Giselle is een klassiek romantisch ballet uit 1841 over de onmogelijke liefde tussen een arm boerenmeisje en een edelman, waarin de dood een hoofdrol speelt en het wemelt van de geesten. Giselle (8+) is een hedendaagse bewerking van Toneelmakerij en DOX, in de taal en de dans van vandaag.

In de 19e eeuw werd het verhaal van Giselle en prins Albrecht ook al gezien als een sprookje. De afloop is tragisch, maar toch ook mooi, omdat het meisje haar prins vanuit de dood nog redt en vrijlaat. Onze tijd is anders, zo vertellen de makers elke keer dat de romantisch zwevende orkestmuziek van toen overgaat in de aardse beats van nu.

Niet dat armoede niet meer bestaat. Integendeel. Er zijn helaas veel kinderen die zonder ontbijt naar school komen, die hun broertjes en zusjes verzorgen omdat hun moeder drie baantjes heeft om rond te kunnen komen, en die nooit een mooi sieraad zullen krijgen. En niet dat er geen standsverschillen meer bestaan; de kloof tussen de superrijken en de rest van de wereld is immens. De edelen van vroeger zijn de popsterren van vandaag, je kunt dag in dag uit zien in wat voor weelde ze leven op hun socials en hoe ze worden gepamperd door bedrijven die ze promoten.

Choreograaf Dalton Jansen en regisseur Timothy de Gilde zetten Giselle geloofwaardig neer als meisje uit een arme buurt dat een hiphop crew van leeftijds- en buurtgenoten meesleept in haar ambitie om door te breken en beroemd te worden. Prins Albrecht is hier de celebrity met de geinig gekozen naam Lil’Albrecht (pakkend vertolkt door Leandro Ceder). Hij komt op vanuit het publiek, op de vlucht voor zijn roem. Hij is op van het leven via exposure; gedwongen om voortdurend verse content te leveren, fit en fris te blijven en te blijven lachen. Hij ontsnapt aan zijn kooi, in de persoon van manager Bathilde.

De crew van Giselle, een mooie rol van Djinti Sullivan, hangt op het betonnen pleintje onder de lantarenpaal. Het feit dat ze een dansgroep zijn, zorgt voor een goede afwisseling tussen tekst en dans. Niet alle spelers zijn even goed in alles, maar het wordt handig opgevangen in de flow waarmee de idiomen zijn verbonden. De delen waarin Bathilde op het plein verschijnt, een lekker vileine rol van Leendert de Ridder, zijn taliger. Vooral hier tonen Joachim Robbrecht en Nina van Tongeren zich lenige tekstschrijvers; ze weten de taal voor elk personage passend expressief te maken, maar mét ruimte voor de fysieke invulling van de rol via dans of spel. De Ridder is als een mix van Anna Wintour, Cruella de Vil en Voldemort de stokebrand die met oog voor Giselles kwetsbaarheid de actie in gang zet. Ze eet of drinkt niet, hoewel ze zegt dat ze dat wel doet: ‘Slurp, slurp, smoothie-slurp.’ Is dit een mens of een duivel?

In 75 minuten danst het stuk van Giselles gedreven ambitie naar het uitkomen van haar droom en de teleurstelling waar dat op uitdraait. En de geesten uit de klassieker? Die zijn abstracter vandaag; de standsverschillen zijn bedekt door klatergouden droombeelden.

Foto’s: Sanne Peper