Het is al weer een tijdje geleden dat ik boze toeschouwers, boe-roepend, het theater heb zien verlaten. Gisterenavond, in het Groningse Grand Theatre, gebeurde dat weer eens. De aanleiding was niet de kwaliteit van de voorstelling (althans, daar ga ik vanuit) maar de inhoud van een speech die wordt afgestoken aan het eind van Catarina and the Beauty of Killing Fascists van de Portugese theatermaker Tiago Rodrigues. (meer…)
Van de nood een geweldige deugd maken. Dat is wat de Argentijnse regisseur Guillermo Cacace gedaan heeft in zijn regie van De meeuw van Tsjechov. Toen hij in 2020 aan het stuk begon te werken, zo vertelt hij voorafgaande aan de Nederlandse première van Gaviota, brak de wereldwijde pandemie uit. Noodgedwongen werd er op afstand gerepeteerd, via zoom. De vijf actrices zaten achter hun beeldscherm, met niet meer mogelijkheden om hun rol in te kleuren dan met hun mimiek en hun stem.
Dat sloot wonderwel aan bij de benauwde wereld die Tsjechov opriep, een wereld waarin de karakters muurvast zitten, opgesloten in hun eigen emotionele binnenwereld, niet in staat de ander te bereiken. Dat gegeven heeft Cacace vertaald naar een setting, die kaal en gestript is.
De vijf personages zitten nu weliswaar in één ruimte, maar aan een grote tafel op stoelen waar ze de hele voorstelling niet van af komen. Tussen hen in een handjevol toeschouwers, de overige eromheen. Geen decor, alleen wat chipszakken op de tafel, beduimelde scripts en enkele halfvolle glazen. Tsjechov teruggebracht tot zijn essentie.
Daartoe heeft Cacace ook enkele personages geschrapt en bediende Masja tot de spil van de voorstelling gemaakt. Zij is de trait-d’union tussen de scènes én tussen de andere personages. Zij is het ook die aan het begin van de voorstelling zegt dat ‘het belangrijkste op deze aarde is om geliefd te worden door degene van wie je houdt’. Precies dat is er wat maar niet wil gebeuren in dit melodramatische verhaal.
Irina Arkadina is de actrice op leeftijd die haar gouden jaren achter zich heeft liggen, haar zoon Konstantin (Kostja) wil schrijver worden, Boris Trigorin is dat al, een zeer beroemde zelfs. Buurmeisje Nina ten slotte droomt van een bestaan als actrice. In een onontwarbare kluwen van gefnuikte liefdes verhouden zij zich tot elkaar. Arkadina heeft iets met schuinsmarcheerder Trigorin, Kostja houdt van Nina die op haar beurt verliefd is Trigorin. Masja houdt van Kostja. Tragischer kan het niet. Vijf dolende zielen voor wie niets anders dan een groot gevoel van eenzaamheid is weggelegd.
Het is adembenemend om te zien hoe de actrices aan tafel, midden tussen het publiek, deze karakters verbeelden. Uiterst secuur in hun expressie, hartverscheurend in hun wanhoop. Smachtende blikken, voelbare machteloosheid. Er wordt geschreeuwd of gefluisterd, er vallen van betekenis zwangere stiltes, je ziet de tranen biggelen.
Ontdaan van alle theatrale opsmuk is Gaviota in de eerste plaats een hartstochtelijke ode aan het acteren.
Foto: Jan Westerhof