De twee vrouwen verwelkomen hun publiek in wat het begin van een labyrint kan zijn. Mooie rode stof aan de buitenkant, lichtere kleuren binnen, zelfs violet licht schemert in het systeemplafond van de foyer van De Brakke Grond, waar de installatie Do You Want a Happy Ending van Kim Snauwaert en Jolien Naeyaert staat opgesteld. Steeds gaan er twee mensen de installatie in voor een sessie die wel een uur duurt. (meer…)
Ja, hoe te beginnen? Hoe een voorstelling te beginnen? Met wat lichtvoetig heen en weer lopen, zacht praten en uitproberen van een rekwisiet opent de voorstelling Happy Together van regisseur Espen Hjort en performer Mees Borgman. Er staan een kleisculptuur in wording op het toneel, twee objecten die pas later gebruikt gaan worden (disclaimer!), een verkleedkist en nog wat theaterparafernalia. Het is een begin zoals je vaak ziet bij Maatschappij Discordia: tastend, zoekend, alsof de juiste toon er nog niet is. Maar die komt, beslist.
De voorstelling, die zweeft tussen mime en performance en nauwelijks tekst kent, ontleent de titel aan de song Happy Together uit 1966 van de Amerikaanse popband The Turtles, met het refrein ‘Me and you and you and me’. Op het toneel staan vader, moeder, dochter en zoon, vertolkt door Erik Borgman, Nanette Kuijpers, Mees Borgman en Ster Borgman. Een echte familie dus. Of dat voor de voorstelling veel uitmaakt, is de vraag. Het is per slot kunst, ofwel verbeelding.
Het viertal roept op poëtische wijze, in dans en bewegingspatronen, de subtiele gevoelens op die elke familie kenmerken, behalve eigenlijk woede of onmin. De familieleden zijn vooral lief voor elkaar. Dat blijkt al uit de eerste scènes waarin aankomst en afscheid nemen worden verbeeld. Ieder van hen houdt even een koffer vast, zo’n mooie ouderwetse, en komt aan, omhelst de anderen. Op vernuftige wijze neemt de ander de koffer over en het ritueel herhaalt zich. Op prachtige wijze vervloeien welkom en afscheid.
Soms lijkt de voorstelling op een speloefening aan de toneelschool. Er komt een mand met kledingstukken op de bühne en de spelers verkleden zich. Het viertal draagt opeens, dat gaat razendsnel en nauwelijks merkbaar, jaren zestig-jasjes met lange versierselen aan de mouwen. Ze dansen en playbacken op Happy Together. Daarna volgt een verstild bewegingspatroon waarin ze elkaar dragen, op de schouders tillen, meenemen als het ware door de levensreis. Ze stoken een kampvuur (niet echt) en kijken ’s nachts naar de overweldigende sterrenhemel.
Vader Borgman is de krachtige figuur die een soort onzichtbare zeggenschap heeft over alles. De leider in disguise. Moeder Nanette Kuijpers spreidt liefde tentoon. Dochter en zoon zijn geen rebelse kinderen, maar eerder meegaand. Hoe rebels de sixties ook waren waaruit de popsong voortkomt, wat deze jonge generatie van theatermakers laat zien is vooral de flower power-kant. Rekwisieten spelen een belangrijke rol, in de scenografie van Johanna Dahlbäck. Het mooist is de dans met de doormidden gezaagde, houten kano. Eerst lijken de beide helften een abstract object, maar verrassenderwijs komen ze langzaam samen tot één geheel. Dan ligt daar opeens de kano, het viertal stapt erin als in een levensboot en stappen er weer uit. Wat een abstract beeld, schitterend begeleid door dreigende muziek van Marko Ivic.
Evenals in het eerder opgevoerde Goat Song, met Mees Borgman, vinden in Happy Together poëzie, performance, humor en diepere maar nooit verhevigde gevoelens elkaar. De van oorsprong Noorse regisseur Hjort heeft iets met ongerepte natuur en landschappen. Dat komt in deze voorstelling in sprekende details aan de orde, zoals de houtblokken voor het kampvuur, de kano, de sterrennacht. Verwacht geen rebellie of de strijd tussen generaties, waarin Scandinavische schrijvers als August Strindberg en Lars Norén excelleren, maar vooral tedere gevoeligheden binnen een gezin.
In dat opzicht is Hjort een opmerkelijke Noorse regisseur: niet rauw en wild, maar dichterlijk en ingetogen. En de vier spelers sluiten zich daarbij op even verstilde wijze aan. Aan het slot de vraag die de cirkel rond maakt: ‘Hoe zullen we eindigen? Ja, zullen we dan maar eindigen..?’ Dit is toneel dat tegelijk ook het maakproces van een voorstelling laat zien. Er is wel een kanttekening te maken. Door het ontbreken van enige rebellie en strijd tussen de generaties is de voorstelling vooral lieflijk van toon, en mist toch zeker hardheid of een intenser dramatiek. Dat vereist een andere dan gangbare kijkhouding. Meegaan in de lieflijkheid ervan is het devies.
Foto: Bart Grietens