Voor Beethoven was zijn doofheid ongetwijfeld een vloek, voor de muziekgeschiedenis een zegen. Met deze invalshoek zou je kunnen kijken en luisteren naar het theaterconcert Beethoven Lost in Silence onder artistieke leiding van altviolist Esther Apituley. (meer…)
‘Sommigen evenaren hun vader, de meesten doen voor hem onder, slechts enkelen overtreffen hem.’ Floris Kortie vertelt het verhaal van een jongen die in de voetsporen van zijn grootvader moet treden, omdat dit zijn vader niet gelukt is.
Hij vertelt het verhaal van een man die niet nors keek omdat hij altijd boos was, maar omdat hij met zijn gezicht in het gips lag. Het verhaal van een man die hartstochtelijk lief kon hebben, maar ook zijn pleegzoon streng opvoedde. Ondersteund door Vera Kooper op de piano vertelt Kortie het verhaal van Beethoven.
Floris Kortie verwierf zijn bekendheid vooral als sidekick van Paul Witteman in het klassieke muziekprogramma Podium Witteman. Kortie zelf is nog jong, maar de bezoekers zijn – niet verbazend – overwegend grijs. Toch zit er ook zeker jonger publiek tussen: in sommige hoeken zit zelfs een kind. De muzikale opvoeding kan immers niet vroeg genoeg beginnen.
Op het toneel staat een vleugel. Er hangt een gezichtloos hoofd met een pruik, een representatie van het hoofd van Beethoven. Op het grote scherm achterop het toneel lezen we ‘Wenen, het jaar 57’. Het is meteen duidelijk: vanaf nu is het jaar 0 Beethovens geboortejaar.
Terwijl Kooper speelt, vraagt Kortie de mensen van de eerste rij het podium op. Het publiek loopt langs het hoofd: sommigen knippen een stukje haar af, anderen kussen het – iets wat later gebaseerd blijkt te zijn op een ware gebeurtenis. Als de mensen weer zijn gaan zitten, kan de voorstelling beginnen.
Het verhaal begint bij het einde. Drie mannen zijn in Beethovens werkkamer op zoek naar zijn testament: Karl van Beethoven, zijn pleegzoon, Anton Schindler, zijn ‘assistent’, en Stephan von Breuning, zijn trouwste jeugdvriend. Vanuit hier gaat Kortie terug naar het begin.
Kortie vertelt, Kooper vult hem aan op de piano, soms tegelijk. Herhaaldelijk laat hij stiltes vallen in zijn verhaal om de piano aan het woord te laten. Op deze manier creëert hij cliffhangers, zoals wanneer Karl als kind besluit om twee pistolen tegen zijn hoofd te zetten – maar hè? Hij leefde net nog na Beethovens dood?
De pianosonates die zijn uitgekozen zijn een goed geselecteerde best of die mooi aansluiten op het verhaal. Kooper legt emotie in de piano die het verhaal muzikaal tot leven brengt. Zoals Kortie zegt: ‘Beethoven was het beste in communicatie wanneer hij zijn mond hield.’ Dit brengt Kooper virtuoos tot uitdrukking.
Korties humor houdt de voorstelling echter ook levendig. Zo toont hij lachwekkende fragmenten uit Bonner Szene TV, het knullige regionale nieuws over Beethovens geboortestad, onderbreekt hij Koopers spel om het even over zijn eigen ‘stem-bevrijdende’ vader te hebben en beschrijft hij de thuissituatie van Beethovens vriend Stephan als de voorloper van het VPRO-gezin: ‘Je weet wel, progressief, Volkskrant, Volvo, Ottolenghi, lekkere wijn, en dan óók nog van die mondige kinderen.’
Hoewel de voorstelling goed in elkaar zit en mooi wisselt tussen verhaal en spel, is er toch één minpunt: het einde. Kortie leest de afscheidsbrief van Beethoven voor, gevolgd door een sonate en een langzaam donker wordend toneel. Hoewel dit een prachtig einde had kunnen zijn, vertelt Kortie verder. Op het scherm wordt geprojecteerd wat er met alle personages in het verhaal van Beethoven is gebeurd. Als in een film krijgen ze allemaal een ‘in memoriam’, met foto’s en jaartallen. Opmerkelijk hieraan is dat het échte jaartallen zijn, niet in de telling van Beethoven. Dit breekt dusdanig met de rest van de voorstelling dat het niet echt iets toevoegt. Tegelijkertijd is de cirkel met dit einde wel weer rond: Kortie begint en eindigt met de drie mannen en het testament.
Het jaar 250 na Beethoven is bijna een soort TED talk. Kortie is bevlogen in taal en beweging, soms druk heen en weer lopend, soms staand, soms zittend. Aan alles is te merken dat hij vertelt vanuit een passie, zoals wanneer hij begint over Beethovens verboden liefde Josephine. Zonder al te veel theatraliteit weet Kortie het verhaal boeiend over te brengen.
Wat voor man Beethoven was laat Kortie in het midden. Hij zag eruit als een zwerver, hij is meer dan zeventig keer verhuisd, hij was verliefd, hij werd boos en hij componeerde tot hij letterlijk niet meer kon. Of je van Beethoven houdt na dit verhaal mag je zelf bepalen. Maar van Kortie houd je zeker.
Foto: Milagro Elstak