Begin dit jaar ging de AVROTROS op zoek naar de hoofdrolspelers voor de nieuwe uitvoering van Grease in een nieuwe editie van de musicaltalentenreeks Op zoek naar… . Danique Graanoogst en Tristan van der Lingen werden het, de nieuwe Sandy en Danny. Ze lieten zichzelf beiden zien als veelbelovende musicalzangers. (meer…)
In een vermakelijke en vlotte uitvoering van musicalklassieker Grease is er weinig wat er echt uitspringt. En dat is jammer, zeker in zo’n uitbundige setting waar zo veel mogelijkheden tot spektakel liggen.
Jim Jacobs en Warren Casey schreven de musical al in 1970. In Nederland is hij met deze uitvoering voor de derde keer te zien. Het verhaallijntje is nagenoeg bekend en zeer eenvoudig. Na een passionele zomernacht tijdens de zomervakantie van 1958, komen de stoere Danny en de brave Sandy op dezelfde highschool Rydell High terecht. Zij wordt opgenomen door de Pink Ladies, hij is van de T-Birds. Allebei zullen ze zichzelf moeten veranderen om uiteindelijk weer samen te komen.
Stage Entertainment, een fusie van Joop van den Ende Theaterproducties en Albert Verlinde Entertainment, brengt na bijna tien jaar de musical weer terug naar de Nederlandse theaters. De jonge theaterdebutant Tim Douwsma en Vajèn van den Bosch weten als Danny en Sandy de show niet te stelen, evenmin wordt er op choreografisch vlak echt verrast. En daar zijn twee mooie kansen laten liggen.
Want zingen kunnen ze, deze twee jonge hoofdrolspelers. Vooral Van den Bosch bewijst dat, bijvoorbeeld in een ingetogen Hopeloos verlang ik naar jou, met onverwachte spectaculaire uithalen. Qua spel valt er minder te beleven. Dat geldt bovendien voor de hele cast. Het acteerwerk is zonder uitzondering behoorlijk karikaturaal aangezet, de acteurs articuleren vol valse lucht en zijn in fysiek spel erg overdreven. Ze worden daarbij ook niet geholpen door de wat ongeïnspireerde vertaling van Allard Blom, die de vanzelfsprekendheid die hij de liedteksten meegaf niet te pakken heeft gekregen in de vertaling van de dialogen.
Bij twee personages werkt het wel, dat moet gezegd. Mylène d’Anjou en Jip Bartels zorgen voor de nodige oorspronkelijkheid qua humor, in de droogkomische, cabareteske dialoogjes als Miss Lynch en Eugene. D’Anjou geeft bovendien een meesterlijke improvisatiesessie bij aanvang van de tweede helft.
Bij de danswedstrijd worden de tot dan toe vrij brave choreografieën van regisseur Martin Michel nog even interessant. Swingend, vulgair, grappig en mooi tegelijk. Maar deze sequentie, een uitgelezen kans voor een hoogtepunt, eindigt al even snel als dat hij kwam. En dat is eigenlijk typerend voor deze hele musical. Het lijkt of er in deze ingekorte 2015-versie teveel is geprobeerd de show vlot en snel te maken, maar dat hij daardoor ook wat vlak is geworden. Mij dunkt dat het publiek best nog een kwartier langere, en daardoor betere, Grease had aangekund.