Toen de dieren nog praatten was er seks. Punt. In Frankrijk had men het weleens over ‘amitiés et désirs particulièrs’ – versta homoseksualiteit en perverse liefde, maar dat was ver van ons bed. Vandaag overspoelen nieuwe woorden van Angelsaksische origine als queer, (non-)binair, appropriatie, transitie, intersectioneel, woke en ally onze taal om alles wat buiten de hetero-normatieve definitie van seks én identiteit valt te benoemen en te eren (en alles anders te verketteren). (meer…)
Mugmetdegoudentand speelt een nieuwe tekst van Nathan Vecht, Gidsland. In een paar scènes schildert Vecht een doembeeld van het ooit zo progressieve Nederland, dat verstrikt is geraakt in een ridicuul gevecht om het vinden van de juiste woorden voor een werkelijkheid, waarmee het verder niet echt van doen wil hebben.
Iedereen spint en wordt gespind. Van een weerbarstige, maar gedeelde realiteit is geen sprake meer. Werd er ooit gevochten om de juiste lezing van de werkelijkheid door politici, journalisten en opstandige burgers, heden is dat gevecht verzopen in een onderhandelen om het onderhandelen. Politici, volkszangers en klagende burgers vechten nu om aandacht in de media, terwijl omroeptypes aan de touwtjes trekken.
Lineke Rijxman regisseerde de ‘actuele komedie’ nauwgezet. De vier acteurs, Guy Clemens, Ilke Paddenburg, Anniek Pheifer en Xander van Vledder, wisselen voortdurend heel behendig van rol, maar blijven in hun spel uitermate dienstbaar aan de tekst. Er is alle ruimte om komisch te doen, geen aanleiding om diep te gaan. Aanvankelijk heeft dat een bevrijdende, hilarische werking: leve de spiegel die het theater ons voorhoudt. Maar na verloop van tijd vergaat je het lachen om de ongein, verpakt in Vechts prachtige herwerking van de catchy phrases waarmee Nederland zichzelf al schermend gaande houdt.
Of het nu de sociaaldemocraat is die een achterhoedegevecht levert met rechtse coalitiepartners over een humaan asielbeleid, of de alleenstaande moeder uit Groningen die al jaren vergeefs in gevecht is om haar NAM-schade vergoed te krijgen en haar frustraties uitleeft op asielzoekers, of de in hypocrisie grossierende omroepbazin wier bubble met een paar simpele vragen van een jonge journalist wordt doorgeprikt – allen grossieren in slagzinnen en jargon. Het tempo en de schunnige gemakzucht van De Wereld Draait Door lijkt te zijn doorgedrongen tot alle werkvloeren en keukentafels van Nederland. De spitsvondigheden en de morele praatjes stapelen zich op tot een ijzingwekkend niets.
Het gebrek aan verantwoordelijkheid dat de personages tentoonspreiden gaat gelijk op met de mate waarin ze het anderen voor de voeten werpen. De verlammende werking die hiervan uitgaat, levert een drama op zonder drama. Het is technische toneelspeelkunst. Gewoon je teksten blijven zeggen alsof het de eerste keer is. De slagzinnen blijven aanrollen. Niemand weigert ooit dienst. Hoe meer je je als publiek al lachend distantieert, hoe meer je onderdeel wordt van de korte-termijn logica van kijkcijfers, human interest en infotainment.
Eventjes lijken nieuwkomers – de puberende dochter van de Groningse vrouw, een in Groningen ingeburgerde asielzoeker en een jonge onderzoeksjournalist – nog een fris geluid te kunnen laten horen, noem het ‘gezond verstand’. Maar geen van de meer gezeten burgers lijkt daarin geïnteresseerd. Met formules als ‘hoe voelt dit nu voor jou’ en ‘we doen wat we kunnen en meer kunnen we niet’ wordt elke kritische notie gedetoneerd en houdt men de eigen toko gaande. Off the record wil de politicus nog wel zeggen dat hij het niet weet, maar zodra het programma weer live gaat, herneemt het circus zich als nooit te voren.
Het is ronduit freaky zo dienstbaar als de regie van Rijxman is aan deze doorgedraaide meta-regie. Je zou het braaf kunnen noemen, een wellmadeplay of wat dies meer zij. Maar juist het gebrek aan verzet of heldhaftigheid of zelfs maar ironie, in plaats daarvan de gelijkmatige toewijding aan de leegte, maakt Gidsland als voorstelling behoorlijk doeltreffend.
Foto: Sanne Peper