Ruzie: altijd feest. Althans, als je doelt op de onschuldige kinderlijke ruzietjes waar Bonje mee opent: plagerijtjes, kussengevechten, geintjes. Wirwar Producties dient het op met een flinke scheut slapstick en lardeert dat ruimhartig met grote ogen vol onschuld of ongeloof richting de zaal, die daar vanaf het begin al behoorlijk op aangaat. Hilariteit alom dus, in deze fysieke circusvoorstelling voor vijfplussers. (meer…)
Onweer, mist, flikkerende schemerlampen en een grote donkerbruine kast vol boeken en merkwaardige frutsels. Hier is het niet pluis, hier kunnen wel eens vreemde dingen gebeuren, het is nog net geen vrijdag de dertiende. Het griezelkabinet van muziektheatergezelschap Samba Salad doet zijn naam eer aan en schuwt het cliché niet.
Herman Link is vampier, met Don Corleone-look en -snor, Rita Iny, gehuld in ‘black widow’-kant, is weerwolf, hun dochter Maya Link – zwart jurkje met wit kanten kraagje en kniekousjes in lakschoentjes – is ‘een lekker dier’. Ze hebben het op Bart-Jan voorzien deze avond. Maar Bart-Jan, gespeeld door Bart-Jan Oosting – een boom van een kerel, in ieder geval groter dan het drietal griezels – is nergens bang voor. Hij leest onverstoorbaar een boek over zombies, hapt op zolder spinrag zonder een krimp te geven, spreekt zijn eigen droomdemonen luid en duidelijk toe en neemt de drie bangmakers olijk op de hak met een geestige song over een malloot van een koning die iedereen doodt. Pas als meisje Maya hem een kusje wil geven, dan is die reus van een vent – zo piept een jonge toeschouwer op de rij achter mij – ‘eindelijk bang’. Missie geslaagd, boodschap begrepen.
Het is allemaal verschrikkelijk over de top. Link, Iny en Link acteren met veel hysterisch gegil, snerpend gelach, sissend gehijg, rollende ogen, verdraaide stemmen en wriemelende vingers. Oosting is droog, stug en nuchter als een boer. Van het eendimensionale spel en het simpele verhaaltje moet deze voorstelling het niet hebben. Maar van dynamiek, ritme en muzikaliteit des te meer. De liedteksten van uiteenlopende schrijvers als Jacques Vriens, Sjoerd Kuyper en Koos Meinderts zijn lekker allitererend (‘Ga nooit alleen naar zolder, want daar woont de Kilder Kolder’) en zo af en toe wijs (‘De engste dingen zijn de dingen die je zelf verzint’). De muziek is afwisselend en toegankelijk en wordt raak ondersteund met clip-achtige, surrealistische filmfragmenten bewoond door witte haaien en reuzegarnalen (concept: Sandra Kaas). Regisseur Dick Hauser heeft dit geheel als een klinkende klok in elkaar gedirigeerd tot een wervelende griezelshow op kleuterniveau.