Wat is de toegevoegde waarde van waarheid als de leugen zoveel bevredigender is? De vraag staat centraal in een duizelingwekkende monoloog waarin Teun Donders zijn toeschouwers alle hoeken van de kleine zaal in Bellevue laat zien. Tot ze amechtig moeten beamen: Hendrik IV heeft gelijk. (meer…)
Op een glinstergouden vloer kondigen Berthold en Landolf ‘de man op wie u wacht’ aan. Met neonletters, powerdansje en kekke muziek opent het tweetal een show voor titelheld koning Hendrik IV. Het publiek wordt gewaarschuwd dat de telefoons uit moeten en dat als er gehuild moet worden, dit moet worden weggeslikt. Want de koning is gek, maar de baas.
Regisseur Sanne Nouws maakte – losjes geïnspireerd op Pirandello’s Hendrik IV – een eigentijds en verfrissend relaas over de lol van waanzin, jezelf redden en je niet bang laten maken.
Joep van der Geest is een verrukkelijke van het paard gevallen, megalomane koning. Grillig, manipulatief, onberekenbaar, kinderachtig en vol charme. ‘Die vloer eruit, of ik eruit’, roept hij nuffig als de glinstergouden vloer hem ineens piesgeel voorkomt. En aangezien rijm ‘uit’ is en Engels ‘in’, wil hij vanaf nu Henry genoemd worden, ‘God dammit’.
Femke Arnouts en Len Pillen (allebei nog studerend aan de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans) vertolken met een aangenaam ironische ernst de koning zijn bedienden: gewillig, gehoorzaam, soms verontwaardigd en zo nu en dan zuchtend. Ze zingen als achtergrondkoortje ter begeleiding van Henry’s ego-rap of zwieren met gouden linten ter verhoging van de feestvreugde.
En dan komt een opzichter van ‘Het Bureau’ roet in het eten gooien. Het publiek moet de ogen bedekken en de koning moet iets aantrekken. (Hij loopt in zwart gaashemd en gouden hotpants de sexy held in zijn eigen show uit te hangen). Deze Mathilde (Lottie de Bruijn) met grote map vol regels moet de jeugdtheaterjeugd beschermen. Ze komt de voorstelling beoordelen op grof taalgebruik, geweld, seks en andere zaken die echt niet kunnen voor kijkers onder de acht. Dus de rest van Henry’s show wordt ter plekke, waar nodig, gecensureerd. Gelukkig blijkt er gaandeweg onder Mathildes Leger-des-Heils-achtige strengheid ook een gevoelig snaartje schuil te gaan.
Hendrik IV, ongeschikt voor kinderen heeft een aanstekelijk absurde sfeer die af en toe wat bruut wordt onderbroken voor tegeltjeswijsheden over geloven in jezelf. Ook de emotionele omslag van Mathilde verloopt wat hortend en stotend via een tikje lukrake aaneenschakeling van – op zich hilarische – scènes. Daardoor dreigt de voorstelling qua verhaal en spanningsboog soms even uit de bocht te vliegen, maar bovenal is Hendrik IV, ongeschikt voor kinderen een meer dan geslaagde, vette knipoog naar alle vertrutting rondom kinderen in onze samenleving in het algemeen en die in het jeugdtheater in het bijzonder.
Foto: Moon Saris