‘Prima ballerina Igone de Jongh veegt de vloer aan met Het Nationale Ballet’ (Trouw), ‘Danseres Igone de Jongh woedend op Het Nationale Ballet’ (NRC) en ‘Ballerina Igone de Jongh klapt uit de school over harde breuk met Nationale Ballet: ‘Ik was onderdeel van een machine’’ (de Volkskrant). De krantenkoppen logen er niet om en de kritiek die voormalig eerste soliste Igone de Jongh in haar biografie Igone uit over Het Nationale Ballet is fors. (meer…)
Kniertje is niet dood, zij leeft. Ze kijkt terug op het vissersdorp van vroeger en met verbazing naar het Scheveningen van nu. ‘De zorgen zijn andere zorgen geworden’, vindt ze. Vroeger had het dorp te maken met reders die over lijken gingen, nu met geldbeluste projectontwikkelaars. Het voormalige Willem Breuker Kollektief en een megakoor zorgen voor de muziek.
Trillend achter de rollator komt Kniertje het podium op. ‘Wat was dat nou met die vis,’ peinst ze in zichzelf, ‘het had iets met geld te maken.’ ‘De vis wordt duur betaald’, helpt het bereidwillige publiek. ‘Nee hoor,’ zegt ze verstoord, ‘de vis is juist in de aanbieding, op de Westduinweg.’
Beetje flauw misschien, maar Loes Luca maakt er een sterke grap van. Ze is het centrum van de voorstelling, ook als er honderd mensen om haar heen staan. Ze is niet alleen geestig maar ook tragisch, en ze zingt uitstekend.
Heijermans’ ijzeren smartlap Op Hoop van Zegen is het uitgangspunt van Harde Handen. De nietigheid van de eindige mens tegenover de oneindigheid van de zee blijft een eeuwig thema. We zijn maar een dunne plank van de eeuwigheid verwijderd, weten de vissers. Of een laagje rubber; het is moeilijk om bij een aangespoeld lijk niet even te denken aan de actualiteit.
De hoogbejaarde vissersvrouw Kniertje – ‘bij de honderd ben ik opgehouden met tellen’ – wordt in verzorgingstehuis Duinrust geholpen door een nazaat van reder Bos (Koos Sekrève). Dat roept bij haar beelden op van vroeger. Ze was haar twee zoons en haar man al aan de zee verloren toen haar twee andere zoons ook aanmonsterden. Rooie Geert (Lester van Olffen) is door zijn opstandigheid in de gevangenis terecht gekomen; nu hij vrij is, wil hij weer wat actie. Barend (Jeffrey Boekestijn), de jongste, voelt er niks voor. Hij is bang, maar staat onder zware sociale druk om iets te verdienen voor zijn moeder. Dat het gerucht rondgaat dat de boot waarmee ze meekunnen, de Op Hoop van Zegen, in beroerde conditie is, maakt hem nog banger. Maar hij gaat en het einde ligt voor de hand. De reder strijkt zijn verzekeringsuitkering op. Kniertje blijft alleen achter.
Het Zuiderstrandtheater in Scheveningen produceerde Harde Handen samen met Kwekers in de kunst, geboren op de resten van Dario Fo. Dario Fo was een amateurkunstorganisatie in het Westland die failliet ging toen de subsidie werd stopgezet. Het operakoor van Dario Fo levert nu goed werk in de voorstelling, samen met het Schevenings Projectkoor. De zangers blijven ook met z’n honderden verstaanbaar: een compliment voor zowel het koor als de techniek. En voor de dirigent niet te vergeten: Rick Schoonbeek is uitermate helder in zijn aanwijzingen.
Naast Luca bestaat de cast uit minder bekende namen, die zich goed weren. Peter Kramer (Ja zuster, nee zuster, kerstvoorstellingen van het Ro Theater) zorgt voor een gesmeerde regie. Musici uit het good old Willem Breuker Kollektief leggen een prima muzikale basis. Ze spelen als vanouds volks en toch vervreemdend, vrolijk dansend en dan ineens weer geraffineerd kreupel. De composities zijn van trombonist Bernard Hunnekink, Breuker zelf en Bob Zimmerman, onder meer arrangeur van het Metropole Orkest.
De kwaliteit van de liedteksten blijft achter bij die van de muziek. Ze zijn soms mooi (‘Ik wou dat ik kon vertellen’), soms grappig (Hans Dorrestijn schreef al voor een eerdere versie van Harde Handen), maar liggen regelmatig dicht tegen het Sinterklaasrijm aan of zijn al te expliciet. ‘Ik sta alleen op de kade en weet dat ik afscheid van je nemen moet’ – tegen wie zeg je dat, als a. de geschetste situatie al volledig duidelijk is en b. je naar eigen zeggen alleen op de kade staat?
Harde Handen laat de pijnlijke thema’s van Heijermans intact: de beroerde arbeidsomstandigheden, de onveiligheid, de gewetenloze, asociale ondernemer met zijn hypocriete vroomheid tegenover het fatsoen van Kniertje. De anno-nu-bewerking voegt daar nog de hebzucht van de projectontwikkelaars aan toe die een sfeervol vissersdorp een lelijk gezicht vanuit zee hebben gegeven. ‘Als de vis moet wijken voor het geld, is het met Scheveningen slecht gesteld.’ De winst wordt duur betaald.
Foto: Emi Barendse
Goede morgen,
Ik zat ook in het projectkoor ! En het was een feest om hier aan mee te doen ! Ik ben nog volop aan het nagenieten en hoop op een vervolg !
Christiane Moerenhout
Ik zat in het projectkoor en had zelfs een klein rolletje als vissersvrouw ! En het was geweldig om mee te doen !!. Ik ben nog steeds alles aan het zingen , en aan het nagenieten . En hoop op een vervolg of iets anders !
Wij hebben zondagmiddag genoten van deze uitvoering. Het werd zo prachtig vertolkt en gezongen en daarom zou dit zeker nog vaker moeten worden vertoond. Je werd helemaal opgenomen in het verhaal omdat het decor ook zo schitterend was.