Bravoure, dacht je. Vrolijke bluf van een viertal overmoedige jonge theatermakers: Lisa Verbelen, Sanne Vanderbruggen, Judith de Joode en Benjamin Moen. Begin twintig waren ze toen ze debuteerden met BOG. Een poging het leven te herstructureren, een sprankelende voorstelling die precies dát deed: proberen greep op het bestaan te krijgen, met taal als belangrijkste tool. (meer…)
Heel langzaam komt ze uit de zwarte nacht gezweefd; het lichaam aanvankelijk een tikje gekromd, een etherische verschijning in licht gewaad, om traag door te buitelen tot ze iets van vastigheid voelt, om uiteindelijk op haar rug te gaan liggen en, heel sereen, een voor een de handen te vouwen op de buik. Dood.
Het sterke openingsbeeld op een groot scherm doet denken aan de ouverture van de film Garp waar een baby op soortgelijke wijze vanuit het niets de lucht in komt zweven. Nu gaat het niet om het begin maar om het einde van een leven.
Dan begint, onder het grote scherm waarop de filmbeelden te zien zijn begeleid door een larger than life-soundtrack, een vrouw te vertellen. Voor de ingang van het ziekenhuis rookt ze een sigaret. Ze is in de war, haar grootmoeder is zojuist gestorven. Haar laatste woorden, nadat ze heeft gehoord dat haar kleindochter een kind verwacht: ‘Wat een geweldig nieuws.’
Het standaard leven van een standaard vrouw is een voorstelling van Floor Houwink ten Cate, haar debuut bij Frascati Producties waar ze net is begonnen als maker. En triest en onbegrijpelijk genoeg is het nog maar de vraag of dat gecontinueerd kan worden nu de Raad voor Cultuur een advies uitbracht waarin Frascati zijn plek in de basisinfrastructuur verliest en vanaf 2021 geen subsidie meer krijgt. Maar dat tussen haakjes.
De voorstelling zou oorspronkelijk in maart worden uitgebracht, maar is nu, zo’n 4 maanden later, dan toch in première gegaan. Het is de eerste première in Frascati in het post-(eerstegolf)corona tijdperk, alles nog wat onwennig, de tribune ontmanteld en vervangen door stoelen die keurig op anderhalve meter van elkaar staan.
Vorig jaar maakte Houwink ten Cate het veelgeprezen Merkel (Nineties Productions en Orkater, 2019), in deze autobiografische voorstelling gaat het om het leven en sterven van haar grootmoeder. Ze werkt met zowel film als theater en die achtergrond wordt maximaal uitgebuit in deze nieuwe voorstelling. De cameraman – filmregisseur Niels van Koevorden (oa Ne me quitte pas) – heeft zeldzaam fraaie en intieme beelden geschoten van de stervende grootmoeder (Marlies Heuer).
Heuer heeft de afgelopen jaren een aantal bijzonder mooie en fragiele portretten van oude vrouwen neergezet, zoals in Verhaal van myn droevig leeven (2020) of in Kras (2018), in regie van Paul Knieriem. In deze film laat ze de camera zo dichtbij komen als maar kan. Liefdevolle aftastingen zijn het, waarin elk detail van haar gelaat en haar gevouwen handen, gerimpeld en gebutst, wordt onderzocht. Het zijn bijna bewegende schilderijen.
Af en toe gaat het beeld op zwart en krijgt de vertellende vrouw alle aandacht. De actrice (Sanne Vanderbruggen) staat in een nauwe ruimte met een glazen wand, erg coronaproof, al was het decor al af voor er überhaupt sprake was van corona. Ze vertelt als de kleindochter over haar ervaringen met haar grootmoeder en soms kruipt ze ook in de huid van de oude vrouw. Dan wordt haar stem zwaarder, grootmoeder had een ‘bulderende rooklach’.
Het is het verhaal van een tamelijk willekeurig (bijna ‘standaard’ te noemen) vrouwenleven in de twintigste eeuw, met hier en daar wat accenten: een intelligent meisje, ze wordt verslaggever bij de Volkskrant tot ze trouwt, dan moet ze vanzelfsprekend ontslag nemen. Een (moeizame) bevalling, kinderen, een drukke dag in het leven van een doorsnee (standaard) huisvrouw met nul tijd voor zichzelf, kleinkinderen, een huis als een museum vol spullen.
In sneltreinvaart gaan de belangrijkste momenten van haar leven voorbij. Hier en daar worden wat flarden van verlangen naar een ander leven hoorbaar als ze bijvoorbeeld vertelt hoe ze kon fantaseren over seks met andere mannen, vooral artsen wonden haar op. Je ziet dan op het filmbeeld even hoe de vrouw (nog steeds stilliggend, op haar sterfbed) haar ogen opslaat, hoe haar mond zich plooit in een glimlach. Fascinerend hoe anders haar gezicht dan wordt, jonger, levendiger.
In haar nalatenschap vindt de kleindochter een dagboek, dat voor haar bedoeld lijkt te zijn. ‘Het standaard leven van een standaard vrouw’ staat voorin geschreven maar verder blijkt het helemaal leeg. Wat betekent dat? Is het een plakboek van tranen? Wat betekent die witte leegte, een teken van overgave, een witte vlag? Is het de bedoeling van haar grootmoeder geweest dat zij het lege verhaal tot leven zou brengen, een (her)scheppingsverhaal?
De verhalen maken nieuwsgierig naar het leven van de grootmoeder; haar portret wordt maar heel summier geschetst, in grote lijnen. ‘Gooi dat masker af, zeg dat het leven pijn doet’, zegt de kleindochter tegen haar grootmoeder. Ze realiseert zich dat ze haar nooit echt gekend heeft, dat ze zich misschien ook niet heeft laten kennen. Op haar sterfbed komt de kleindochter wel heel dichtbij. De filmbeelden zijn zo sterk, de manier waarop haar sterven wordt getoond is weergaloos. Kwetsbaar, heel broos en tegelijk heel krachtig. Aan het slot zie je de oude vrouw steeds kleiner worden en tenslotte helemaal verdwijnen.
Foto: Julian Maiwald
Kleine correctie: Frascati verliest niet haar volledige subsidie, ze zit nog altijd in de A-BIS, de basisinfrastructuur van Amsterdam. Enkel het productiehuis verliest haar subsidie.