Liedtekstschrijver en componist Stephen Sondheim en regisseur Harold Prince hadden verschillende redenen om van Christopher Bonds melodrama Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street een musical te maken. Voor Prince lag de fascinatie in een verhaal waarin mensen elkaar vermoorden en tot pasteien bewerken om hogerop te komen. (meer…)
Hello Dolly begint met een klassieke ouverture, met het voordoek traditiegetrouw nog dicht. Daarmee wordt meteen de toon gezet: dit belooft een ouderwets avondje uit te worden, een bijzondere gelegenheid waarvoor je ijverig hebt gespaard en je mooiste pak uit de kast hebt getrokken. En dat is ook precies wat je krijgt.
Hello Dolly is de eerste theaterproductie van MediaLane en een echte klassieker uit Broadways zogenaamde Gouden Eeuw. Dat betekent: zwierige muziek, groots spektakel en opwindende showstoppers. De voorstelling draait om de fervente koppelaarster Dolly (Simone Kleinsma) wier grootste hobby het is om mensen bij elkaar te brengen. Als weduwe met weinig geld vindt ze het nu echter tijd om zichzelf te koppelen, en wel aan de stugge maar rijke Horcus ten Gelder (Paul de Leeuw).
Kleinsma is charmant en genuanceerd komisch. Hello Dolly is een star vehicle dat haar absoluut laat schitteren. Naast haar speelt De Leeuw de rol van stijve hark Horcus humoristisch zonder over de top te zijn. Alleen wil Horcus’ vermeende hart van goud niet echt gaan kloppen. Rondom dit paar bewegen zich nog een aantal stelletjes, waaronder Cornelis Hekkel (Freek Bartels) en Ireen Allooy (de innemende sopraan Nandi van Beurden).
Het is regisseur Glenn Casale gelukt om met gedoseerd spel de grandeur van Broadway op te roepen zonder daarin door te slaan. Alleen met het voortdurend jengelende meisje Geraldien slaat hij de plank mis; iets wat wellicht comic relief had moeten zijn wordt daar tenenkrommend.
Het script van Michael Stewart heeft al met al niet bijster veel om het lijf, maar uiterlijk is voor deze productie alles uit de kast gehaald. Hello Dolly speelt flink in op een gevoel van nostalgie: zowel naar het fin de siècle waarin het verhaal gesitueerd is, als naar de glorietijd van de Broadwaymusical. In alle opzichten – aankleding, uitvoering, muziek en verhaal – benadert deze productie van Hello Dolly het klassiek soort musical comedy uit de jaren vijftig en zestig.
De overdaad is werkelijk verbluffend. In het decor van Carla Janssen Höfelt wordt gewerkt met grote LED-schermen waarop beelden verschijnen van een zonovergoten, pittoreske versie van New York. Tegen die achtergrond wordt flink uitgepakt met een weelde aan kostuums (van meestercostumier Yan Tax) en decorstukken. Van de rijdende tram in de openingsscène tot de bonbon-achtige hoedenwinkel tot het restaurant met een enorme showtrap en dansende obers. Aan de kleinste details is gedacht, van de met talloze voorwerpen gevulde kasten in de winkel tot de fijne bloemetjes op de jaloersmakende jurken van de vrouwen. Het hoogtepunt vormt een optocht door New York, waarbij je ogen tekort komt (de suffragettes in het beeld zijn hartverwarmend). Als je denkt dat je alles wel gezien hebt, worden er in de volgende scène wéér nieuwe kostuums en decors van stal gehaald.
Uit de orkestbak klinken de deinende walsen en luchtige jazzritmes van Jerry Herman, vol bombastische koperblazers en opgewekte fluiten. De lichtvoetige choreografie die Daan Wijnands daarop maakte is helemaal raak. De sierlijke sprongen, benen die hoog de lucht in worden gegooid en gecontroleerde pirouettes zijn prachtig in stijl van ouderwetse filmmusicals zoals Singin’ in the rain en An American in Paris.
Al dit verbluffends is onderhoudend, tot op zekere hoogte. In de tweede akte begint het effect van al het spektakel langzamerhand een beetje uit te werken. Het verhaal eindigt wat braaf en weinig verrassend.
Deze musical is een prachtig spektakel, waarbij bij het aanschouwen ervan af en toe wel de vraag opkomt wat precies de urgentie van deze voorstelling is, hier en nu. Maar misschien is dat te veel gevraagd. Hello Dolly is puur amusement dat tot in de puntjes verzorgd is, en dat mag er in zo’n kwalitatief hoogstaande uitvoering zeker zijn.
Foto: Roy Beusker | Annemieke van der Togt