Chapeau voor de nieuwe lichting mimespelers en Boogaerdt/VanderSchoot: Our House staat als een huis ****
Het derde deel van de Heimat-reeks van Antwerps theaterhuis De Nwe Tijd biedt wederom een melancholieke avond vol muziek en filosofisch getinte overpeinzingen, maar hangt vanwege het ontbreken van een helder overkoepelend concept een beetje als los zand aan elkaar.
In hun werk zijn theatermakers Freek Vielen, Suzanne Grotenhuis en Rebekka de Wit, die met zijn drieën de artistieke kern van De Nwe Tijd vormen, vaak bezig met de vraag wat ons als mensen verbindt. Ze hanteren daarin een kwetsbare, weifelende speelstijl, waarmee ze het publiek deelgenoot proberen te maken van hun zoektocht. De sfeer wisselt tussen door live-muziek ondersteunde lyriek en de ondraaglijke lichtheid van hyperpersoonlijke, filosofisch getinte overpeinzingen.
De Heimat-reeks is De Nwe Tijd ten voeten uit. In het eerste deel interviewden de makers (naast de kernleden ook Harald Austbø en Tom Struyf) hun eigen ouders en grootouders over hun belangrijkste levenslessen, wat een ontroerende dialoog over generaties opleverde. In deel twee reisden ze (met Austbø en Tim David) door Europa naar Groenland om daar op een smeltende gletsjer een zelfgecomponeerd requiem voor alles wat verloren gaat uit te voeren.
In het derde deel ontbreekt echter een vergelijkbaar overkoepelend concept. Een uitgangspunt is er zeker: Grotenhuis stuitte op YouTube op een comment van ene James Wood, waarin hij zijn spijt uitsprak dat hij zijn telefoon niet opnam toen zijn beste vriend hem belde op de avond waarop deze later zelfmoord zou plegen. De makers gingen naar de jonge Brit op zoek om met hem te spreken over eenzaamheid en stellen Heimat 3 voor als een poging om een huis voor hem te bouwen. Het videomateriaal van de ontmoeting is zonder meer ontroerend – Wood lijdt duidelijk nog altijd aan een depressie en is enorm kwetsbaar in het interview – maar al gauw blijkt dat het geen inhoudelijke aanknopingspunten biedt om een hele voorstelling aan op te hangen.
De andere scènes staan dan ook wat ongemakkelijk met elkaar in verbinding. In een gezamenlijke tekst over de eerste wereldtentoonstelling in Londen blijft onduidelijk waarom de makers deze historische gebeurtenis naar voren schuiven als ‘het begin van de bevrijding van het individu’. Ook het hoogtepunt van Heimat 3, een inhoudelijk sterke tirade van Matthias Van de Brul over de maakbaarheidscultus in de hedendaagse samenleving, verwijst naar de spanning tussen individualiteit en collectiviteit, maar er wordt te weinig verband gelegd tussen de verschillende grote thema’s die er worden aangestipt. Het voelt alsof de makers de particuliere situatie van Wood steeds tevergeefs van universele significantie proberen te voorzien.
Aan het slot wordt duidelijk waar de richtingloosheid van de voorstelling vandaan komt. In een monoloog die teruggrijpt op de ontmoeting met Wood geeft Grotenhuis hem een tip om gelukkiger te kunnen worden: we moeten stoppen met de vraag ‘waarom’ stellen, en ons concentreren op ‘hoe’. Het is de ‘waarom’-vraag zelf die ons in het ongeluk stort omdat er altijd een nieuwe waarom-vraag achteraan komt.
Eigenlijk houdt Grotenhuis een pleidooi tegen kritisch denken en voor zelfgekozen naïviteit. Het vertaalt zich in een voorstelling die zo zeer op gevoelsmatig niveau opereert dat de kijker die behoefte heeft aan inhoudelijke voeding op zijn honger blijft zitten.
Foto: Kurt van der Elst
Tom Struyf*
Dankjewel voor ’t meelezen Lies, het is inmiddels aangepast!
Ha Marijn, Ik blijf haken aan de volgende zin.
“Eigenlijk houdt Grotenhuis een pleidooi tegen kritisch denken en voor zelfgekozen naïviteit.”
Ik hoorde in de keuze tussen ‘waarom’ en ‘hoe’ de spanning tussen denken en doen. Dat denken waar we (ja ik spreek voor we) onszelf zo vaak in verliezen en wat, mijns inziens, soms te weinig tot handelen leidt. Of actie zo je wilt. (Ook ik maak me daar schuldig aan.) Ik hoorde zo een pleidooi voor het doen aan het einde van de voorstelling en ik snap werkelijk niet waarom jij dit zelfgekozen naïviteit noemt. Ik vind het om eerlijk te zijn een tikkeltje aanmatigend. Ik ben benieuwd naar je beweegreden. En ook naar waarom je het woord ‘eigenlijk’ gebruikt. Bedoel je daarmee dat Susanne zelf niet door heeft wat ze ‘eigenlijk’ staat te zeggen? Zo lees ik het. Is dat je bedoeling?
