In de theatersolo Het ambitieuze verhaal van een niet-werkende millennial vrouw professional zijn alle 294 duizend niet-werkenden in Nederland teruggebracht tot 1 fictief personage, legt performer Dagmar Ketelaers bij aanvang uit. We kennen haar allemaal, dat personage: Milly, eind-twintiger, doet iets-met-marketing, is nooit op pad zonder laptop, staat algemeen bekend om haar ‘productiviteit’ en heeft niet echt hobby’s. Milly, altijd druk, totdat ze knapt. (meer…)
Kun je een depressie te boven komen wanneer je ondertussen twee jonge kinderen moet opvoeden? In Geen verhaal maakt theatermaker Laura van Dolron haar publiek deelgenoot van haar poging om het liefdesverdriet van haar scheiding te verwerken als alleenstaande moeder. Hoewel de kwetsbare monoloog sterk begint, verzandt Geen verhaal in problematische adviezen over het aanpakken van depressies en omgaan met pijn.
‘In een tijd waarin je op een afspraak met een therapeut maanden moet wachten, gebruik ik de theaterzaal graag als plek om onze pijn te helen, in plaats van toneel te spelen’, deelt theatermaker Laura van Dolron ons kort na aanvang met een kop thee in haar hand mee. Na haar scheiding ervoer Van Dolron dat de verantwoordelijkheden van een alleenstaande moeder weinig ruimte overlaten om liefdesverdriet adequaat te verwerken. Dat bleek een van de redenen te zijn dat zij in een depressie terechtkwam. In Geen verhaal zoekt Van Dolron naar een nieuwe verbintenis met haar publiek aan de hand van de inzichten die zij opdeed over pijn en rouw tijdens de verschillende pogingen om hier hulp voor te krijgen.
Met haar vorige voorstelling De nieuwe Laura (2021) werd Van Dolron gelauwerd als meesterverteller en die vaardigheid is zij in de tussentijd niet verleerd. Haar aanwezigheid op de vloer is aangenaam kalm en de ingetogen wijze waarop ze haar inzichten deelt maakt dat de monoloog de emotionele snaren dusdanig weet te raken zonder zoetsappig of meelijwekkend te worden. Van Dolron relativeert bijvoorbeeld op meerdere momenten haar verdriet en pijn door dit te contrasteren met ingrijpende, maatschappijbrede gebeurtenissen, zonder die pijn volledig weg te wuiven. Toen storm Corrie recentelijk over Nederland raasde kreeg zij meerdere bezorgde berichten over haar veiligheid, wat Van Dolron deed beseffen dat ze zich zelden zo veilig heeft gevoeld als op dat moment. En vergeleken met de vele explosies waar veel Oekraïners al meer dan twee weken dagelijks voor vrezen, blijken de kleine explosies van liefdesverdriet die zij voelt een stuk minder onoverkomelijk.
Geen verhaal is onmiskenbaar als stand-up philosophy, zoals Van Dolron de vorm van storytelling noemt die zij over de jaren heeft ontwikkeld. De gedeelde gedachten volgen elkaar prettig associatief op en Van Dolron weet in de heldere gedachtegang een fijne balans te vinden, waardoor haar ervaringen herkenbaar blijven zonder een bepaalde specificiteit te verliezen. Van Dolron vertelt haar verhaal vanaf een zo goed als kaal decor. Enkel een tafel met een thermoskan en een stoel met daarop het script staan naast haar op de vloer en vullen de intieme soberheid van haar reflecties over pijn en liefdesverdriet mooi aan. Ook de keuze om muzikant Frank van Kasteren vanaf de eerste rij de voorstelling op een akoestische gitaar eveneens sober te begeleiden, maakt de kwetsbaarheid van Van Dolrons verhaal sterk invoelbaar.
Helaas is Geen verhaal inhoudelijk een stuk minder sterk. Zo zijn de gedeelde observaties overwegend weinig uniek of vernieuwend: dat oude Disneyfilms kinderen een onrealistisch idee van een gelukkig leven aanpraten door vaak met een bruiloft te eindigen of dat enkel de mensen met liefdesverdriet zich bewust zijn van de vele liefdesliedjes die in de supermarkt gedraaid worden maar er juist miserabel van worden, zijn moeilijk baanbrekende inzichten te noemen. De meeste beschouwingen voelen door hun relatieve oppervlakkigheid onbevredigend aan, waardoor Geen verhaal de nodige diepgang mist in haar reflecties over liefde, pijn, empathie en troost.
Deze observaties en relativeringen leiden ertoe dat Van Dolron tegen het eind van Geen verhaal een aantal dubieuze conclusies over depressie deelt. Zo wordt het verlangen naar hulp en affectie van anderen, wat Van Dolron schitterend beschrijft als een wens om door iemand gedragen te worden, gereduceerd tot een bepaalde naïeve afhankelijkheid. ‘Ja, wij vrouwen kunnen iemand anders dragen’, aldus Van Dolron. ‘Maar zelfs dan lukt het ons niet langer dan negen maanden. Alleen je eigen benen zijn in staat om jou te dragen.’
