Als via een oude radio Somewhere over the rainbow, Waarheen, waarvoor en We’ll meet again klinken weten de oudere toeschouwers gelijk hoe laat het is: hier valt een sterfgeval te betreuren. De jongere kijkers mogen nog heel even in het ongewisse blijven, maar ook zij worden niet snel daarna geconfronteerd met het onvermijdelijke: de dood. (meer…)
Daan is een echte wildebras. Ze houdt onder andere van: in bomen klimmen, hutten bouwen en ravotten. Maar ze is ook prinses, en dus hebben haar ouders haar leven al wel min of meer voor haar uitgestippeld. Zelf weet Daan niet wat ze wil, maar wel dat ze droomt van een leven buiten de paleismuren.
Theater Gnaffel – dat vrijdag bekendmaakte zichzelf later dit jaar na ruim 35 jaar op te heffen – baseerde Het stoere prinsesje op het gelijknamige sprookje van Louis van Beek, waarin een even stoere als lieve prinses zich losmaakt van de verwachtingen van haar ouders en haar eigen plan trekt. Prinses of niet, Daan kampt met de grote vragen die we onszelf allemaal hebben gesteld (en dat in veel gevallen bovendien nog regelmatig doen): wat wil ik, wat kan ik, wie ben ik?
Aan haar ouders heeft ze niets: die dringen haar een weelderige prinsessenjurk op, terwijl als ze goed naar hun dochter hadden gekeken, ze zouden moeten weten dat de dure stof gescheurd en onder de modder terug zou komen. Daan is er simpelweg het meisje niet naar om een jurk te dragen. Ze houdt beraad bij de bosdieren, die alles intuïtief aanvliegen. Uiteindelijk krijgt ze richting ingefluisterd van een wijze uil. Eenmaal oud genoeg verlaat ze de paleismuren om haar roeping te volgen.
Het stoere prinsesje is lief maar ook behoorlijk braaf verteltheater met een moraal die, zoals vaker in sprookjes, duimdik over de anekdote is uitgesmeerd. Regisseur Shanna Chatterjee bewerkte het coming-of-age verhaal tot een klein uurtje muzikaal poppen- en objecttheater met daarin een aantal sterke vondsten. Mooi is bijvoorbeeld het gegeven dat Daan als kind verbeeld wordt door een pop, en later als jonge vrouw door de actrice die de pop daarvoor bespeelde: Malaika Elvers.
Een keur aan guitige bijpersonages (Daphne Groot en Michel Sorbach, vaak voorzien van door Elout Hol gemaakte poppen) sorteert de nodige comic relief bij het vijfpluspubliek. Met name een strenge lakei die het publiek aanspoort tot serieuze blikken als het koninklijke echtpaar ten tonele verschijnt, heeft de lachers op zijn hand.
De acteurs winden het publiek met groots, karikaturaal spel om de vingers – al had dat af en toe ook best een flink tandje minder gemogen. Elvers staat soms te zingen alsof ze niet in Theater Kikker maar in een uitverkocht Circustheater staat. De scènes rondom Daans kneuterige bosdiervrienden voelen ook tamelijk sleets aan in de voorspelbare manier waarop het is geënsceneerd.
Als Daan met hulp van de uil (een prachtige, levensechte pop met een enorme spanwijdte) haar grote ingeving heeft gehad, is de voorstelling pakweg halverwege, maar vanaf dat moment is Daan volledig gevrijwaard van elk mogelijk obstakel. Ze groeit op, verlaat haar huis, maakt haar ambities waar en keert, enorm eind-goed-al-goed, weer terug naar haar ouders, die haar niet alleen kritiekloos met open armen ontvangen, maar ook zelf 180 graden zijn bijgedraaid in hun opvattingen aangaande hun dochter. Dit gebrek aan drama of tegenkracht maakt dat de tweede helft behoorlijk kabbelt.
Desalniettemin blijft Het stoere prinsesje een vriendelijke voorstelling die jonge kinderen in het beste geval een beetje aanspoort tot gematigde anarchie en bandeloosheid. Luister niet al te veel naar je ouders, hoe goed ze het ook bedoelen, maak je niet te druk om wat anderen van je verwachten maar luister eerst en vooral goed naar jezelf. Daphne Groot vat het in de voorstelling uitstekend samen: ‘Je bent een sukkel als je niet naar je hart luistert.’
Foto: Erik Franssen