De serie Het Debuut presenteert een selectie van afstudeervoorstellingen die te zien zijn geweest op het afgelopen ITs Festival. In deze vijfde editie zijn vier voorstellingen opgenomen waarvan er elke avond drie te zien zijn, in wisselende samenstelling. Tijdens de première gisteravond in Pand-P in Eindhoven was het de beurt aan Moore Bacon van Bosse Provoost en Kobe Chielens, Speelgoed door Siona Houthuys en Vandaag een witte man door Yamill Jones.  Forever over van Sue-Ann Bel en Vincent van Woerkom zal ik een andere keer moeten gaan bekijken.

De beeldende en fysieke voorstelling van Provoost en Chielens is hier al gedetailleerd besproken door Evelyne Coussens. Toch is het in het licht van dit drieluik interessant om nog eens stil te staan bij de vorm en thematiek. Met een indrukwekkend diep donker dwingt Moore Bacon het publiek de zintuigen lang te spitsen. Het naakte, zwijgende lichaam dat we ontwaren lijkt te zweven, rond te tollen in een oneindig duister, nu eens een gestolde, volle klomp vlees als in de sculpturen van Moore, dan weer grotesk uit elkaar getrokken, pijnlijk gestrekt als de eeuwig lijdende figuren in het werk van Bacon.

Het is al warm in de zaal, maar het voortdurende donker lijkt de temperatuur op te stuwen, en wanneer het lichaam in een zwaar en dieprood licht recht tegenover ons op de vloer ligt te schokken lijkt het of we binnenin een mensenlichaam terecht zijn gekomen. Het is haast ondraaglijk intiem. Ik hoor de darmen van mijn buren borrelen. Ik vraag me af of zij mijn bloed ook horen suizen. Wij ademen hetzelfde zware zwart in en uit en zijn met het lichaam op de vloer in een eeuwigdurend moment beland.

Groot is het contrast met Speelgoed, het sterk talige stuk van Siona Houthuys dat volgt. Deze vrouw wil de ratio de boventoon laten voeren. Alles aan haar wekt een indruk van helderheid; met de haren fris gewassen komt ze in een keurige pastelkleurige outfit achter haar lessenaar staan, de lippen helder rood gestift, de blik alert en open, de taal klaar. Ze sleurt ons kordaat uit de cocon van Moore Bacon met een eerste les in woordbetekenis die direct schetst wie zij is, op welke manier deze vrouw haar leven en de gebeurtenissen wil duiden. Zij wil betekenissen heel precies definiëren. En gaandeweg maakt ze ons duidelijk dat het een begrijpelijk streven is, tegen het licht van de onbesuisde en irrationele handelingen die ze beschrijft. Ze heeft een indrukwekkend idioom in woord, geluid en beeld uitgedacht om dat duidelijk te maken, met een knalgeel rechthoekig kader dat alles ijzersterk vervat (vormgevers Berten Vanderbruggen en Lies van Loock).

Met Yamill Jones’ Vandaag een witte man ten slotte komen we in een flipperkast terecht waarin de hoofdpersoon van optimisme naar pijn en weer terug stuitert. In een monoloog die zowel fysiek als in taal een hele reeks schijnbaar losstaande elementen aan elkaar koppelt, horen en zien we hoe een jongen wordt gedwongen zichzelf als afwijkend te beschouwen. Net als de vrouw in Speelgoed zoekt de jongen naar een vorm om de verwarring en woede over wat hem overkomt te vatten, om het zoeken en de pijn te stoppen. En Yamill Jones vindt een vorm die slim en uitdagend is, samengesteld uit klassieke teksten en sportbewegingen, die pijnlijk helder gebruik maakt van suikerklontjes en stropdassen. Springend, trots en lachend zijn lichaam tonend draaft hij een andere werkelijkheid binnen waarin iedereen blank is. Waarin hij zich gedwongen ziet te vragen: ‘Wie ben ik, en wat betekent dat?’

In alle drie de performances wekken de handelingen telkens de indruk uit verhouding te zijn. Alsof de vertelling een te krap kader schetst, kleuren de performers flink buiten de lijnen met hun fysiek. En zo komt wat dat zegt des te harder binnen. Houthuys’ anekdote is in de grond een verhaal dat al duizend keer is verteld, maar haar vervreemdende gebruik van ruimte, kleur en taal breekt alles open en zorgen dat de pijn opnieuw vers kan zijn. De pijn van het lichaam die in Moore Bacon door de lang afgedwongen concentratie echt op je inwerkt. De pijn van racisme die bij Jones bij al zijn jeugdige uitbundigheid een gat slaat waar je stil van wordt.

Foto Speelgoed: Jochem Jurgens