Laat je niet bedriegen door het fijn realistische decor van Sanne Danz. Geniet er wel even van, want heel vaak zie je zoiets niet op de podia in Nederland, dus ja, laat je hart een sprongetje maken van dat gezellige behang, die schrootjeswand, de keukentafel met formica blad, het uitzicht op een schuurtje en de Brabantia broodtrommel. (meer…)
Waar in je lichaam zit dat nare gevoel? In je tenen? Je benen? Je borstkas? En welke beweging heeft het? Is het een draaiend of een trekkend gevoel? Gaat het van binnen naar buiten of van buiten naar binnen? In Hallo angst gaan vijf mensen, de titel doet het al vermoeden, de confrontatie aan met hun angsten. Dat levert een bij vlagen hilarische schets op van gekwelde zielen die hun angsten gecontroleerd en gestructureerd te lijf willen gaan. Maar zo werkt het natuurlijk niet.
De vijf deelnemers aan deze therapiesessie zijn voor de gelegenheid gereduceerd tot kleuren: blauw, groen, roze, rood en geel. Met hun kleren in corresponderende kleuren doet dat al snel denken aan een angstige, getraumatiseerde versie van de Power Rangers. Als ze het nare gevoel in hun lichaam gevonden hebben, moeten ze het door middel van een tegengestelde beweging reduceren, zodat er ruimte vrij kan komen voor fijne gevoelens.
Regisseur Eva Line de Boer won een klein jaar geleden de ITs Ton Lutz Award voor beste regie met haar afstudeervoorstelling Euphoria. Vervolgens maakte ze voor het Fringe Festival Amsterdam in 2014 de voorstelling Little black dress en nu gaat op Festival Cement haar nieuwe voorstelling Hallo angst in première. Ze zit bepaald niet stil.
De voorstelling behelst een keur aan (veelal fysieke) oefeningen die de groep mensen aangaat om hun angsten weerstand te bieden. Natuurlijk wordt er volgens de tendens van de actualiteit ook naar hartenlust op elkaar en jezelf gereflecteerd: ‘Ik vind dat we echt een andere Geel hebben gezien,’ of ‘Blauw, misschien moet je iets minder je best doen.’
Het is een aardig gegeven, met bij vlagen een net iets te hoog gimmick-gehalte. Een van de mooiste scènes is die tussen twee oefeningen door, waarin Rood (Bram van der Kelen) de ruimte vindt voor alledaagse pietluttigheden – dat een tomaat een van de weinige groenten is die je niet kan invriezen – terwijl Blauw (Milou van Duijnhoven) zich ongemerkt steeds verder afzondert. Hier kristalliseert zich, binnen alle gecreëerde esthetiek, een prachtig beeld uit van afzondering, gevangen in een mise-en-scène die het publiek ineens verrast.
Dat is een hoogtepunt is een verder aangename voorstelling, die een goede balans vindt tussen zweverigheid en nuchterheid, flink wat esthetische toneelbeelden en een aantal hilarische grappen heeft, maar daarin ook wat aan de brave kant is.
Foto: Saris & den Engelsman