In GOD is a DJ brengt SALLY Dansgezelschap Maastricht een ode aan de dansvloer. Acht dansers toveren de lege ruimte om tot een extatische dansvloer met niets meer dan hippe kostuums, een projectiescherm en hun lichamen. Wie na dit uur van energie geen zin heeft om mee te bewegen, heeft niet opgelet.

GOD is a DJ is een 14+-familievoorstelling, met naast een zaal- ook een interactieve schoolvariant. Hoe laat je tieners kennismaken met uitgaan? Hoe geef je weer hoe je door dans jezelf en elkaar kunt ontmoeten in een club? Hoe voelt uitgaan eigenlijk en waarom moet ik dat willen?

SALLY heeft hier een helder, enorm sterk antwoord op: dansen is fantastisch, ergo, laten we dansen. De simpelheid en overtuigingskracht van dat uitgangspunt stuwt de gehele voorstelling voort. Er komen geen morele vingertjes rondom uitgaanscultuur, seks of drugs aan te pas. De extase van jezelf verliezen in dans kan iets heel ontroerends zijn, iets wat je verbindt met de mensen om je heen, en dus gaan we een voorstelling lang dansen.

Geholpen door een lekkere retro jaren ’90-meets-2023-esthetiek (met kostuums door Mieke Kockelkorn) knallen de dansers er choreografie na choreografie uit. Hun energie is aanstekelijk en jaloersmakend, je voelt aan de zaal dat mensen méé willen doen. De muziek, een lowkey clubbeat afgewisseld met popnummers, is eenvoudig maar helder in het representeren van de situatie.

De grenzen tussen publiek en danser vervagen hier en daar; niet elke toeschouwer blijkt een toeschouwer. Door de deels op het podium geplaatste tribunes wordt de lijn tussen speler en publiek soms verrukkelijk vaag. Op de momenten waarop het podium vol staat en iedereen zich overgeeft aan de muziek, is GOD is a DJ op zijn sterkst. De saamhorigheid en door beweging losgemaakte endorfine voeren hier de boventoon en maken de boodschap van de voorstelling het meest invoelbaar.

De voorstelling legt thematisch een link met religieuze overgave. Als je dan een kerk moet kiezen, kies dan de kerk van de DJ en geef je over. Het is een extra metafoor die niet eens nodig was geweest, maar de gesproken teksten bieden een leidraad door de voorstelling heen. Die leidraad voorkomt echter niet dat het continue dansen, samen met de continue beat, af en toe wat repetitief wordt.

Dat heeft ook te maken met de opbouw. Het vervagen van de grenzen tussen performers en toerschouwers voelde meermaals als een organisch einde, waarna het dansend publiek toch weer plaats moest nemen voor een gechoreografeerd stuk. Het geheel zakt daardoor soms wat in, al doet dat niet af aan de scènes naar het einde toe, waarin de focus nogmaals wordt gelegd op de verbinding die je (romantisch al dan niet seksueel) kan vinden op de dansvloer. In een speels maar teder duet komen dansers Sellam El Achari en Aaron Faneyte steeds nader tot elkaar. Er wordt niets te expliciet gemaakt of voorgekauwd, maar de communicatie door middel van beweging, aanraking en jonge springerigheid is glashelder.

Voor jonge tieners is het een veilige, maar dynamische kennismaking met het begrip (en belangrijker, het gevoel) van uitgaan en clubbing. Daarbij met een fijne erkenning voor elke puber en jongvolwassene: je bent jong en je wilt wat, en die behoefte bevredig je soms het best door samen met je vrienden de dansvloer op te zoeken.

Foto: Tycho Merijn