Hierop volgt de geruststellend bedoelde mededeling dat ook de sombere gedachten die bij een depressie komen kijken na verloop van tijd weer wegtrekken, als je maar geduldig genoeg bent. Van Dolron poneert het individualistische idee van depressie als een probleem dat bij jezelf ligt en alleen door jouw inzet verholpen kan worden niet als haar persoonlijke ervaring, maar als een universele waarheid. Hulp van buitenaf, of het nu vrienden zijn die altijd het verkeerde zeggen of alternatieve therapeuten die nauwelijks van kwakzalvers te onderscheiden zijn, biedt zelden de oplossingen die door middel van zelfredzaamheid en introspectie wel te bereiken zijn. Door depressie op deze manier te benaderen, presenteert Van Dolron het meer als een kwestie van persoonlijke verantwoordelijkheid dan de geestesziekte die het feitelijk is.
Laura van Dolron brengt met Geen verhaal een kwetsbare en persoonlijke monoloog, waarin zij openlijk spreekt over haar pijn en verdriet om zo dichter tot haar publiek te komen. De oprechtheid waarmee zij deze toenadering zoekt en zo dit leed beter bespreekbaar probeert te maken, staat van begin tot eind buiten kijf. Het is zonde dat Geen verhaal uiteindelijk een achterhaald, neoliberaal perspectief inneemt waarvan verschillende onderzoeken uitwijzen dat het depressies eerder in de hand werkt dan tegengaat.
Foto: Moon Saris
Ik heb de voorstelling helaas niet gezien maar met interesse de recensie gelezen. De uitsmijter van de recensent verbaast me nogal. En is volgens mij een primeur. Om zijn stellingname te onderbouwen verwijst hij via een hyperlink naar twee lijvige wetenschappelijke artikelen. Ik heb ze gelezen. Maar waarom dan deze twee artikelen? Is er ook wetenschappelijke tegenspraak? Zijn er dissidente opinies? En is de recensent een specialist op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg (dat suggereert hij wel maar dan verwacht ik meer context hierover) of is hij zelf op onderzoek uitgegaan.
Een stevige mening is geen probleem, maar ik vind het wel problematisch als die in een recensie over een kunstwerk onderbouwd moeten worden met wetenschappelijke artikelen. Het maakt me wantrouwig. En is dat de academische weg die we willen bewandelen? Liever hoor ik een meer persoonlijke stellingname.
Kan ik me totaal niet in vinden. Ik vind het juist een enorme toegevoegde waarde dat Nuno het ook van deze kant belicht. Hij geeft (imo meer dan terecht) aan waarom hij de conclusie van de voorstelling achterhaald vindt en onderbouwt zijn redenering met twee bronnen die dit onderstrepen. Geen idee wat hij hierin anders had moeten doen.
Het idee dat een depressie als probleem alleen bij jezelf ligt is niet alleen achterhaald maar kan zeer schadelijk werken. Het is goed dat Nuno dit onderstreept.
Sterke recensie.
Ik kan na zowel deze recensie en de recensies van NRC en Volkskrant trouwens ook niet wachten om de voorstelling te gaan zien. Klinkt enorm intrigerend en als een bijzondere en kwetsbare monoloog.
Ik vind dit een nogal bizarre en kwalijke recensie. Niet voor Laura, mij of de lezer, maar voor het theater. Volgens mij is een uitspraak van Micha Wertheim in deze een mooie; het theater is een morele vrijplaats. Van Dolron heeft iets meegemaakt, heeft daar gedachtes over en deelt die met ons. En de een zal het er daar mee eens zijn en de ander niet. Ik vond bijvoorbeeld dat ze helemaal niet met universele waarheden kwam. Eerder met enorm persoonlijke gedachten, die daardoor universeel en herkenbaar werden. Daarbij vind ik dat omgaan met een depressie altijd met verantwoordelijkheid te maken heeft. Hulp zoeken of wachten tot het voorbij gaat is verantwoordelijkheid nemen. Op wat voor manier ermee omgaan is verantwoordelijkheid nemen.
Maar of de recensent, ik of iedere andere kijken het eens is met de maker doet er geen reet toe, want het gaat niet om de waarheid of ‘het eens zijn’ bij kunst. Dat is juist het leuke. Als je harde feiten wil weten over depressie dan kan je inderdaad artikelen en onderzoeken lezen. Maar als je getroost, geraakt en geprikkeld wil worden door naar de gedachten van iemand te luisteren die zoiets mee heeft gemaakt en je je daardoor even minder alleen voelt, dan moet je naar deze voorstelling gaan.
Sinds wanneer moet kunst wetenschappelijke data herbevestigen? Ik denk dat er wetenschappelijk onderzoek kan zijn dat volledig feitelijk en dus naar waarheid zegt hoe de zaken er voorstaan. En tegelijkertijd is er de kunstenaar die zegt: ik ervaar de wereld zo, ik ervaar deze gedachte als hoop, ik ervaarde dit als een uitweg. Blijboom zal nog een zware dobber krijgen aan Wachten op Godot (het blijkt dat negen van de tien mensen na drie kwartier wachten weggaat), Van Gogh (de wereld is geen streepjes) en Animal Farm (…..). Hopelijk weerhoudt hij zich dan van mansplaining, gewoon omdat dat wel mannen zijn.