Hee Benjamin,
ik ben het 100% met je eens dat de tekst van Suzanne over de spanning tussen denken en doen gaat. Het gebruik van de term zelfgekozen naïviteit bedoel ik niet eens als kritiek maar als neutrale omschrijving: doen zonder al te veel na te denken kan je volgens mij vertalen als een bewuste keuze om naïef te zijn (dus naïviteit in de positieve zin van het woord: onbevangen, niet gehinderd door al te veel nuance of relativering). En het gebruik van het woord ‘eigenlijk’ zou je kunnen vervangen door ‘in essentie’: het is bedoeld om aan te geven dat ik denk dat dit de (impliciete) kern van haar betoog is – dus nee, niet om aan te geven dat ze dat zelf niet weet.
Maar als ik het herlees denk ik wel dat er nog een extra zin in die slotalinea had gemogen. Wat ik bedoel is dat het opzij willen zetten van de ‘waarom’-vraag ook consequenties heeft voor de dramaturgie van de voorstelling: als je geen ‘waarom’ in je dramaturgie wilt gebruiken houd je alleen intuïtie en gevoel over, en blijft mijn persoonlijke behoefte aan kritische reflectie ondervoed.
Maakt het dat helderder?
Warme groet,
Marijn.
Ha Marijn,
dank voor je antwoord. Het werkt zeker verhelderend en doet me inzien dat ik persoonlijk naïviteit toch eerder als een negatieve eigenschap hoor. Zoals jij het hier definieert is het inderdaad een vriendelijker begrip en misschien soms zelf broodnodig om handelen ofwel actie mogelijk te maken. Ik hoorde het gebruiken van ‘hoe’ ten voordele van ‘waarom’ in het geval van deze voorstelling ook als een optie om te gebruiken nadat het ‘waarom’ al jammerlijk heeft gefaald en slechts heeft gezorgd voor de eeuwig wederkerendheid van de waarom vraag zelf. Na iedere vraag kan je immers weer ‘waarom’ vragen en en het ‘hoe’ biedt een tijdelijke uitgang uit deze cirkel van twijfel. Verder vroeg ik me nog af hoe bewust ervoor gekozen is dat jij deze recensie zou gaan schrijven aangezien je behoorlijk kritisch was over Heimat 2. Hebben jullie het daar over op de redactie? Is het een bewuste keuze dat jij verder over deze reeks bent gaan schrijven? Naast duiding heeft een recensie natuurlijk ook enige macht over hoe goed een voorstelling bezocht zal worden en als je dat laat meewegen was het wellicht interessant geweest nu een ander te laten schrijven. Of is dat een onzinnige wens van een maker die iedereen zoveel mogelijk publiek wenst?
Warme groet terug.
Hee Benjamin,
nee helemaal geen onzinnige wens! Zeer begrijpelijk zelfs. Ik zou het persoonlijk in redactionele keuzes alleen nooit laten meewegen – recensies zijn immers niet bedoeld als PR-materiaal voor een voorstelling maar als een kritische reflectie erop.
Om te antwoorden op je vraag: bij Theaterkrant hebben we het tot nu toe nog nooit over deze vraag gehad om de eenvoudige reden dat Joke als hoofdredacteur tot nu toe altijd de eenvrouwsredactie van Theaterkrant was (en nog altijd maakt zij in haar eentje de beslissingen over wie over welke voorstelling schrijft). Sinds kort is dat echter anders en is de redactie van Theatermaker óók de redactie van Theaterkrant geworden. Het lijkt me daarom inderdaad interessant deze vraag eens op de agenda te zetten (los van mijn eigen mening erover).
Ik zou je trouwens zeker gelijk geven als Theaterkrant als enige recensies schreef over De NWE Tijd/Heimat: dan was het zeker goed geweest om verschillende geluiden over de reeks te laten horen (en for the record, Tuur Devens schreef op deze site over het eerste deel zeer positief). In dit specifieke geval vind ik het zelf echter juist onderscheidend dat naast de zeer positieve recensie in de Volkskrant ook dit meer kritische stuk te lezen is. Zo lang er over de hele kunstkritiek heen genoeg diverse geluiden over een voorstellingsreeks te horen zijn vind ik het zeker niet verkeerd dat iemand die over een voorstelling kritisch was ook over het daaropvolgende deel schrijft. (Overigens vind ik het daarom ook zo goed dat wij recensies uit andere bronnen altijd ook op de recensiepagina opnemen).
Voor de helderheid: dit is mijn persoonlijke mening, ik weet niet welke overwegingen Joke als hoofdredacteur heeft gehanteerd toen ze mij voor Heimat 3 (weliswaar nadat ik me op de voorstelling had ingetekend) op de lijst zette.
Warme groet,
Marijn.