In Void van Kris Verdonck leunt vooral op de kracht van elk individueel ‘performatief’ kunstwerk ***
De Australische Nicola Gunn (Melbourne) creëert performances met een antropologische inslag. Op humoristische wijze neemt ze daarin de kwetsbare menselijke conditie op de hak. Zo ook in Hello my name is, een geestige voorstelling die het begrip participatie als uitgangspunt neemt en de kijker op alle mogelijke manieren aan het werk zet.
Voor aanvang ontmoeten we haar kort als ze bij de ingang van de zaal vriendelijk ieders naam op een kleine badge noteert en overhandigt. Nicola Gunn is zelf de gastvrouw van de avond. Dan betreden we de zaal, die hel verlicht is alsof het nog dag is. Er is koffie en thee, de stoelen staan in een vierkant opgesteld in de ruimte en hier en daar staat een kast of ligt een doos met spullen onder de stoelen. In haar sportieve outfit – gymschoenen, korte broek en shirt met opschrift ‘Please be nice I am a volunteer’ – spreekt Gunn haar publiek toe, op de achtergrond een levensgrote projectie van een alpenlandschap.
De agenda wordt doorgenomen en een van de bezoekers krijgt een contract in de schoot geworpen, dat namens het gehele publiek getekend moet worden. Dwingend helpt Gunn een handje. Dan beschrijft ze een fictieve dag, die doorloopt tot het betreffende moment van de ‘voorstelling’. We zijn in het hier en nu, een perspectief is gezet.
Vervolgens zet Gunn haar publiek aan het werk. Nou ja, werk? Gezelschapsspelen worden uitgedeeld, net als breipennen met wol en potgrond. Iemand krijgt de microfoon in de handen gedrukt voor de karaoke. Het is een hilarisch gebeuren, vooral als Gunn de hele groep in beweging zet met een fysieke work-out, die transformeert tot discofeestje inclusief polonaise. Enthousiast doet iedereen mee.
Hello my name is gaat over de teloorgang van het sociale leven en vindt letterlijk plaats in het buurtcentrum. Het is een aanstekelijke hit uit 2012, waarmee Nicola Gunn een graag geziene gast is op internationale festivals. Met de komst van de internet is het sociale leven tenslotte overal in de westerse wereld zoekgeraakt. Dat internet, the web, is een belangrijke bron in het werk van Gunn, die haar performances niet alleen toont in het theater, maar ook in galeries.
Gunn leidt haar deelnemers behendig door de cursus. Die is buitengewoon gevarieerd, want behalve een energieke sprint rond het theater krijgt het publiek ook gelegenheid om te tekenen. Naakt poserend geeft de vrijwilligster een inkijkje in haar privéleven. Maar Gunn blijft een gevatte master of ceremony en weet zelfs in het persoonlijke verhaal haar publiek om de tuin te leiden. De voorstelling zit boordevol sociaal commentaar en uiteraard analyseert Gunn sommige van de tekeningen demonstratief. Alles komt bij elkaar in een ontluisterd einde. We zien onszelf voorbijkomen in een film en terwijl we ons braaf hand in hand hebben opgesteld in een kring taait Gunn stilletjes af. Vaak hebben we gêne om te moeten mee doen in voorstellingen, maar participeren was zelden zo leuk als in Hello my name is.