Op afstudeerfestival ENTER begeleidt Theaterkrant 15 nieuwe theaterwerkers bij hun eerste recensies. Deze recensie is geschreven door een van de begeleiders van het traject, Wendy Lubberding. |
Op afstudeerfestival ENTER begeleidt Theaterkrant 15 nieuwe theaterwerkers bij hun eerste recensies. Deze recensie is geschreven door een van de deelnemers van het traject, Rinke Brans. |
In Gebaseerd op waargebeurde uitspraken nemen Aron Schaap en Ousmane Bangura (beiden afstudeerders van de HKU Acteursopleiding) ons op vermakelijke wijze mee in de dynamiek van hun vriendschap. Door de in straattaal verpakte humor wordt het publiek niet alleen aan het lachen gemaakt, maar ook aan het denken gezet.
In de foyer van Zaal 3 zit het publiek te wachten tot de voorstelling begint. Bangura komt tevoorschijn en blijft ongemakkelijk het publiek in staren, hij wacht geërgerd op zijn te late kompaan. Zodra Schaap binnenkomt begint de show: snelle grappen, straattaal (‘Broer ik zweer, ik ben met je’) en geroddel over collega’s. In de rol van bevriende werknemers – ze zijn door een uitzendbureau gestuurd om Zaal 3 van horeca te voorzien – laten ze hun werkelijke vriendschap doorschemeren.
Met deze voorstelling willen de makers onderzoeken of ze hun dynamiek, waarvan vrienden vaak zeggen dat die vermakelijk is, op de vloer kunnen overbrengen. Dat is zeker gelukt. Het is meteen duidelijk dat de twee goed op elkaar zijn ingespeeld. Zelfs tijdens het opnemen van bestellingen (waardoor er een soort miniperformance per tafel ontstaat) stoppen de luidruchtige gesprekken niet. De ene na de andere opmerking over chickies, Geert Wilders en voetbal vliegt door de lucht.
Aan het begin is het spel nog ietwat houterig. Je merkt dat ze hun normale manier van doen hebben geprobeerd te vangen in tekst (geschreven door Jonas van Dalen van HKU Writing for Performance) en nu aan het naspelen zijn. Dit vergeet je echter al snel door het hoge tempo waarop de mannen grappen maken, die overigens af en toe wel à la mannen-onder-elkaar vrij denigrerend richting vrouwen zijn.
Alleen maar grappig is de voorstelling zeker niet. In de scènes – gebaseerd op waargebeurde uitspraken – worden ook inhoudelijke thema’s aangekaart. Zoals de gevoelige vraag waar iemand ‘echt’ vandaan komt, een beladen vraag in het kader van racisme. Bangura maakt heel duidelijk dat hij het niet waardeert wanneer Schaap hem deze vraag stelt.
Even later overschrijdt Bangura op zijn beurt een grens van zijn collega, met een grap over diens overleden zusje. Het zijn korte, explosieve botsingen, waarbij belangrijke thema’s worden aangestipt, maar waarbij de spelers niet extreem de diepte ingaan. Het maakt me nieuwsgierig naar wat voor gesprekken er zouden ontstaan als ze de kans krijgen deze voorstelling verder uit te werken.
Als eerst Schaap en later Bangura even alleen is met ons, zien we meteen een andere kant van ze: op rustigere toon sommen ze uitspraken op die hen door de jaren heen zijn bijgebleven. Hiermee laten de makers zien dat je ook bij je beste vrienden een bepaalde versie van jezelf bent, en dat je samen ook vaak een bepaalde performance aan het doen bent.
Hun vrienden hadden gelijk: vermakelijk is de dynamiek tussen deze twee zeker. Ik ben vast niet de enige als ik zeg dat ik hier graag een avondvullende voorstelling van zou zien. Tegen het einde verzucht Bangura dat hij maar weer teruggaat naar Amsterdam, en dan blijkt Schaaps eerdere vraag gewoon een misverstand: dus dáár kom je vandaan! Dat bedoelde ik! Grote opluchting en de zoveelste lachsalvo in het publiek. Al dansend gaan de vrienden af.