Vrijwel naakt staat Édouard (gespeeld door acteur Eelco Smits) met zijn rug naar het publiek gekeerd. Kort ervoor is hij verkracht. Door de jonge Reda (Sia Cyrroes), die hij een paar uur eerder tijdens kerstavond op straat heeft ontmoet. Met zijn theaterbewerking van Édouard Louis’ Geschiedenis van geweld zoomt regisseur Abdel Daoudi in op pittige thematiek als seksueel geweld en klassenverschillen. (meer…)
Theater kan het menselijk denken en handelen veranderen, dat gelooft spookhuisdirecteur Lutz Lutz. Daarom wil hij een unieke laatste voorstelling maken, als antwoord op het ‘homoseksuele complot van het machteloze muziektheater’ en al het andere machteloze theater. In acht staties, een analogie met de kruisweg van Christus, toont hij de verschrikkingen van de 21e eeuw, met als doel het publiek tot actie aan te zetten. Het spookhuis der geschiedenis van acteursgroep Wunderbaum is een rariteitenkabinet, een eclectisch schouwspel met tragikomische ondertoon.
Met zijn lange hemd en wilde haar lijkt de directeur (manisch gespeeld door Walter Bart), goeroe van zijn eigen theatersekte, nog het meest op een verlopen straatprofeet. Bulderend bestiert hij de tent, met rood hoofd en wilde gebaren leidt hij de repetities van de acht staties, bestaande uit onder andere de milleniumbug, 9/11, de milieucrisis, het populisme en de economische crisis. In de achtste en laatste statie sterft Jezus/Lutz en gaat de mensheid, geheel in lijn met de filosofie van Peter Sloterdijk, over tot actie. Zombies verbeelden de staties op gruwelijke wijze en om het geheel nog gelaagder te maken is elke statie verbonden aan een iconische Wagneropera.
Muziektheatermakers zijn homoseksuele maffiosi, het eigentijdse operapubliek hun surrogaatkleuter, vertelt Lutz de keurige journaliste die in alle chaos probeert een interview af te nemen. Om van ervaringstheater nog maar te zwijgen. We leven in een frivoliteitscultuur, waarin het begrip duurzaamheid niet past. ‘Escape from escapism’ is dan ook het activistische motto van deze deerniswekkende man. Ondertussen proberen zijn dochter, zoon, de Franse stagiaire en twee zangers, twee cellisten en een technicus wanhopig de repetities gaande te houden. Maar de kinderen worden miskend en niemand wil de voorstelling boeken. Zo gaat Lutz’ Spookhuis der geschiedenis de geschiedenis in als rariteitenkabinet, een utopieloos imaginarium.
Gerardjan Rijnders schreef de rijke (iets te lange) tekst, vol ronkende uitspraken en bitter cynisme en na wat opstartproblemen spelen de Wunderbaumacteurs alsof hun leven ervan afhangt. Zo creëren ze voor de staties een schitterende reeks groteske beelden. Vooral de verbeelding van 9/11 – compleet met vallende zakenman – geeft kippenvel. Tekst en voorstelling zitten tjokvol verwijzingen naar het incrowd theaterwereldje, iconische beelden uit de media en kritiek op de politieke en maatschappelijke actualiteit. Intelligent en prikkelend, al zal het voor enkelen ook wat lastig te volgen zijn.
Alle ingrediënten voor een meeslepend Gesamtkunstwerk lijken kortom ruimschoots aanwezig. Toch loopt de voorstelling wat stroef. Dat komt vooral door de operafragmenten die de staties begeleiden. Wagners muziek is krachtig bewerkt en de muzikanten en zangers zijn indrukwekkend, maar de geprojecteerde originele operateksten werken verwarrend en de langdradige muziek haalt af en toe de vaart eruit. Het spookhuis der geschiedenis zou één brok meeslepend, grotesk en megalomaan theater moeten zijn maar boet door zijn rijkdom aan kracht in. Eigenlijk precies zoals een echte spookhuisattractie.
(foto: Sofie Knijff)