In de weelderige tuin bij de pastorie van de Mariakerk in Foudgum, een dorpje in de buurt van Dokkum, zitten twee gelijk geklede mannen aan een tafel. Terwijl de avondzon het tafereel in een warme gloed zet, zien we ze poëzie betrachten. Zoekend naar het mooiste metrum, proevend aan het juiste woord. Ze geven elkaar nog net geen high five als er weer een strofe gereed is, maar de uitgelatenheid is er niet minder om. (meer…)
Een bruin papieren zakje met gedroogde grauwe erwten, een kruidig stukje zeep en een grijs, driehoekig kaarsje. Samen straalt het een soberheid uit, die wordt benadrukt door de té grote doos waar het in geleverd wordt. Het pakket is onderdeel van Grauwe erwten, een thuisvoorstelling van PeerGrouP.
De voorstelling bestaat uit twee delen, waaronder een maaltijd waarvan één ingrediënt vaststaat: de grauwe erwt. Grauwe erwten zijn een typisch noordelijk streekproduct en verwijzen dus direct naar de wortels van het Drentse gezelschap. Je kunt kiezen uit drie recepten met de erwt in de hoofdrol, de andere ingrediënten moet je zelf toevoegen. Ik kies voor de vegaburgers met feta.
Maar voordat je kunt beginnen met de maaltijd, eerst het andere onderdeel. Het is een audiomonoloog, ingesproken door Nynke Heeg. Je looproute mag je zelf bepalen en ik kies ervoor om langs de uitgestorven uitgaansgebieden van centrum Den Haag te lopen. De impact van het coronavirus is daar ontzettend zichtbaar.
De audiomonoloog van PeerGrouP gaat juist om wat we niet zien, wat zich afspeelt achter gesloten deuren. We horen het verhaal van Sylvia, een coronapatiënt die in maart op de IC belandt. Sylvia overdenkt haar leven en haar relaties met anderen vanuit haar ziektebed. Ze is volledig tot stilstand gebracht door het virus en blijft gevangen achter in haar eigen koortsdromen en overpeinzingen.
Sylvia’s wereld wordt steeds kleiner en meer naar binnen gekeerd. ‘Mijn wereld is zo klein als een erwt’, vertelt ze. Haar uitzicht is een lange tijd beperkt tot een leeg stukje muur, het menselijk contact tot artsen van wie ze de gezichten nauwelijks kan zien door hun beschermende kleding. De audiomonoloog schetst een mooi en pijnlijk beeld van die eenzaamheid, gepaard met de angst van een plotseling slecht functionerend lichaam. Heeg ademt zwaar, je hoort de vermoeidheid in haar stem. Dit is corona als levensverwoester. Hiermee heeft regisseur Dirk Bruinsma een relevante en mooie invalshoek te pakken.
Met het verhaal van Sylvia ligt de focus op het persoonlijke aspect van corona, op de enorme impact die het kan hebben op het leven van een patiënt en diens dierbaren. Wanneer Sylvia in het ziekenhuis is, komen de maatschappelijke gevolgen van corona maar nauwelijks bij haar binnen als ze het nieuws kijkt. Wc-papier op, hamsteraars. ‘De mens, dit ondier, het is niet meer te redden’, verzucht ze, met een cynische toon in haar stem. Wat nog wel te redden valt, zo hoopt ze, is de relatie met haar zoon.
Auteur Dinanda Luttikhedde gaat in op Sylvia’s liefdes- en familierelaties, die ze in ander licht gaat zien. Het suggereert dat haar ernstige ziekte haar openbaringen biedt, begrip voor keuzes van anderen en inzicht in die van haarzelf. Hierin blijft de monoloog helaas vaag: Sylvia heeft spijt van keuzes die ze heeft gemaakt in haar relatie met haar zoon, maar het wordt nooit helemaal duidelijk wat die keuzes geweest zijn. Waar Sylvia’s personage zo duidelijk geschreven is en je haar echt voor je kunt zien, blijven de bijpersonages precies dat, net onbereikbaar voor de luisteraar.
In contrast tot het persoonlijke aspect van Sylvia, lijkt de rest van het pakketje ons juist iets te vertellen over de wereld en hoe wij er beter mee om kunnen gaan. Er zit een lijstje in met adressen waar je de producten die je verder nodig hebt voor het koken op een duurzame en biologische manier kunt krijgen als je in de buurt woont.
Op het eerste gezicht blijven veel keuzes van de makers niet helemaal duidelijk. Er wordt wel naar erwten verwezen in de tekst, maar slechts als detail. De streekproducten, de vergeten groente: het maakt meer een statement over de klimaatcrisis dan over de coronacrisis, ook al zijn de twee verbonden. Maar halverwege de monoloog spreekt Heeg de zin waarin het allemaal samenkomt: ‘De wereld is ziek, dus wij worden ziek.’ Sylvia kan dit helder zien vanuit haar koortsdromen en overpeinzingen.
Voor het koken van grauwe erwten heb je tijd en aandacht nodig, ze moeten immers eerst twaalf uur lang weken. Ook het zeepje en de kaars staan voor de traagheid en tijdigheid, twee producten die heel langzaam verdwijnen. Het is een mooie illustratie bij het eeuwig langzame herstelproces dat Sylvia doormaakt. Tegelijkertijd is het een pleidooi om de tijd te nemen voor de dingen waar de wereld beter van wordt. Heling heeft tijd nodig.
Niet alle eindjes komen bij elkaar, maar PeerGrouP slaagt erin om verschillende perspectieven op de coronacrisis te verbinden. Daarbij komt ook dat je de monoloog al lopend ervaart. De gevolgen van de coronacrisis zie je overal om je heen, maar het verhaal en de muziek in je koptelefoon zorgen ook voor isolatie. Zo legt Grauwe erwten steeds lijntjes van heel persoonlijk naar globaal en alles wat ertussen zit.