Ver-van-mijn-bed-show of een collectief falen? De gebrekkige aanpak en soms tragische consequenties van straatcultuur in Nederlandse wijken zijn feitelijk. Met scherpe dialogen, overtuigend spel en geïnspireerde urban tracks schetst Angry Young Men de levens van twee vrienden die iedereens zoons hadden kunnen zijn. Of toch niet? De actuele hiphop-musical benoemt de olifant in de kamer en maakt een prangend maatschappelijk probleem verstaanbaar voor iedereen. (meer…)
Hoe krachtig haar stem ook klinkt, hoe scherp ook haar blik: onderhuids borrelt de verscheuring. Dat zie je. Als Hedwig het podium betreedt in haar kleurrijke mantel, breed lachend, lijkt ze nog een ‘gewone’ punkrockdiva. Maar al in het eerste nummer klinkt de tweestrijd. Hedwig is als de Berlijnse muur, zingt bandlid Yitzhak in Tear me down. ‘Sie steht für euch auf die Grenze zwischen Ost und West, Unterdrückung und Freiheit, Unten und Oben, Mann und Frau.’
In punkrockmusical Hedwig and the angry inch onthult de transseksuele Hedwig geleidelijk haar levensverhaal. Een verhaal dat begint met een kille jeugd in Oost-Berlijn, waar ze opgroeit als Hansel en verliefd wordt op een Amerikaanse soldaat. Om met hem te kunnen trouwen moet Hansel een vrouw zijn. Hij laat zich opereren, maar door een foutje blijft een ‘angry inch’ over. Performer Sven Ratzke bracht de culthit uit Amerika eerst naar Berlijn, en nu naar Nederland.
Hedwig and the angry inch werd bedacht en geschreven door de Amerikaanse acteur John Cameron Mitchell. Stephen Trask schreef de muziek, een combinatie van snelle punk- en rockliedjes en meeslepende popnummers. De muziek is geïnspireerd op seventies hits van artiesten als David Bowie en Nina Hagen: glamrock met stevige punky uithalen. In 1999 beleefde Hedwig and the angry inch haar première in New York en won meteen een Obie award voor beste kleinschalige musical ‘Off-Broadway’.
Wie Ratzke eerder zag optreden kent zijn androgyne stijl, extravagante outfits en hang naar het Berlijnse Kabarett uit de jaren twintig. In zijn optredens wisselt hij vaak absurdistische anekdotes met liedjes van Kurtt Weil tot Nina Simone of Michael Jackon, moeiteloos schakelend tussen Nederlands, Duits en Engels. Ratzke is brutaal in zijn interactie met het publiek. Hij grijpt toeschouwers vast om hen uitgebreid welkom te zoenen of tikt achteloos een biertje van een dame op de eerste rij achterover.
Normaal gesproken is Ratzkes performancestijl al uitbundig en gewaagd. Toch vraagt Hedwig om méér dan dat. Maar Ratzke flikt het. Hij speelt Hedwig vol overgave: rauw, soms wreed. Hij maakt haar tot een strijdbare vrouw die worstelt, maar ook straalt. Door zijn ruige spelstijl wordt ze een sprankelend personage dat je gelooft (of juist niet) en wilt begrijpen. Naast Ratzkes uitbundige spelstijl staan de bandleden er wat afwezig bij. Ze voeren de liedjes muzikaal strak uit, maar hun verdere spel is zeer vlak. Wellicht komt de ongeïnteresseerde houding voort uit hun personages, maar het overtuigt niet en doorbreekt soms zelfs de vaart van de voorstelling. Positieve uitzondering: de mooie solo van Maria Schuster (Yitzhak) aan het einde van de voorstelling.
Een nieuw element in de musical is het gebruik van twee talen. Met regisseur Guntbert Warns verwerkte Ratzke Duitse passages in de Engelstalige musical. Bovendien heeft Hedwig in haar monologen een Duitse tongval en zoekt ze soms even naar woorden. Ook in de liedjes wisselen de twee talen elkaar af. Hierdoor wordt Hedwigs ambigue positie als Duitse in Amerika, balancerend op het snijvlak tussen man en vrouw, schitterend uitgewerkt. In haar tweetaligheid komen alle verwarring en tweeslachtigheid samen.
Foto: Theater Mogul