Wat voor zin heeft het te excelleren in een wereld die naar de klote gaat? Wat moet je met de hoogste toneelonderscheiding voor mannelijke rollen die ons landje kent als datzelfde landje straks door een stijgende zeespiegel half onder water staat? Oftewel: moet het individu niet een stapje terug doen ten bate van het grootste collectief dat er bestaat, de mensheid. (meer…)
Waarover gaat het? Dat is het eerste wat Lucas Vandervost in het wit gekleed en met een kwartiermutsje op, zegt als hij met krakende voetstappen van achteren naar voren is gestapt over het witte lange brede pad. Het wordt de mantra van de hele voorstelling.
Drie keer vertelt de man in het wit waarover het allemaal kan gaan, over kinderen, mannen, vrouwen, ouderen, het leven, alles. Hij speelt met de verschillende betekenissen van ‘het gaat over’. En dan begint de parade, van kinderen in ouderwetse zwarte jurkjes en in matrozenpakjes, van vrouwen in het zwart, van mannen die tuba spelen. Een uur lang kijk je onder meeslepende klanken naar een repetitieve stoet van mensen, een trage sacrale stoet van het leven, ontroerend, vol weemoed, met humoristische knipoogjes.
Lucas Vandervost is de man van De Tijd, het Antwerpse gezelschap dat furore maakte in de jaren tachtig en negentig met intelligent teksttheater. Wie De Tijd zegt, denkt tekst. Het woord, de schoonheid en de muzikaliteit van het gesproken woord speelden de hoofdrol. Pittige teksten die op een bijzondere secce manier werden verklankt, zoals alleen Lucas en zijn ploeg dat kon. De Tijd bracht taal voor een meerwaardepubliek.
Vandervost neemt nu afscheid van zijn gezelschap, hij laat het over aan een jongere generatie (Freek Vielen, Rebekka de Wit, Suzanne Grotenhuis). Het gaat over is zijn afscheidsvoorstelling. Ook dat is een betekenis van ‘het gaat over’. Opvallend is dat deze laatste productie zich richt tot alle leeftijden en niet alleen tot volwassenen, en dat er niet heel veel tekst in voorkomt. Drie keer heeft Vandervost het woord, hij vertelt, hij mijmert vooral, hij zet – in de lijn van De Tijd – zijn publiek aan tot reflecteren. Voor het merendeel zijn het beelden, bewegende tableaux vivants, van kinderen, van ouderen, met maskers, met grote foto’s. Een parade die gestuwd wordt door repetitieve klanken van een accordeon, een viool, een saxofoon, door flarden minimal music, live en op band. Benjamin Boutreur heeft voor een compositie en soundscape gezorgd die je bij je vel pakt en je niet meer loslaat. (Dat wil je ook helemaal niet.)
Het wordt een processie, die je recht op je af ziet komen. Deze keer sta je niet aan de kant van de weg. Nostalgische beelden zijn het, al was het maar door de kleren van de kinderen en ouderen. Herkenbare zwarte kleding, maar steeds met een esthetische knipoog (naar ontwerp van Sabina Kumeling), een processie die ook taferelen toont die in het collectief geheugen zijn opgeslagen, zoals met takken wuivende maagden, de staties van Jezus Christus, de treurende vrouwen, het beeld van Onze Lieve Vrouw dat op een sokkel wordt gedragen. Dat alles verwijst naar vroeger en naar de boeteprocessies uit de Semana Santa, maar er wordt steeds een meerwaarde of twist aan toegevoegd.
Jongetjes spelen jeu de boules met sinaasappels. Het kleine balletje is nu het Mariabeeld (uitgebeeld door een kind). Ganzenborden passeert met levensgrote opgezette ganzen, en ach, zo volgt het ene tafereel op het andere. Steeds anders, steeds fascinerend, heel vaak ontroerend. In het zwart, zoals in de schimmenstoeten van William Kentridge, maar nu in 3D en in het echt. Soms laten de beelden denken aan de verbijsterende parades van Tadeusz Kantor. Zoals regisseur Kantor staat Vandervost langs de kant en geeft subtiel aanwijzingen. Surreëel is de tocht als in Amarcord van Fellini, zij het minder grotesk. De poppen en de maskers associeer je met ‘De intrede van Christus’ door James Ensor. In de hele stoet zitten verwijzingen naar de werkelijkheid, naar het leven, naar andere kunsten.
Het gaat over is een reflectie over het leven, over tijd, iets doen gaat over in iets gedaan hebben, over het groter worden, over de troost dat het wel zal overgaan. Een rode draad in de voorstelling is het kleine meisje dat van het begin tot het einde stenen van een stapel achteraan oppakt, ze over het lange pad draagt en ze vooraan legt. Stenen verleggen… En zo roepen de vele beelden nieuwe beelden op, die je aanzetten tot mijmeren, tot invullen. Het is een voorstelling die door de beelden, de litanie, de zegging van de woorden door Lucas Vandervost, én door de muziek nazindert. Het gaat over – zonder punt! – is een melancholische voorstelling om te koesteren.
Foto: Kurst Van der Elst