Wij hadden een heerlijke, pijnlijke, maar mooie avond. Wij gingen er open in en kwamen er rijker uit.
Ach, een recensent die vindt dat hij zijn publiek kan betuttelen en zich boven alle partijen stelt.
Wat een rare reacties.. Iedereen is boos omdat nino schrijft dat het niet goed is om tegen mensen die depressief zijn te zeggen dat het wel overgaat en dat ze het helemaal zelf moeten oplossen en onderbouwt dit met onderzoeken die dit aantonen, terwijl laura aan het begin van de voorstelling hetzelfde doet..
Of zijn jullie allemaal de scene aan het begin vergeten waarin laura allemaal goed bedoelde opmerkingen van haar vrienden noemtt die haar totaal niet beter deden voelen omdat haar liefdesverdriet nog te groot was?
Nunu Blijboom, just checking: jouw conclusie is dus dat Laura van Dolron met deze voorstelling depressies bij toeschouwers in de hand kan werken?
Als dit de reacties zijn wanneer een jonge recensent én de wetenschap (!) voorstellen om op een andere manier naar depressie te kijken, begrijp ik wel waarom het aantal jongeren met depressieklachten in NL blijft groeien.
Hoe ben je in vredesnaam tot die conclusie gekomen? Dat wordt toch helemaal niet gesuggereerd?
Het enige wat Nuno hier volgens mij doet is aangeven dat hij de conclusie van de voorstelling achterhaald vindt en met bronnen aangeeft waarom. Ik snap niet zo goed waarom mensen hierover vallen.
Als er al een probleem is, dan is dat uiteraard niet dat de recensent waarschijnlijk beoogt het op te nemen voor mensen met depressie (noch dat hij “jong” zou zijn: dat paternalisme!). Het gaat erom dat hij eerst stelt dat het om persoonlijke ervaringen van deze kunstenaar gaat en deze vervolgens opvat en evalueert als potentieel schadelijk “achterhaald neoliberaal perspectief”.
Het meest problematisch lijkt me hier dat Nuno Blijboom zich uitspreekt tegen een stelling die Laura van Dolron helemaal niet verkondigt. Vrienden en therapeuten zijn juist cruciaal in haar verslag van voorzichtig herstel, al deelt ze inderdaad ook plaagstootjes uit naar goedbedoelde opmerkingen die toch de plank misslaan. Maar dat is echt iets heel anders dan beweren dat een depressie een persoonlijk probleem is en je het maar zelf op moet lossen. Dat is eerder de cynische interpretatie van de recensent zelf, dan het betoog van Laura.
heel sjiek van een recensent van de volkskrant om een collega waar ze het niet mee eens is problematisch en cynisch te noemen…..
Ze noemt niet Nuno Blijboom zelf maar zijn interpretatie cynisch en een uitspraak van hem problematisch, René, zoals je dat doet bij inhoudelijke kritiek. Je rukt nu haar uitspraken uit zijn verband.
Sterke noodzakelijke recensie. Heb met eigen ogen gezien wat er kan gebeuren als mensen zich afkeren van zorgverleners. Als de scepsis het overneemt van het gezond verstand. Als theatermaker heb je een verantwoordelijkheid en daar mag een recensent, nee moet een recensent kritisch op durven en kunnen zijn.
Misschien kan Herien Wensink de volgende keer vragen of een recensent met wie ze het oneens is aan wil schuiven bij de Criticitafel podcast zodat hij in een gelijkwaardige setting weerwoord kan bieden, in plaats van dat ze zich aansluit bij de boze menigte in de commentsectie.
Want de recensent kan geen weerwoord bieden in de commentsectie onder het door hem zelf geschreven artikel? Op een inhoudelijke reactie? Wat een onzin, Cas.
Herien Wensink maakt enkel gebruik van de mogelijkheid om haar mening te uiten. Nuno kan hier gewoon reageren hoor. Zeer gelijkwaardig. Ik snap de boze menigte opmerking niet. Ik vind het wel een goed idee van Cas om dit gesprek serieus op te pakken (kom op theaterkrant!) Zijn kunst en wetenschap hetzelfde? Is het de taak van een recensent zijn mening wetenschappelijk te onderbouwen? Wat betekent dit dan voor de relatie tussen makers en recensenten? En wat houdt dit in voor theater waarbij vanuit een grote individuele urgentie en kwetsbaarheid voorstellingen worden gemaakt. Een belangrijke stroming die stem geeft aan veel ongehoorde en pijnlijke verhalen. Kan dat werk niet waar zijn? Daar maak ik me wel zorgen om. Dus graag een vervolg.
Het was een heel mooie voorstelling. Misschien is wat Laura beschrijft een vorm van verdriet en is depressie hier een verkeerd begrip. En verdriet, ja daarvoor geldt dat tijd alle wonden heelt.