Bodil de la Parra kon op een gegeven moment financieel niet meer voor haar Indo-Chinese moeder zorgen. Dus was ze in de ogen van haar moeder een slechte dochter. Kinderen zijn in de Chinese traditie de verzekering en het pensioen voor de ouders. In Dagen van rijst ontrafelt Bodil de la Parra haar deels Chinese achtergrond en stuit op tradities en gewoontes waar ze geen weet van had. (meer…)
Bij menig boekverfilming verzucht de lezer dat het boek toch echt beter was. Idem bij de meeste theaterbewerkingen. Maar ditmaal zal vriend en vijand beamen dat de voorstelling Godverdomse dagen op een godverdomse bol geslaagder is dan het boek zelf. Dankzij de performance van schrijver Dimitri Verhulst zelf, dankzij de muziek van Corrie van Binsbergen en vooral dankzij de symbiose die tekst en muziek op de beste momenten bereiken.
Op het omslag van de eerste druk stond een nog net niet overlopend urinoir. Een treffend beeld voor de stortvloed aan woorden die Verhulst in Godverdomse dagen op een godverdomse bol over de lezer uitstortte. Het leidde tot de nodige ophef en sommige protestante boekhandelaren weigerden het boek te verkopen. Onduidelijk was of het nu dat omslag, de titel of de inhoud betrof die weerzin opwekte – vermoedelijk een combinatie van alle drie.
In 180 pagina’s schetst Verhult de geschiedenis van de mens, simpelweg als het aangeduid, vanaf het allereerste begin tot aan zijn magnum opus: de kernbom op Hiroshima, waarmee diezelfde mens boven de goden uitstijgt en in staat is al het leven op aarde te vernietigen. Bij mens moeten we overigens lezen: de blanke man. Vanaf het moment dat het uit het water kruipt – ’t schijt nog een laatste keer hevig in zee, zijn symbolisch geladen manier om een beslissing te onderstrepen – denkt het alleen maar aan eten en zich voortplanten. Goed, het tekent ook op rotsen, maakt zo iets uit niets, en vindt zelfs taal uit. Al komt die verdienste vooral het andere geslacht toe, want het is waar dat teven gaarne tetteren en dus de grootste bijdrage leveren.
Het probleem van het boek was echter dat ondanks de relatief beperkte omvang het te langdradig was. Meerdere critici merkten terecht op dat hoe virtuoos Verhulst het Vlaamse dialect ook in schrijftaal vat, het boek beter zou zijn geweest als korte novelle. Gitariste en componiste Corrie van Binsbergen zag gelukkig meteen de muziektheatrale potentie van dit boek dat meer heeft van een episch gedicht dan een roman, en dus voorgedragen moet worden, omgeven door muziek. Zij wist Verhulst voor dit project te enthousiasmeren en belangrijker: hij bracht de tekst terug tot de essentie. Gebleven is de voortdurend terugkerende vraag hoe laat het is. Het resulteert in een dramatisch veel sterkere tekst.
Verhulst blijkt bovendien veel meer dan een rasverteller. Hij is een uitmuntend performer die op precies de juiste momenten stemverheffing en armgebaren inzet. Tevens toont hij zich een niet onverdienstelijk mondharmonicaspeler. Al even indrukwekkend is de begeleiding van het negenkoppige ensemble onder leiding van Corrie van Binsbergen dat soepeltjes springt van een gemankeerd walsje naar Zappiaanse jazzrock en vrijwel alles daartussen. Haar eigen instrument, de gitaar, eist daarbij nadrukkelijk niet de hoofdrol op en voor iedereen is er wel een solo.
Van Binsbergen begint met een drone, vergelijkbaar met het ene akkoord waarmee Wagner zijn magnus opus Der Ring des Nibelingen begint, en net als bij Wagner wordt in deze voorstelling de muziek steeds complexer naarmate het zich ontwikkelt. Daarbij illustreert Van Binsbergen niet louter de tekst van Verhulst, maar ironiseert die ook.
Na ruim honderd minuten besluit de voorstelling met de vier laatste pagina’s van het boek, als de bom is gevallen. Die zijn niet bepaald hoopvol, maar hé, er klinkt mambomuziek. Als we dan toch met deze godverdomse bol ten onder moeten gaan, dan maar met een bigband als op de Titanic. Godverdomse dagen op een godverdomse bol combineert zo met opvallend veel joie de vivre een in ons land weinig vertoonde vorm van louter teksttheater met muziektheater, waarbij de tijd verglijdt alsof het niks is. Wat het – ondanks alle vergaarde kennis en macht – uiteindelijk ook is.
Foto: Rutger van Otterloo