Een opvallend fenomeen in het Nederlandstalige theater sinds de jaren zestig van vorige eeuw is de opkomst van het collectief en de rol die het in de artistieke vernieuwing heeft gespeeld. Die geschiedenis was nog niet in kaart gebracht. Dat is nu tot op zekere hoogte wel gebeurd met de publicatie van De collectieven. Een unieke theatergeschiedenis (2022). (meer…)
Laten we beginnen bij de bij. In het verhaal van Groei, de zinderende muziektheatervoorstelling c.q. installatie van Susies Haarlok en de Veenfabriek, vormt de bij (dat leuke zoemende insect dus) een brug tussen (grofweg) verleden en heden, tussen klein en groot, plant en dier, industrie en natuur. Een spil, die met een dans aangeeft waar de bron van de nectar zich bevindt; een dans die in Groei op een geweldige manier wordt verbeeld en verklankt.
Hiermee zijn we ongeveer op de helft van het stuk, een muzikale tijdreis in vijf delen, die begint bij de oersoep en het ontstaan van leven (RNA, aminozuren) en die, intussen focussend op verschillende vormen van groei, afsluit met een aantal scenario’s over welke kant het kan opgaan met de homo sapiens en technologie.
Ontoegankelijk bèta-getheoretiseer en moeilijk muziekgedoe? Helemaal niet. Komt ook langs, daar niet van, maar Groei is vooral een heerlijk swingend, (muzikaal) interessant, liefdevol verhaal over de planeet en de schoonheid van haar ontstaansgeschiedenis – en hoe de mens die ten slotte op allerlei manieren aan het ondermijnen is.
John van Oostrum tekende daarbij voor de fantastische vormgeving. Groei is als het ware een kruising tussen een laboratorium en een levend organisme op zich, een pulserend, ademend ding; een rond geheel, een cirkel van prachtige kleuren en licht waarin de vier muzikanten van Susies Haarlok (het concept is van hen) en actrice Ruta van Hoof beginnen te vertellen van oerouders en oersoep: zo is het eerste muziekstuk geïnspireerd op die borrelende soep, met daarin krioelende aminozuren.
Van daaruit gaat het rap verder naar een gewerveld prooidier (een verre voorouder van de mens), maar nog veel grappiger: de opkomst van een roofdier in de vorm van een soort stofzuigerslang (jawel, de Opabinia) die door Van Hoof over de speelvloer wordt gemanoeuvreerd en die muzikanten belaagt. Zodra het al te abstract lijkt te worden, gooien de makers de boel om met dergelijke geestige intermezzo’s. Ook muzikaal en tekstueel; zoals een discussie tussen Van Hoof en Wessel Schrik over welk zeewezen er nu precies eerst het loodje dient te leggen.
Van Hoof is als performer visueel steeds de spil van de voorstelling: ze staat vaak in het midden van de cirkel, bedient attributen van het lab, heeft tekst, maar laat ook haar lichaam spreken. In de ontroerende bijendans bijvoorbeeld – het middendeel dus, de brug van onbekende intrigerende wriemelschepsels naar de inmiddels maar al te bekende wereld van bevolkingsgroei, biotechnologie, farmaceutische industrie, klimaatverandering.
De facetoogjes van de arme bij prikken van alle pesticiden, en zullen zich ten slotte sluiten. Is de homo sapiens, die naar welvaartsgroei en het eeuwige leven streeft in staat tot inzicht te komen en het tij te keren? Deze bekende maar steeds prangender, actuele kwestie ligt in de kern van Groei besloten en wordt aldus uitgewerkt op een manier die indrukwekkend en wonderschoon is.
Foto: Anne Harbers
Het is ‘Susies Haarlok’. Niet ‘Suzies Haarlok’. Alvast bedankt voor het aanpassen!
Ai Judy, dank voor het doorgeven. We hebben het snel aangepast.