In haar vroegste jeugd kwam S10 al op Oerol, het was de droom van de 22-jarige zanger en rapper Stien den Hollander eens op te treden tijdens het theater- en muziekfestival op Terschelling. Die droom kwam uit.

Op vijftienjarige leeftijd mocht ze een enkele maal twintig minuten optreden in muziekcafé de Vijfpoort. Nu brengt ze op Oerol haar allereerste theatershow Groeipijn, een intieme, soms hartbrekend-persoonlijke voorstelling over psychose en pijn, verlies en geluk, en vooral muziek. Bij herhaling citeert ze troostrijke woorden van zanger Ramses Shaffy over muziek als ‘de ziel’ van alles.

De locatie is Loods Wiegman, een opslagplaats voor openhaardhout en pallets op het bedrijventerrein van West-Terschelling. Ze staat met haar band dus niet buiten, niet in de open natuur. De artiesten, in de regie van Marcus Azzini, weten een intieme sfeer te creëren als een geste naar bekende liederen als ‘Vleugels’, ‘Adem Je In’, ‘Maak me Wakker’, ‘Ik Besta Voor Altijd Zolang Jij Aan Mij Denkt’ en nieuwe nummers. Nadat een zingzeggende stem S10 heeft aangekondigd  staat ze opeens in de deuropening, rook waait om haar heen, ze is gekleed in het wit met zwarte laarzen aan. Ze maakt haar entree in de loods, achter haar valt de deur dicht en omstraald door een prachtige lichtshow van Michiel Knoop neemt ze het publiek mee in een voorstelling met liedjes, verhalen, persoonlijke bekentenissen en spoken word.

De show krijgt later dit jaar ook een zaalversie, waarvan de première op 12 november in Carré plaatsvindt. Groeipijn is meer dan een verzameling liedjes, en dat is de grote kracht. Je zou het bijna kunnen zien en beluisteren als één lang episch gedicht waarin S10 levensdrang én levensangst, liefdespijn én verlangen naar geborgenheid op onnavolgbare wijze samenbrengt. Haar geheim is, althans tekstueel gezien, het gebruik van verrassende tegenstellingen, zoals in regels als deze uit ‘Vleugels’: ‘Neem mijn vleugels af / Als jij ze gebruiken kan / Dan loop ik wel / Dan loop ik wel naar huis.’ Generositeit en onafhankelijkheid in een enkel lied. Of de tragische paradox in ‘Maak me Wakker’: ‘Wil je me wakker maken als ik denk / Dat ik niet meer wakker word?’ Of deze: ‘Ik ben bang voor de toekomst van jou en mij.’ Tot slot: ‘Ik hield van jou / hoe je alles kapotmaakte.’

De vaste bandleden Mick Langenberg (gitaar), Joël Dieleman (toetsen) en Willem van der Krabben (drums) begeleiden haar krachtig maar nooit overheersend. De stem van S10 is in de hoge registers behoorlijk hees en ongepolijst. Dit in combinatie met het wat donkere gitaarwerk van Langenberg werkt goed. Maar opeens schiet haar stem ook de laagte in. Lichtontwerp en songteksten gaan exact samen, zoals wanneer ze zingt ‘het licht is niet licht genoeg’, terwijl lichtstralen als in een waaiervorm haar eerst omsluiten en vervolgens vouwen de stralen zich samen, en zo staat ze in het donker. Haar hese stem heeft ook iets fluisterends, waardoor je je als publiek persoonlijk aangesproken voelt.

Verrassend is de ode die ze brengt aan de muzikale held van haar jeugd, de Amerikaanse singer-songwriter Jim White (67). Recent zag ze hem optreden in het dorpshuis van haar jeugd, in Midwoud (Noord-Holland), voor een publiek van niet meer dan vijfentwintig man. De song die haar inspireert is ‘A Perfect Day to Chase Tornados’ over het altijd weer op eigen kracht het verstikkende duister overwinnen. Ze brengt het lied in vertaling, met als cruciale zinnen ‘de lucht is een kooi, de grond is een graf’. Ze herkent zich in White, die zijn leven beschreef in het boek Incidental Contact, waarin hij noteert dat hij door alle tegenslagen op zijn negentiende het wel genoeg vond, dat leven, maar nu dankbaar is dat hij de de zestig ruim heeft gehaald. En een maaltijd kan bereiden voor zijn dochter. Met Groeipijn geeft S10 inzage in haar persoonlijke drijfveren en trauma’s, zingend vertelt ze en vertellend zingt ze, openhartig, doorleefd, met treffend gebruik van theatrale middelen als licht en ritmische afwisseling van lied en tekst. Van een rauwe opslagloods voor hout op Terschelling naar het chique fluweel van Koninklijk Theater Carré, het is een gewaagde stap, maar wie in deze loods erbij was, heeft iets unieks ervaren.

Foto: Nichon Glerum