Hoeveel superlatieven zijn van toepassing op het optreden van Olga Smirnova in Het Zwanenmeer? Grof geschat: álle superlatieven. De Russische Bolsjoj-soliste, naar Nederland gekomen na kritische uitlatingen over de inval in Oekraïne, is gemáákt voor de dubbelrol Odette-Odile, de Witte en de Zwarte Zwaan. (meer…)
Is groter beter? Dat is de vraag die elke keer opkomt bij het zien van Het grootste Zwanenmeer ter wereld ®. Het registered-erretje doet vermoeden dat de XL-maat van de productie, of eigenlijk het zwanen-corps de ballet, niet alleen door artistieke motieven is ingegeven. Commercie speelt ook een rol: groot is mooi en veel is lekker. En dat is ook zo, tot op zekere hoogte. Zaligmakend is het niet.
Intussen kennen Nederlandse diehard-ballettomanen de productie van het Sjanghai Ballet op hun duimpje. De enscenering is van de Brit Derek Deane, die zijn megameer in 1997 oorspronkelijk voor het English National Ballet maakte. Met destijds nota bene 65 zwanen: de Royal Albert Hall moest worden gevuld, en het publiek zóu naar adem happen bij het zien van zoveel zwanen. In Nederland, waar de voorstelling nu voor de derde keer wordt gepresenteerd (of vierde, als we de eerdere versie van Natalia Makarova voor het Tsjaikovski Perm Ballet meerekenen), is het corps de ballet 48 zwanen sterk: twee keer het gebruikelijke aantal.
Daarop is dus, als altijd, het wachten in de lange eerste akte. Mét de melancholieke Prins Siegfried (solist en adjunct artistiek directeur Wu Husheng) moet het publiek zich door diens verjaardagsfeest slaan. De vele groepsdansen zijn keurig, maar niet altijd even interessant en het acteerwerk komt bij weerzien tamelijk oubollig-Brits over, met bijvoorbeeld een ‘koddige’, dikke leraar, terwijl de kostuums er wat verwassen uitzien.
Wel elegant en technisch verzorgd is de solo waarmee Siegfried aan het eind van dit deel zijn eenzaamheid en melancholisch verlangen uitdrukt. Hij is de ongelukkige die in de volgende aktes een vrouw (Odette) in witte zwanengedaante ontmoet en terstond zijn hart verliest, om vervolgens óók eeuwige trouw te zweren aan haar zwarte evenbeeld (tovenaarsdochter Odile), waardoor de liefde van Siegfried en Odette pas na de dood, of zoals hier (Deane kiest voor een happy end) heftige strijd, een kans krijgt.
Maar dan komt akte twee. Het zwanencorps is het unique selling point en Deane buit het uitstekend uit. Niet voor niets staat de Brit bekend als de ballet bully bij uitstek (zie de BBC4 documentaire The Agony and the Ecstasy), iemand die er niet voor terugdeinst tierend en schreeuwend zijn ideeën te realiseren. Maar het is zonder meer indrukwekkend wat hij met zijn grote corps heeft bereikt. Met duidelijk plezier en uiterst kundig laat hij de ene fraaie formatie op de andere volgen, met geometrische vormen, klassieke tableaus en groepsbewegingen die soms subtiele rimpelingen, dan weer heftige golfslagen verbeelden – al naar gelang de dramatische energie van het moment.
Hoewel het soms een gefladder van jewelste lijkt op het podium van Koninklijk Theater Carré – de muziektape heeft vaak relatief snelle tempi – zijn de Chinese danseressen een toonbeeld van discipline, lichtheid en harmonie. Alle lijnen zijn spatzuiver, hun arabesken zijn met lineaal en waterpas tot identieke hoek en hoogte gebracht en de armen gaan perfect gelijk.
Qi Bingxue is een mooie, ranke Odette, lyrisch van lijn en trefzeker. Met haar klassieke mime maakt ze de emoties van haar personage duidelijk ‘leesbaar’. Wel missen haar port de bras nu en dan wat articulatie, en bovendien missen ze wat van het legato dat de bewegingen van de zwanenkoningin zo betoverend kan maken. Als de valse zwarte zwaan is zij degelijk, al zwerft zij bij de gevreesde fouettés nogal over het toneel.
Problematischer is de visuele ‘ruis’ die het enorme corps de ballet veroorzaakt tijdens sommige duetten van Siegfried en Odette. Met name in de grote pas de deux uit de tweede akte wordt de intimititeit van hun prille liefde erdoor verstoord. Dan is Carré gewoon te krap voor dat Grootste Zwanenmeer. En hoe bewonderenswaardig dat corps de ballet ook is, de nadruk lijkt meer te liggen op discipline dan op poëzie. In plaats van een ademend organisme, zoals een Russisch corps de ballet kan zijn, is het Chinese corps een perfect afgestelde machine. Hoewel dit Zwanenmeer XL een goede productie is, dan liever toch minder zwanen en meer bezieling.
Foto: Stardust