In ‘Heroes’ van Igor Vrebac lijkt een hilarische Nina Fokker niet in staat zichzelf ervan te weerhouden het complete pand omver te beuken.
Zijn er nog wel superhelden? En hebben we ze überhaupt nodig? Voor theatermaker Michai Geyzen kunnen we aan de oude Griekse helden niets meer toevoegen. De Amerikaanse superstriphelden, zoals Superman, Spiderman en Batman worden in allerlei variaties uitgemolken en zijn zo gecommercialiseerd dat we ze moe geworden zijn. Toch blijft het een diepmenselijk verlangen een held te zijn, al was het maar voor één dag of slechts tien minuten.
De helden uit Geyzens nieuwe voorstelling zijn ‘zeros’ die plots ‘heroes’ worden. Met alle roem, maar ook met alle nare gevolgen van dien. Heldenmoed wordt snel hoogmoed. Zo gaat dat nu eenmaal, maar het is wel hartstikke leuk om te zien hoe het de helden in dit stuk vergaat.
Michai Geyzen maakte al eerder verrassende beeldende producties voor kinderen én volwassenen, zoals De passanten en Vuur/toren, over marginale menselijke typetjes die proberen uit hun situatie te ontsnappen. Mensen die in hun zwijgzaamheid het lot tarten, en met hun danspasjes en slapstick zichzelf en het publiek aandoenlijk een spiegel voorzetten.
Hij maakte in april op uitnodiging van Schauburg München Superheroes Letzte Schlacht. Deze productie voert hij nu met Laika op, in de oorspronkelijke scenografie van Anja Furhrtmann, die wasmachines een stuwende rol toebedeelde. In de nieuwe versie is er ook live-muziek. Dat maakt dat de muzikant ook een passende rol moest krijgen. Ephraïm Cielen doet dat met de nodige schwung.
Een hoop wasmachines trillen, lampjes flikkeren en piepgeluidjes doen vermoeden dat er iets engs gaat gebeuren. De kinderen gillen tijdens de schoolvoorstelling om het hardst. Vier in het wit uitgedoste wezens kruipen uit de wastrommels. De kalmte keert terug als de twee meisjes (Júlia Godino Llorens en Gytha Parmentier) en de twee jongens (Arend Pinoy en Kobe Verdonck) zich van hun lakens ontdoen, gewoon in hun wit ondergoed over het toneel wandelen en de ene na de andere wasmachine leeghalen en weer volproppen.
Hun choreografische danspasjes, mimespel en moves maken hun sleurwerk aangenaam om te bekijken. Als iemand een gekleurd lapje of een handschoen vindt, dan wordt diegene door de anderen boos bekeken. Het werk moet gedaan worden, ze gaan zich niet met iets anders bezig houden.
Plots komt een opgedirkt ‘super’-figuur uit een wasmachine tevoorschijn. Hij straalt – ook letterlijk – elektriciteit uit. Lichamen trillen, vallen stil, blijven als standbeelden staan en worden door de muziekman weer in beweging gebracht. Uit een koffer haalt de ‘creator’ kostuums voor de vier, ze kruipen ermee in de wasmachines en komen er ieder in een eigen kleur weer uit.
De een krijgt een blauwe plastic helm op, de ander heeft heel lange armen in het geel. Het zijn geen glitter en glamour-kostuums, maar eerder wat kinderen in hun spel als kostuums uit een hoop verkleedkleren bij elkaar rapen. De vier stralen van blijdschap. Ze zijn zo blij dat ze zich in hun nieuwe rol kunnen uitleven. De ene doet dat nog onhandiger dan de ander. Vooral Arend Pinoy is in zijn slungelachtigheid aandoenlijk leuk.
De telefoon gaat, de wasserette is nu een heldencentrale die zijn helden uitzendt. Voldaan en geroemd keren onze helden terug, ze willen meer van die acties! En ze willen vooral beter zijn dan de anderen, die nu hun concurrenten worden. Dat levert heerlijke slapstickplaatjes op en grappige situaties waarin de helden verdwalen.
De muziek, en vooral de sound van knipperende, piepende, loeiende, knerpende en knarsende machinegeluiden van de ‘creator’, stuurt de vier naar worstelende hoogtepunten. Het jonge publiek begeleidt die uitgebeelde toestanden met luid geloei. Dan weer ondergaan ze heel stil de verdere spanning.
De vier leggen hun kostuums in de wasmachines af. Ze rollen als gewone mensen uit de trommels, en vinden langzaam hun geluk in simpele, dagelijkse opdrachten, zoals de hond uitlaten, boodschappen doen of een oude man helpen de weg over te steken . Zo kunnen ze als kleine helden toch ook proberen de wereld beter te maken. De muzikant/superheld heeft zijn taak volbracht en verdwijnt, in een heel verrassend slotbeeld onder gierende aanmoediging van de kinderen.
Deze ploeg van Laika heeft met zijn spel, de regie en de bewegende wasmachines een mooie balans gevonden tussen hilarisch uit het dak gaan, en een subtiel en suggestief spel van intermenselijk contact en vriendschap. Dit alles met een goed oog voor detail en met veel, heel veel goed getimede humor.
Foto’s: Karolina Maruszak