Eindelijk is de Leedvermaak trilogie van Judith Herzberg in zijn geheel in Nederland te zien, inclusief het laatste stuk Simon. Eric de Vroedt van Het Nationale Theater durft het aan de drie stukken – Leedvermaak (1982), Rijgdraad (1995) en Simon (2002) – op één avond achter elkaar te spelen, lichtelijk bewerkt en verkort door dramaturg Willemijn Barelds en de schrijfster zelf. (meer…)
Een ruiker scènes over de liefde. Dat geurt naar de lente, zo’n aanbod. Zou je trouwens ook een collage scènes kunnen aanbieden over een willekeurig ánder kernonderwerp uit het palet van dramatische situaties? Een waaier scènes over de dood bijvoorbeeld? Hmm. Maar stel je eens voor, een losse verzameling scènes over macht, handel, haat, oorlog, schaamte, wanhoop, depressie? Zouden we dat pikken? Zouden we daar heen gaan? Hmm, hoor ik mezelf opnieuw mompelen. Nee, maar dan over de liefde. Graag, zeggen we dan! Dat smaakt immers naar meer. En we pakken de trein naar Eindhoven.
Het zijn twintig scènes. En de verklaring van die curieuze titel zit in nummer veertien, de scène die Geheugen heet. Een man herinnert zijn vrouw aan het begin van hun liefde, een begin dat bij haar een beetje in de schemertoestand van een ouderdomskwaal is weggezonken.
Man: ‘Toen we elkaar leerden kennen, was alles perfect. Wij waren twee helften die ooit waren gesplitst en elkaar hadden teruggevonden. Het was fantastisch. Het was alsof Noord- en Zuid-Korea hun grenzen hadden geopend en zich herenigden en er mensen samenkwamen die elkaar al die jaren niet hadden mogen zien. Het was één groot feest. We voelden dat we verbonden waren en we wisten dat die band heel ver terug ging.’
Zo’n zoete claus lijkt een hertaling aan te kondigen van Plato’s beroemde en vrij naar Artistofanes geciteerde fabel over het eindeloze zoeken naar onze eeuwige oer-wederhelften. Maar dáár loopt deze tekst niet op uit. Integendeel, zou ik durven beweren. De tekst De hereniging van de twee Korea’s is overigens van Joël Pommerat. Ik had nog nooit van die Fransman gehoord toen in het Holland Festival van 2016 opeens zijn Compagnie Louis Brouillard de vijf uur durende productie Ca ira (‘Het komt goed’) kwam spelen, over drie cruciale momenten in de Franse revolutie. Een magistrale toneelspeleravond waarin we kennis maakten met een sterke schrijver en een goeie regisseur. Deze scènes over de liefde zijn van iets oudere datum. En ook zeer Frans. In de zin van: lichtvoetig, plezierig gestoord en absurd. En ook nogal hetero. Wat niet erg is. Maar je moet er wel tegen kunnen. Zeker wanneer een maaltijd wordt aangekondigd die zegt te handelen over zoiets breeds als de liefde.
De oer-collage uit de toneelgeschiedenis over de liefde is natuurlijk Arthur Schnitzlers Reigen uit 1920 en daar heeft Pommerat zeker aan geroken. Reigen is trouwens ook zo’n keurige in de pas van de heteroseksuele burgerlijkheid wandelende collage over de liefde. De binnen de lijntjes gekleurde absurditeiten die Pommerat zich permitteert, zijn door regisseur De Vroedt hier en daar pesterig kopje-onder geduwd. Waardoor de avond in het tweede deel ook gezellig aan schurkt tegen de stijl van het surrealisme en met de genres van de performance, het ervaringstheater en niet te vergeten het genre van de nét niet gelukte musical. Dat laatste op een manier die De Vroedt een jaar of tien geleden ook al eens uitprobeerde in Wilders, de musical als onderdeel van het project MightySociety.
De avond gaat overigens misschien niet eens zozeer over de liefde, zoals aangekondigd, als wel over de merkwaardige sluimertoestand waarin we geraken wanneer de hormonen opspelen of wanneer vanuit de onderbuikstreek allerhande leugentjes opborrelen waarmee een eindeloze reeks verwarringen wordt aangericht. Ik druk me mild uit. De avond stemde me ook mild. We verplaatsen ons immers welwillend in de positie van de nieuwe artistiek leider van Het Nationale Theater, die na veel gejakker over oproerige buurten, politieke kuiperijen en hersenknersende stukken over diversiteit en andere noden van de moderne wereld, zijn publiek ook wel eens iets lichts en luchtigs wil voorzetten. Zoals hij ons omstandig laat weten in het voorwoord van de programmafolder van de avond.
En laten we wel wezen… men heeft daar in de Residentie een puike stal aan toneelspelers bij elkaar gevonden. Met hier enkele tintelfrisse nieuwe talenten, te weten Emmanuel Ohene Boafo en Genelva Krind. Met de terugkeer op de nationale plankieren van Alwin Pulinkx. Die een dijk van een scène heeft met Tamar van den Dop als vrouw van lichte Haagse zeden. Voor haar, en voor een alzheimer-scène tussen Mark Rietman en Betty Schuurman stappen wij graag in de trein naar Eindhoven.
Foto: Sanne Peper. Sterren toegekend door de redactie.
Luister hier naar de podcastrecensie die Luc de Groen van De hereniging van de twee Korea’s maakte voor De Theaterpodcast.
Zaterdagavond in Cuyk naar een voorstelling van Het Nationaal Theater, De hereniging van de twee Korea’s. Dat leek heel actueel, en dan ook nog over de liefde: best wat van te maken… Maar wat een sof!
Een voorstelling die in de 60-er jaren misschien nog enige hilariteit had kunnen oogsten, maar in deze tijd vreselijk ouderwets! Bovendien inhoudelijk absoluut niet interessant en ook nog eens saai en statisch van opzet, ouderwets toneel. Toegegeven, de timing klopte.
Het duurde ook nog eens veel te lang – van 20.15 tot tegen 22.00 uur! Na een half uur zaten wij al op ons horloge te kijken.
Zielig dat de spelers zó’n voorstelling nog eens tig keer moeten gaan spelen. Hoe kom je tot zo’n keus?