De Spaanse choreograaf Gustavo Ramírez Sansano brengt een artistiek saluut aan zijn cultureel erfgoed. Hij baseert zijn Carmen.maquia op de beroemde opera van Bizet, maar kiest voor modern ballet met invloeden van flamenco en paso doble, met een onverwachte afloop. (meer…)
Introdans presenteerde al meerdere werken van het Israëlische choreografenduo Inbal Pinto en Avshalom Pollak, maar met brengt met Gekkigheid nu een familievoorstelling die volledig aan hun werk gewijd is. Een titel die het duo recht en tekort doet, maar zeker voor de jongsten in de nok toe gevulde grote zaal wel volledig de lading dekt, vooral in het deel uit Wrapped, dat nu een zeer komisch intermezzo vormt.
Wordt voor de pauze nog besmuikt gegrinnikt, hier wordt hardop gelachen. In eerste instantie zien we niets meer dan een rood bankje, met daarop twee dansers (Merel Janssen en Jamy Schinkelshoek). Dat wil zeggen: we zien hun benen. In de daaropvolgende tien minuten een even adembenemende als hilarische choreografie waarbij beiden afwisselend volmaakt synchroon, in spiegelbeeld of juist tegen elkaar in converseren door middel van klakkende geluiden. Ze maken ruzie, leggen het weer bij, kletsen verder. Het is meer dan grappig, meteen herkenbaar, terwijl vooral zittend zo zeer complexe danspatronen ontstaan.
Zitten en vooral stoelen spelen eveneens een grote rol in de daaropvolgende Nederlandse première van Rushes, nog meer dan in het recente So you think you can stoelendans van Introdans. In Rushes wordt namelijk niet alleen gedanst met stoelen, maar zijn stoelen de dans, slechts gestuurd het ensemble. Een danser wordt een stoelenman en razendsnel verschoven stoelen vormen het loopvlak voor een processie.
Rushes is daarbij afwisselend tragisch en komisch, probeert vier dansers in een koffer te stoppen en wat oogt als een traditioneel duet is dat juist niet. De ballerina danst hier namelijk niet, maar glijdt, gestuurd door drie mannen, als over een ijsbaan. De keerzijde daarvan tonen Pinto en Pollak ook: het je buitengesloten voelen, meteen uitglijden als je op wilt staan, het onvermijdelijke vallen en opkrabbelen.
Daarmee sluit Rushes aan op What Good Would The Moon Be voor de pauze, eerder al te zien in Wonderland, waarin eveneens het individu (hier het gezin in de kast) geconfronteerd wordt met een muur van onbegrip maar desondanks doorgaat. Bijzonder fraai is daarbij het contrast van de sierlijkheid van het individu tegenover de houterigheid van één pak met vier dansers daarin, en de spiegeling daar weer van in de stoelendans van Rushes.
Met Gekkigheid onderstreept Introdans wederom dat het kan: abstracte dans met betekenis toegankelijk maken voor een groot publiek, ongeacht leeftijd. Dat is geen gekkigheid, wel heel bijzonder.
Foto: Pieter Henket