auteur geeft Komt op/Gaat af een sterk persoonlijk karakter mee. (meer…)
Het is verrekte toevallig: iemand beukt zijn vriend hard op de schouders na een goede grap, waardoor de joint uit zijn mond schiet en precies rechtop op de grond landt met het rode puntje bovenaan. En dan al die gevaarlijke verkeerssituaties, die nét niet tot een ongeluk leiden, en wetenschappelijke ontdekkingen. Het leven is een grote aaneenschakeling van toevalligheden, en daar hebben Lebbis en Mattijs Verhallen een vriendelijke, vermakelijke voorstelling over gemaakt.
We kennen Lebbis natuurlijk van zijn felle maatschappelijk-filosofische uithalen, maar in Het toeval wil zien we vooral een relaxte Lebbis, die het niet al te moeilijk wil maken en het uitstekend naar zijn zin heeft met zijn nieuwe partner. Lebbis & Jansen op het affiche of alleen Lebbis levert wel een betere kaartverkoop op, maar dat deert Lebbis niet. Ook het verschil in leeftijd en ervaring is voor Lebbis geen probleem. Dat past ook wel bij zijn positie bij het comedygezelschap Comedytrain, waar Lebbis zich regelmatig als mentor opwerpt van jonge comedians.
Twee jaar geleden kwamen ze elkaar toevallig tegen in het Betty Asfalt Complex, waar Mattijs Verhallen enkele jaren het combo heeft geleid op de wekelijkse open avonden (Open BAC). Verhallen, die al geruime tijd als groot talent een enigszins marginaal kleinkunstenaarsbestaan leidt, stelde aan Lebbis voor om liedjes van Maarten van Roozendaal te zingen en dat te combineren met verhalen van Lebbis. Toen ze thuis bij Lebbis wat aan het uitproberen waren, zong Verhallen een eigen liedje, waar Lebbis zo gecharmeerd van was, dat het repertoire van Maarten van Roozendaal terzijde werd geschoven.
Helemaal verdwenen is de romantisch-rauwe kleinkunstenaar niet, want Verhallen heeft duidelijk een tik meegekregen van de tien jaar geleden overleden Van Roozendaal. En als we dan nog een grote naam mogen nomen: ook Randy Newman klinkt door in het repertoire van Verhallen, zowel wat geestig morbide teksten betreft als blues-jazzy pianostijl.
Verhallen krijgt muzikaal de ruimte van Lebbis, en zeker als hij de melodica combineert met zijn pianospel, klinkt het prachtig. Maar het zijn toch wel de verhalen van Lebbis over de willekeurige gang van de miljoenen zaadcellen, een slimme manier om complotdenkers klem te zetten, en het sluwe plannetje waarmee zijn vader de verwekking van zoon Hans heeft voorbereid, die de toon van de avond bepalen. De tussendoor opmerkingen van Verhallen komen niet allemaal aan, in tegenstelling tot zijn enige conference over de cancelverzekering die hij voor de tournee heeft afgesloten, want je weet maar nooit wat er allemaal aan vuiligheid over een grote ster als Lebbis naar boven kan komen.
De verhalen van Lebbis zijn amusant, deels uit de afdeling Wikipedia, maar niet wereldschokkend. Op een sneer naar Caroline van der Plas na wordt de actualiteit met rust gelaten. Het mooiste toevalonderdeel van de avond komt echter niet van de twee cabaretiers, maar van een zwerm spreeuwen. Op het scherm zien we duizenden spreeuwen die puur uit toeval een perfecte luchtchoreografie opvoeren. Want dat is toch wel de aardige conclusie van het programma: je wordt niet gelukkig door het toeval uit te sluiten.
Foto: Han Ernest