Het is moeilijk weerstand bieden aan de gulle lach van Evelien, het innemende personage dat Patsy Kroonenberg vertolkt in Het slaapverwekkende bestaan van Evelien ­– een monoloog die zijn naam bepaald geen eer aandoet: slaapverwekkend is dit ontroerende inkijkje in het leven van een rouwende vrouw geenszins.

Ze geniet van schoonmaken en buiten zitten. Gemberthee snapt ze niet, maar ze snapt wel meer niet. Haar moeder noemde haar vroeger ‘zonnig, met best veel wind’. Ze voelt zich af en toe een boomstam, mossig, ‘alsof ik niet bloei’. Soms is ze even stil vanbinnen, dan gebeurt er niet zoveel, maar dat duurt nooit lang. ‘Mijn leven is eigenlijk heel normaal’, concludeert ze vrolijk. ‘Als je al mijn dagen zou uitschrijven, heb je een heel saaie film. Maar toch leef ik mijn leven behoorlijk vol.’

Vertellend over haar dag en daarbij vrijelijk associërend, hak-op-de-takt ze aanstekelijk door, met een fijne mengeling van zelfspot en een goeie zweem ingehouden verdriet. Kroonenberg strooit rijkelijk met hilarische herkenbare observaties uit het dagelijks leven. ‘Ik heb eigenlijk over het algemeen helemaal niet zulke overweldigende gedachtes’, zegt ze. Maar dat is schijn, of bescheidenheid, want gaandeweg biedt Het slaapverwekkende bestaan van Evelien mooie en waardevolle bespiegelingen over afscheid, rouw en de dood. ‘Het gebeurt en alles gaat door. Iemand verliezen valt mee. En het valt niet mee.’

Zowel in tekst (die ze zelf schreef) als in spel (regie door Ellen Goemans), vindt Kroonenberg een mooie balans tussen humor en tragiek – die elkaar gaandeweg steeds meer versterken. Met haar open spel betrekt ze de toeschouwers volop bij het verhaal.

Kroonenberg zette zich in eerder werk (zoals het mooie Totale treurnis of De grootste hondenshow ter wereld in Nederland) al op de kaart met smeuïge vertolkingen van uitgesproken personages, die ze met een mengeling van humor en compassie vormgaf. Maar in Het slaapverwekkende bestaan van Evelien zoekt ze het dichter bij zichzelf, in kleiner en kwetsbaar spel. Daarmee boort ze een boeiende nieuwe laag aan in haar acteurschap, waarvan we graag meer willen zien.

‘Hoe doe je dat, gezien worden?’ vraagt ze zich hardop af. Als je zelf klein bent, zoals dit personage, krijgt niemand je klein, bedenkt ze zich. Dat is een grootse gedachte. Goudvissen worden veel groter als ze niet in een kom zouden zitten. Voor mensen geldt dat misschien ook, fantaseert ze, en als de goudvis die ze zich soms in wezen voelt, kruipt ze in bed.

De vormgeving van Gert Wessels bestaat uit een zachtgeel huiskamerdecortje met aquarium, met daarin een zachtgeel huiskamerdecortje met aquarium. Het slaapverwekkende bestaan van Evelien gaat ook over schaal en proporties, over je klein voelen in een grote wereld of je te groot voelen voor een klein leven. Niemand is alleen maar goudvis, en in elke gup huist ook een bultrug.

Foto’s: Caroline de Winter