We zijn gewaarschuwd voordat Ghost Stories begint. De Britse horror-anthologie zou ‘momenten van extreme schok en spanning’ bevatten. Wie gillend de zaal uitrent, mag niet meer terugkomen. Of dat in de Nederlandse versie gaat gebeuren, lijkt onwaarschijnlijk. Ghost Stories is een verrassend tamme voorstelling, die suspense inruilt voor geluids- en lichteffecten om een reactie uit te lokken. (meer…)
Een oude vrouw zit midden op het toneel achter een tafel, bezaaid met ingelijste foto’s. Herinneringen. Is ze thuis? Een actrice in haar kleedkamer? Ze begint te vertellen. Herinneringen. Hoe ze als klein kind Marta Becket zag acteren in New York. Hoe Marta naar haar lachte toen ze het applaus in ontvangst nam. En daarna naar buiten liep, een saxofonist op straat zag spelen en dacht: dat kan ik ook.
Marta trok zich terug in een verlaten spookdorp in de woestijn, in Death Valley, en gaf zich daar over aan schilderen en toneelspelen. De oude vrouw bewondert en benijdt Becket, om de moed waarmee ze een succesvolle loopbaan als actrice opgaf en iets nieuws begon, in alle eenzaamheid, op een plek waar niemand naar haar kwam kijken. ‘Ze heeft haar jeugd hervonden!,’ roept ze uit, jaloers bijna.
De oude vrouw, gespeeld door Viviane De Muynck, is het voornaamste personage in Ghost Road van de jonge Waalse theatermaker Fabrice Murgia, met muziek van Dominique Pauwels. Murgia’s nieuwste creatie beleefde donderdag haar première op het internationale festival De Keuze van de Rotterdamse Schouwburg. De titel refereert aan de inspiratiebron: Murgia’s reis langs Route 66, de legendarische, in onbruik geraakte autoweg die loopt tussen Chicago en Los Angeles, omlijnd door grotendeels ontvolkte spookdorpen.
Op het doek achter De Muynck zien we haar andere bejaarde Amerikanen interviewen die zich, net als Marta Becket, hebben teruggetrokken in verlaten nederzettingen om tot zichzelf te komen. Ze zijn allemaal uitgeweken voor het drukke moderne leven, voor de grote stad, voor de mensen die willen ‘samenleven met anderen’.
De Muynck toont zich op film een innemende, inlevende ondervrager. Jeugdiger, frisser dan haar doorleefde, mijmerende personage op het podium. Een van de attracties van Ghost Road is dat het publiek voortdurend in onzekerheid verkeert wie via De Muynck aan het woord is. De oude vrouw op het podium? De Amerikanen op het witte doek? En in die interviews op het filmdoek – horen we daar niet de eigenlijke bedenker van dit project: de echte Viviane De Muynck? Of is zij toch de spreekbuis van maker Murgia? Met haar gebruikelijke allure bestookt de charismatische grande dame van de Vlaamse scène het publiek met deze ambivalenties.
Zij wordt begeleid en onderbroken door een andere oude vrouw. Operazangeres Jacqueline Van Quaille is misschien wel de grootste revelatie van Ghost Road. Haar stem is nog jonger en leniger dan de interviewtechniek van De Muynck. Zij zingt evergreens uit het operarepertoire, maar op zo’n vervreemdende manier, en op zulke ontregelende muzikale arrangementen van Pauwels, dat we nog maar flarden herkennen. Net zoals al die oude mensen uit Ghost Road langzaam hun ‘genetische herinneringen’ kwijtraken, doordat de vrienden met wie zij die deelden één voor één overlijden.
Murgia noemt zichzelf ‘onvermijdelijk een politiek theatermaker’, een ‘archeoloog van de toekomst, op zoek naar de oorzaken van de teloorgang van een beschaving’. Het Wallonië waar hij opgroeide, is net zo’n woestijn als Route 66: vol verlaten mijnen en staalfabrieken, waar de mannen vaak generaties achtereen werkloos zijn. Maar Ghost Road is bovenal een filosofische reflectie op individuen die blijven hangen in hun geromantiseerde verleden. Ietwat onevenwichtig nog: halverwege maakt een reeks gefilmde interviews er bijna een documentaire van. Wat beklijft is niettemin een mooie, poëtische, sfeervolle voorstelling.
(foto: Kurt van der Elst)