‘’t Leven op zee is geen vertelsel – Door ’n duimsplankie zijn ze van de eeuwigheid gescheijen’: actrice Manja Topper van Dood Paard is Knier, dus niet Kniertje, in ‘het spel van de zee’ ofwel Op hoop van zegen (1900), het grootse sociaal-realistische toneelstuk van Herman Heijermans. Ze spreekt de woorden gelaten en ijzig uit, verweesd bijna. (meer…)
De ondernemende theatermakers van Nieuw Leiden zijn brave jongetjes in de klas van Rutte. Ze gingen een lucratieve overeenkomst met een zorginstelling aan en bereiden ons alvast voor op de participatiesamenleving. Echt indringend theater levert dat helaas nog niet op.
Nieuw Leiden is het nieuwe theaterinitiatief van regisseur Natasha Schulte en acteur Tim Winke. Samen willen ze ‘heldere voorstellingen over filosofische thema’s’ maken en gaan daarvoor samenwerkingen aan met passende organisaties. In hun eerste voorstelling Goed bedoeld onderzoeken ze het gevoel medelijden. Ter inspiratie en financiering, spraken ze met medewerkers van Libertas Leiden over hun contacten met cliënten.
In de voorstelling komt de vlotte Salesmanager Tony (Tomer Pawlicki) bij toeval in contact met de verlamde Edith (Martine Dukker). Terwijl ze met haar zus in een rolstoel over straat rijdt, gooit Tony onhandig een beker hete koffie over haar heen. Hij voelt zich schuldig, besluit haar met een lachende heliumballon in het ziekenhuis op te zoeken en blijft terugkomen. Hij wordt meegesleurd in een maalstroom aan goede bedoelingen en daarbij door Ediths familie op handen gedragen. Als hij uiteindelijk een verlovingsring om zijn vinger draagt, raakt hij in de war. Zorgt hij uit liefde of uit medelijden? Wat zoekt hij bij haar?
Het is een originele benadering van de mantelzorger, die naast veel brengen blijkbaar ook iets kan willen halen. De jonge theaterauteur Malou de Roy van Zuydewijn maakt van Tony helaas een wat stereotiepe zakenman, die de hele tijd ‘Go!’ roept en zijn tomatenbusiness omschrijft als ‘The Red Gold’. Haar dialogen geven daarentegen wel knap Tony’s onvermogen weer om met de zieke Edith normaal te communiceren. Ze zitten vol met pijnlijke versprekingen, stokkende zinnen, grapjes die de plank misslaan en goedbedoelde missers als ‘Je bent best leuk voor een rolstoelmeisje’.
Vormgeefster Yoka van Zuijlen bedacht voor Edith slim een net te klein bed, waardoor zij zich niet alleen in taal, maar ook fysiek van de ene ongemakkelijke houding in de andere moet wringen. Om haar heen staan verschuifbare klinisch witte wanden, gordijntjes en deuren waarmee de acteurs een volledig ziekenhuis tot leven brengen. In een mooi getimede choreografie en veel dubbelrollen lopen patiënten en bezoekers af en aan en snelwandelen artsen met schrijfplankjes voorbij.
Regisseur Schulte trekt daarbij alle trucjes uit de kast. Via versnellingen, slow motions en tableaus vivants verworden de bezoekjes van Tony tot dromen en nachtmerries. Om het thema duidelijk op de zaal te laten inwerken zijn er tussendoor stukjes publieksparticipatie en korte informatieve lesjes.
Helaas slagen de acteurs er in deze volle opzet niet in om de compassie, liefde en wanhoop van de personages ook echt invoelbaar en daarmee geloofwaardig te maken. Tussen Tony en Edith zit geen enkele klik, laat staan een amoureuze vonk. Het tragische einde van de voorstelling vliegt daarom vrij luchtig voorbij.
Maar er is meer dan theater. Nieuw Leiden richt bij elke voorstelling de foyer in als ‘Medelijdencafé’, waar bezoekers een minicollege over medelijden volgen, aan een ‘zwelgmuur’ zielige verhalen uitwisselen en in de ‘spoedcursus mantelzorg’ van de experts van Libertas alvast leren hoe ze snel en compassievol steunkousen moeten aantrekken.
Foto: Yoka van Zuijlen