De muzikant komt op. Zijn instrumentarium bestaat uit toetsenborden, een computerscherm, panelen met knoppen. Hij nestelt zich aan tafel onder een schemerlamp. Ook de tekenares verschuilt zich onder een knusse schemerlamp. Reusachtige projecties tegen de achterwand en via een overheadprojector laten zien wat zij maakt: tekeningen die helder en strak zijn van lijnvoering, meteen herkenbaar. Een zieke jongen in bed. Een verliefde man onder aan een trap en de vrouw in wijdvallende jurk boven aan diezelfde trap. Dan is er de schrijver, in het zwart gekleed, witte gymschoenen. Hij gaat achter de microfoon staan en reciteert kalm, zonder theatrale pose, een tikkeltje ingetogen teksten.
De voorstelling heet Geen pijn of wat dan ook en is gebaseerd op het boek Eleven kinds of loneliness (1962) van de Amerikaanse schrijver Richard Yates. Deze verzameling korte verhalen beschrijft de eenzame levens van de gemiddelde burger in Manhattan; een personage dat regelmatig terugkeert is Walter Henderson, een man die een dageljks gevecht levert met de grauwheid van het gewone bestaan.
Schrijver Ivo Victoria treedt op als vertellende instantie, als acteur, en hij laat de prachtige teksten van Yates meevoeren op de klankstroom van de soundscape van Arne van Petegem. Bij elk kort verhaal is de klank anders, nu eens bitter en hard en dreigend, dan licht en dansant. Ook kan Van Petegem zinderend-agressieve klanken creëren. Literaire auteurs treden steeds vaker op als performer, die zich laten bijstaan door muzikanten. De Vlaming Tom Lanoye is de grote meester van dit genre. Lanoye is een volbloed acteur, een geniale performer. Ivo Victoria, ook van Vlaamse komaf maar al geruime tijd woonachtig in Amsterdam, treedt met Geen pijn of wat dan ook op bescheiden wijze in het voetspoor van Lanoye. Zijn donkere dictie harmonieert fraai met de klanken van Van Petegem.
Het optreden van schrijver en muzikant is niet overweldigend, eerder sfeervol en intiem, een huiskamerconcert voor stem en elektronica. Er zitten juwelen van verhalen tussen, prachtig geïllustreerd door Eva Mouton die de tekeningen veelal live via de projector uitbeeldt. In snelle, schetsmatige trekken zien we hoofdpersoon Walter Henderson bij zijn werkgever aan tafel. De machtige werkgever rijst boven de arme werknemer uit; deze krijgt zijn ontslag aangezegd. Mouton werkt ook met uitgeknipte figuren die met hun zwarte silhouetten een sfeer van dreiging geven. Met enige fantasie kunnen we het plateau waarop zij haar tekeningen en figuren legt beschouwen als een toneelpodium, waarop de personages immers tevoorschijn komen en weer afgaan. Zo krijgt de voorstelling dankzij deze picturale toevoeging een interessante theatrale betekenis. Victoria kan iets wat slechts weinig schrijvende collega’s kunnen: hij is een begenadigd zanger. Het Geen pijn of wat dan ook-lijflied heeft, dankzij de toetsenklanken van Van Petegem, de sfeer van een rauw en hees, en toch ook ingetogen gezongen, nachtelijk lied.
Alles draait in de voorstelling om eenzaamheid, niet de grootse eenzaamheid, maar die van alledag, van de eenzaamheid in een tram, in een ziekbed of op de hoek van een straat. Yates koesterde een bijzonder levensvraag voor zijn fictieve personages: ‘Waar halen we de pretentie vandaan zoveel van het leven te verwachten?’ Ja, dat is een klemmende vraag, waarop deze voorstelling in sfeer, tekst en beeld een subtiel antwoord geeft.
(foto: Ivo Victoria)