Ruby – bijna vijf, morgen! – moet slapen, maar probeer dat maar eens als je weet dat er een hele stapel cadeautjes beneden op je ligt te wachten. Maar ze kent de regels: zolang haar wekkerschaap Sam op rood staat – en dat staat-ie – móét ze in bed liggen. Maar dan schuift het krokodillenbehang van haar muren uit elkaar en stapt een goudglitterende koning door een goudglitterend gordijn haar kamertje binnen. (meer…)
In de vorm van een kleine pipowagen en vliegensvlugge wisseltrucs van spelers Sacha Muller en Maurits van den Berg, ontvouwt zich op het podium een gehele boerderij, een waaier aan boerderijdieren, én een liefdevolle boodschap: wat is het fijn om jezelf te zijn.
Het lammetje dat een varken is en andere boerderijverhalen, voorstelling gebaseerd op een aantal prentenboeken van Pim Lammers, neemt haar 4+-publiek mee door een aantal korte verhalen op de boerderij. Er een lammetje dat liever door de modder rolt en een varkentje blijkt te zijn; de boer vindt de dierenarts leuk en de dieren helpen hem een handje met contact leggen; en de boerderij krijgt er een nieuwe bewoner bij wanneer Kamiel de kameel arriveert.
Het Filiaal theatermakers weet met selecte middelen een uitbundige wereld te scheppen. Het kleine hutje functioneert als decorstuk en coulisse, wordt omgebouwd, geopend, gedraaid en omgetoverd tot stal en huisje van elk aanwezig dier. Met een overhead projector worden door middel van schaduwspel de laatste details toegevoegd. Kers op de taart is de muzikaliteit: met gitaar en keyboard sprenkelen Muller en Van den Berg deuntjes en melodieën door de voorstelling, die de sfeer net dat extra zetje geven.
Meer dan een zonnebril of een handschoen, in combinatie met een stem of houding, hebben Muller en Van den Berg niet nodig om een personage te introduceren en vast te houden. De eenvoud waarmee dat gaat – een hoedje met witte oren, een blatende stem en hop, je hebt een schaap – dragen bij aan de prettige houtje-touwtje-esthetiek van Het Filiaal theatermakers.
Voor meer kostuumelementen is in de voorstelling ook helemaal geen tijd. Het lammetje dat een varken is heeft een enorme vaart, en er is een veelheid aan kleuren, stemmen en beweging. Niet alleen worden er in drie kwartier meerdere verhalen verteld, er komt ook een parade aan personages, liedjes en details voorbij. Er vallen geen witjes, het tempo is hoog. Voor het jonge publiek, dat het in deze voorstelling toch vooral moet hebben van de vele indrukken, kleuren en melodieën, werkt dat perfect.
Wellicht dat iets meer rust en aandacht voor elk van de aangestipte thema’s tot meer gespreksstof thuis zou leiden, maar aan de andere kant is het ook een verademing dat de aandacht vlot naar de volgende beat in het verhaal mag springen. De drie verschillende verhalen worden dan ook moeiteloos aan elkaar gebreid tot één middag op de boerderij. Het zevenmijlslaarzentempo laat hier en daar ook nog net genoeg ruimte over voor een grapje voor de volwassenen.
De voorstelling is, net zoals de boeken waar ze op gebaseerd is, een lieve en toegankelijke manier voor jonge kinderen om kennis te maken met thema’s als identiteit, verliefdheid en nieuwe ontmoetingen, zonder dat er een moralistisch of uitleggerig vingertje aan te pas komt.
Foto: Kamerich & Budwilowitz