Je hoort ze denken, de vier vrouwen uit vier verschillende generaties die op het toneel staan. ‘I thought I’d never dance again on stage.’ ‘Sometimes I think, today I am not able to do it.’ In Aquí Siempre (Hier altijd) introduceert choreograaf Poliana Lima (Spanje/Brazilië) hun heden en verleden door in het archief van de lichamen van deze vrouwen te duiken. Een autobiografische zoektocht die leidt naar een universeel idee over heden, verleden en het verstrijken van tijd. (meer…)
De openingsavond van de tweede editie van het What You See Festival in Theater Kikker in Utrecht is drukbezocht. Het multidisciplinaire festival biedt ruimte aan verschillende perspectieven op gender en identiteit. ‘Want kunst’, zo zegt artistiek directeur Vincent Wijlhuizen, ‘biedt ons ruimte om een ander perspectief laten zien.’ En dat andere perspectief kan jou, als publiek, verwarren, boos maken of ontroeren, ‘maar het komt goed’, want hier leeft de hoop dat er in ieder geval in het kader van het festival de ruimte is om elkaar te ontmoeten, in gesprek te gaan en je eigen aannames te bevragen, zodat je dat andere perspectief kunt begrijpen of op z’n minst waarderen.
De openingsvoorstelling Graces van de Italiaanse choreograaf Silvia Gribaudi laat ons met veel humor kijken naar lichamen en hoe wij daar identiteiten aan verbinden. De voorstelling boort bovendien diepere lagen van menselijke waarden aan. Vertrekpunt is De Drie Gratiën, het marmeren beeld van Antonio Canova. Gribaudi speelt geraffineerd en met een enorm gevoel voor komische timing met de klassieke kijkcodes van kunst en theater. Zo leidt ze ons door een proces waarin we een nieuwe invulling geven aan wat schoonheid is en hoe deze samenhangt met menselijke waarden en onze identiteit.
De vlakke vloer van Kikker is door coulissen ingekaderd. Het publiekslicht is nog aan als er plots een man vanuit de coulissen linksachter de vloer opstapt. Ontbloot bovenlijf, zwarte wielrenbroek (of ja, ik weet niet hoe zo’n strakke sportbroek heet) en zwarte sokken. Hij kijkt ons aan en wij bekijken hem. Er volgen nog twee mannen in hetzelfde kostuum. Zij kijken naar ons, wij bekijken hen. De drie gratiën. Maar dan stapt Gribaudi zelf de vloer op. In zwart badpak en zwarte sokken. Haar kleine, ronde lijf en ondeugende blik steken vreemd af bij de slanke, getrainde lijven van de mannen wanneer ze op een diagonaal op de vloer staan.
‘Thank you for being here’, zegt de voorste (het meisje naast mij schrikt zich een hoedje dat de danser spreekt). ‘Yes, thank you’, herhaalt Gribaudi. ‘Thank you’, zeggen ook de anderen. Hun handen maken allerlei gebaren om dat kracht bij te zetten. Het klassieke beeld van dank en empathie uit schilderijen: de armen langs het lichaam licht naar voren gestrekt, de handen open (wat we bijvoorbeeld kennen van christelijke afbeeldingen van Jezus). Maar ook de Namasté-groet: de handen tegen elkaar voor de borst, uitstekende ellebogen, de armen in een hoek. Of het smekende danken: de handen ineengeslagen heen en weer schuddend. ‘You know?’ vraagt de voorste. ‘Yes, we know’, antwoorden de anderen, ‘it is hard’.
Maar dan, met een vingerknip: ‘Everyone, you have the power’. De mannen knikken instemmend met hun heupen en knippen in hun vingers. En op de klanken van een barok muziekstuk pakken de vier performers elkaars handen vast. Na een buiging en een shockwave maken ze zich klaar voor hun hoofdact.
Gribaudi voert een soort clownsact op. Dat is niet negatief bedoeld, daarmee doel ik op de scherpte van de voorstelling. De referenties uit zowel de (kunst-)geschiedenis als de huidige tijd, de clichés die maar heel kort worden aangestipt en de serieuze onderlaag werken, geleid door komische precisie, nauw samen. Nooit wordt het zwaar, maar altijd is, zoals bij een goede clownsact, tegelijk het tragische en trieste zichtbaar.
De voorstelling heeft ook een sculpturale kracht (al dan niet ingegeven door het vertrekpunt), doordat de scènes steeds nieuwe groeperingen van lichamen laten zien en vaak worden doorbroken of afgebroken om de beelden van commentaar te voorzien. Waarbij Gribaudi laveert tussen neoklassieke kunst en geveinsde gesprekken (‘So, this is the work, you have seen it, now we want to ask you what comes to mind when we say: prosperity’), vaudeville en eigentijdse subculturen.
De mannen vertegenwoordigen de beeldengroep de gratiën, Gribaudi de kunstenaar (en clown) en wij het publiek, dat van Gribaudi steeds vanuit een andere hoek het werk mag bekijken. En dat werk, die lichamen, onderzoeken onze denkbeelden over schoonheid. Gribaudi gaat niet voor het sublieme, maar voor het vrije en het diverse. De lichamen van de dansers in de voorstelling representeren niet het virtuoze, het atletische of het elegante, maar het kan er wel onderdeel van zijn.
Graces is een goed gekozen openingsvoorstelling. Het is een uitnodiging om verschillende perspectieven te zien en laat ruimte voor hen die dat wellicht (nog) niet willen of kunnen. Jammer dat deze voorstelling, vooralsnog, eenmalig in Nederland te zien was.
Foto: Giovanni Chiarot