Wederzijds onbegrip, fricties en verschillen tussen mannen en vrouwen: acteur en gelegenheids-comedian Huub Stapel mag er graag over filosoferen. Eerder deed hij dat in zijn succesvolle onemanshow Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus (2010) en in de minder succesvolle opvolger MV2 (2015). Nu neemt hij het onderwerp voor de derde keer onder de loep in zijn solovoorstelling Het huwelijk. Stapel is afwisselend innemend, geestig, melig en oubollig.
‘Moet je van elkaar houden om getrouwd te zijn?’ vraagt Stapel zich af aan het begin van Het huwelijk. Vroeger was dat niet per se nodig, denkt hij: toen was getrouwd zijn vooral een praktische constructie. Vandaag de dag ligt dat gevoeliger: ‘Een van de grootste problemen van samen zijn is dat we er allebei te veel van verwachten’.
In deze derde man/vrouw-voorstelling definieert Stapel het begrip ‘huwelijk’ breed: je kunt ook zonder te trouwen langdurig samen zijn, de relatie kan zelfs bestaan uit méér dan twee deelnemers (polyamorie). En dit alles kan ook stuk. Stapel weet waar hij het over heeft. Hij was 42 jaar samen met zijn Resie, maar toen ging het paar alsnog uit elkaar. De relatie met zijn huidige partner Annemiek heeft ook pieken en dalen gekend.
Stapel – op 2 december werd hij 65 – zet zichzelf neer als middelbare man tussen middelbare mensen: het publiek in Hoofddorp is voor het leeuwendeel de vijftig gepasseerd, de jonggehuwde stellen in de zaal zullen het dozijn niet hebben gehaald. Stapel betrekt vanaf het eerste moment expliciet zijn toeschouwers bij de voorstelling. Door te vragen waar ze wonen, hoe lang ze al bij elkaar zijn, of en hoe vaak ze getrouwd zijn geweest. Door ze te vragen of ze wel eens vreemd zijn gegaan. Maar ook: door op elk geluid uit de zaal met veel omhaal te reageren. Hij speelt beurtelings empathisch, verheugd, verbaasd of geschokt om wat er uit de zaal voortkomt.
Zoals hij dat ook deed in zijn eerdere voorstellingen benadrukt Stapel in Het huwelijk vooral de verschillen tussen mannen en vrouwen, waardoor ruzie op de loer ligt. Zoals wanneer vrouwen willen dat hun man gelijkwaardig meedraait in het huishouden. Maar ook: doordat mannen er niet tegen kunnen als hun vrouw hoger stijgt op de maatschappelijke ladder dan zij.
Met zijn woordkeus scherpt hij de tegenstelling aan, en hij plaatst opzettelijk ‘de mannen’ in zijn eigen kamp: het is ‘wij’ tegenover ‘zij’. En ‘zij’, dat zijn uiteraard vrouwen. Regisseur Paula Bangels laat Stapel zijn betoog ondersteunen met grote gebaren. Swipen op zijn telefoon op een datingsite doet hij bijvoorbeeld met heen en weer zwiepende gestrekte armen.
Volgens Stapel vertonen feitelijk alle relaties een Werdegang van onbedwingbare geilheid, tot sleets worden, tot eventueel vreemdgaan, tot uit elkaar gaan. Om zijn ideeën over relaties, de verwachtingen en de narigheid van een en ander gewicht te geven, haalt Stapel teksten aan van Simon Carmiggelt, van de Britse filosoof Alain de Botton en van zijn Deense evenknie Søren Kierkegaard.
Onvermijdelijk passeert Willem Elsschots klassieke gedicht ‘Het huwelijk’ de revue, over de verbintenis die hitsig begon, maar die sleets is geraakt. Zozeer dat de man zich voorstelt dat hij zijn onaantrekkelijk geworden vrouw om zeep helpt: ‘Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren.’
Na een klein uur last Stapel een pauze in. Dat is jammer, daarmee haalt hij de vaart uit zijn betoog. De snedigheid zakt weg, de tweede helft is een herhaling van zetten. De grootste makke aan Het huwelijk is echter dat Stapels teksten nergens gevaarlijk worden. Haye van der Heyden schreef mee aan deze onemanshow, maar kennelijk zijn ook zijn bijdragen vooral mild. De man is nooit dader, altijd slachtoffer. Alle kritiek ontmant hem: Stapel gebaart voor zijn kruis dat zijn penis eraf wordt gesneden. En als hij al ergens debet aan is, dan komt dat doordat vrouwen dingen willen en kunnen waar mannen niet goed in zijn. Er is wel sprake van zelfkritiek, maar die is nooit hardhandig. Daarmee is Het huwelijk weliswaar een vriendelijke en onderhoudende voorstelling, maar hij mist een scherp randje.
Foto: Bram Willems
Had het gevoel dat ik bij een feestje van mijn schoonouders zat. Flauwe ouderwetse stigmatiserende grappen, niet van deze tijd en zeker niet grappig. Gelukkig was er pauze dat we snel weer weg konden.
Huub probeert al jaren een brug te slaan tussen commercieel en kunst. Dat vind ik te waarderen.
Niks aan, in de Pauze naar huis gegaan, oud bollig.