In een verrassend samenspel met scenografie en muziek laat Piet Arfeuille de stekelige relatie zien tussen een machtige vrouw en haar ambitieloze zoon. Het resulterende samenvloeisel tussen beeldend en teksttheater is niet op alle vlakken in balans maar intrigeert moeiteloos.
Het begint met hun stemmen. De zoon (David Cantens) is half verborgen achter een gordijn, alleen zijn benen zijn zichtbaar. Zijn lief (Karlijn Sileghem) zit eveneens achter een doek en de moeder die haar zoon na vijf jaar weer eens is komen opzoeken (Tania Van der Sanden) zit in het halfduister in een schommelstoel. De korte dialogen geven eveneens nog weinig prijs.
Regisseur Piet Arfeuille, de artistiek leider van Theater Malpertuis, staat bekend om zijn filmische, visueel rijke ensceneringen. Voorstellingen als 2019 (Droomspel) en Yesterday (or how we felt about the rumor) onderscheidden zich door hun spannende relatie met tijd: in lang uitgesponnen scènes werd het dagdagelijkse tot poëzie gemaakt, alsof een filmregisseur zijn camera gewoon op de realiteit heeft gericht en die maar wat laat lopen. Het leverde regelmatig een volstrekt unieke, immersieve theaterervaring op, waarin de toeschouwer onderdeel werd gemaakt van de wereld van de (zwijgende) hoofdpersonages.
In Hele dagen in de bomen, gebaseerd op de gelijknamige novelle van Marguerite Duras, gaat Arfeuille verhalender te werk, maar hij behoudt de gedurfde visuele insteek die veel van zijn eerdere werk kenmerkte. In de fascinerende scenografie van Charlotte Bouckaert en Steve Salembier worden er door verschuivende gordijnen steeds nieuwe ruimtes en frames gecreëerd, die de personages op verschillende manieren afsnijden en gevangen houden. Arfeuille geeft je veel tijd en ruimte om de beelden in je op te nemen – in woordeloze scènes, begeleid door een prikkelende, onvoorspelbare score van Gary Shepherd, die de innerlijke onrust van de karakters onderstreept, verstrijkt de tijd gewoon, staat er iemand aan een raam te roken, heeft de zoon mechanische seks tegen betaling of put zijn eenzame vriendin zich uit in een onhandige striptease.
Vanwege de aanvankelijke narratieve soberheid dreigt de voorstelling even een lege huls van stijl te worden, maar naarmate de moeder meer aan het woord is komt daar verandering in. Tania Van der Sanden speelt haar weergaloos: een spijkerharde topmanager die juist vanwege haar vrijgevochtenheid een diepe affiniteit voelt met de enige van haar kinderen die zich niet aan huisje-boompje-beestje heeft overgegeven. Van der Sanden balanceert prachtig tussen egocentrisme en een diepgenestelde genegenheid voor haar zoon, en maakt zo van haar stekelige, steevast afgewezen pogingen tot toenadering een kleine tragedie.
Alleen aan het slot werkt het trage tempo in het nadeel van de voorstelling. Na de laatste dialogen ontspint zich nog een lange scène die sentimentaliteit, dat tot dan toe zorgvuldig buiten de deur was gehouden, alsnog het slotakkoord geeft. Het is jammer dat Arfeuille zijn personages zo alsnog van hun weerbarstigheid berooft, maar tot dat punt is Hele dagen in de bomen een spannende, sterk geobserveerde studie in onmacht en inertie.
foto: Fred Debrock