In Hell/Top 40 ensceneert Ivo Dimchev op de avond zelf scènes met publieksleden als figuranten. Dat levert een unieke theaterervaring op waar platitudes, vrijheid en toeval gevierd worden.

Ivo Dimchev opent de voorstelling met een live casting: hij zoekt nieuwe spelers voor zijn musical. Een auditant op hoge hakken komt het podium opgelopen en Dimchev vraagt haar enkele liedjes van hemzelf te zingen. Het eerste lied zingt ze alleen, maar voor het volgende lied moet ze samen met hem zingen en dansen tegelijk. Maar dan stopt Dimchev haar. Dit lied vraagt om een achtergrond danser: voor 20 euro laat hij iemand uit het publiek naar voren komen die centre-stage een onprofessionele tapdans act (‘OFFBEAT! OFFBEAT!’, roept hij door zijn teksten heen) tijdens de act moet doen, terwijl voor diens kruis een larger than life dildo bungelt.

In een volgende scène neemt hij een auditie af via Zoom. De auditant zit zonder shirt in zijn woonkamer en zingt voor Dimchev. Dan stelt Dimchev hem een aantal vragen: ‘What’s more important: good music, good choreography or a good story?’ / ‘Would you prefer to be in hell with Jesus or in heaven with Trump?’ / ‘Dirty cock or dirty dishes?’ / ‘Cumming in the face of cumming in the mouth?’ Het karakter van de auditie wordt op een onschuldige manier ondeugend, al helemaal als Dimchev dezelfde vragen naar de zaal richt. Via een stemming met handen wordt er bepaald wat de voorkeuren van ‘Amsterdam’ zijn.

Wat hierna volgt is een groot aantal acts waarin Dimchevs nummers samen worden gevoegd met scènes die leden uit het publiek als figuranten moeten uitvoeren. Zo vraagt hij twintig publieksleden om selfies met hem te nemen terwijl hij een lied zingt, vraagt hij drie mensen als koor een directeur van een prestigieus theater in Kopenhagen te spelen, moet een jongen de technicus van dat theater spelen, die wil dat Dimchev hem oraal bevredigt en vraagt hij zelfs twee publieksleden om volledig naakt op een matras te ‘fake fucken’ terwijl zijn medeperformer confetti over hen heen gooit. 

Halverwege de voorstelling krijg ik het gevoel dat ik in een kelder in Berlijn naar een geïmproviseerde variétéshow slash queer concert zit te kijken. En juist het losse en georchestreerd-rommelige karakter van deze show is waarom het zoveel plezier en vrijheid in het publiek teweeg brengt. Ik krijg het gevoel dat er vanavond van alles mogelijk is en dat er nauwelijks regels zijn, terwijl ik tegelijkertijd zie dat Dimchev alles nauwlettend in de gaten houdt en bijstuurt waar het hem niet aanstaat.

Het publiek is deze avond extreem welwillend: Dimchev hoeft nauwelijks zijn best te doen om publieksleden de vloer op te krijgen, want als hij erom vraagt, blijven de handen in het publiek omhoog schieten. Het toont aan dat Dimchev met gemak een ruimte kan creëren die uitnodigend, vermakelijk, ondeugend en toch veilig aanvoelt. Een beetje zoals een vrijgezellenfeestje waar de boel uit de hand mag lopen – of waar dat zelfs moét, om het een geslaagde avond te kunnen noemen. 

Het hoogtepunt is wanneer bijna de hele vloer volstaat met publieksleden die op een balkanbeat staan te dansen, sommigen met rode linten, anderen die hun blote kont aan het publiek laten zien, en weer anderen die dildo’s op de grond gooien terwijl ze ‘Respect Art!’ roepen. Het lijkt een Bulgaars dorpsfeest op zijn hoogtepunt, en de toevalligheid die Dimchev in het moment ensceneert gloeit van levensvreugde en plezier.

Entertainment lijkt soms taboe in de theaterzalen. Al helemaal in combinatie met publieksinteractie. Dimchev bewijst dat het spelen, zingen en maken vanuit plezier binnen een geënsceneerde chaos misschien wel precies is wat het theater de toekomst nodig heeft. Het is laagdrempelig, stout, spannend en just plain fun. Toch is het meer dan plat vermaak: de beelden die hij met zijn publiek in het moment regisseert zijn in combinatie met zijn liederen vervreemdend en poëtisch en kleuren de platheid van sommige liedteksten fris tegen.

Dat ik deze avond zoveel plezier voelde raakte me, omdat ik me realiseer dat het niet vaak voorkomt dat ik die vrijheid in een theaterzaal ervaar. En ik ben niet de enige: de hele zaal lijkt te vibreren van plezier. Dat is ook wat dit werk verlangt en nodig heeft: een welwillend publiek die samen met Dimchev de avond wíl maken. Hij is afhankelijk van ons, en wij van hem. Een unieke theaterervaring.

Foto: Archive Ivo Dimchev