Het Ro Theater introduceerde de Libanees-Canadese toneelschrijver Wajdi Mouawad (1968) in Nederland. Zijn van oorlog en hoop doortrokken Branden werd een hit bij publiek en kritiek. Ook Kust werd uitstekend besproken. Met Bossen heeft het Rotterdamse gezelschap opnieuw iets moois in handen. Alize Zandwijk regisseerde het stuk evenwichtig en helder. Als je Bossen van Wajdi […]
Een jongen krijgt een videocamera cadeau. Hij filmt de boerderij van zijn grootouders, legt vast hoe een varken met een slachtpistool wordt doodgeschoten. Steelt dat pistool. Lokt een meisje mee. Zet het slachtpistool op haar borst. Schiet haar dood. Het varken was meteen dood. Het meisje niet. De jongen blijft filmen.
Maria en Jesus Maria zijn een tweeling. Nadat Maria geboren was, bleek er nog een tweede kind achteraan te komen. ‘Jesus Maria!’, schreeuwde hun vader. Niet veel later is hij bij hun moeder weggegaan. Net zoals de tweeling later zelf ook zal doen. Het is hun eerste poging om te ontsnappen armoede en ellende, om het heft in eigen hand te nemen.
Ze belanden op de tweede etage van een aftands appartement, slapen op stapels vergeelde matrassen tussen afgebladderd behang. Zij doodt de tijd met armoedige baantjes en verveelde seks, hij kijkt keer op de keer de homevideo van de jongen met het slachtpistool. Andere mensen zouden pillen nemen om de realiteit te verdoven. Ze hebben alleen contact met hun buren: een travestiet-waarzegsters en een terminaal zieke porno-acteur van weleer. Het wachten is, kortom, op een wonder.
Gaunerstück van regisseur Alize Zandwijk is een coproductie van het Ro Theater en het Deutsches Theater Berlin, en ging ruim een jaar geleden in Duitsland in première. In het kader van het afscheid van Zandwijk, die per 2017, na tien jaar als artistiek directeur bij het Ro Theater te hebben gewerkt, vaste regisseur bij Theater Bremen wordt, is de voorstelling twee keer in Nederland te zien.
Scenograaf Thomas Rupert plaatste Gaunerstück in een vaal, vervuild appartement, met metershoog afgebladderd turquoise behang – alsof iemand in een poging uit die ruimte te ontsnappen krampachtig tegen de muren probeerde op te klimmen, zijn nagels in het behang klauwend. Veel te hoog geplaatste ramen, waar de acteurs soms tevergeefs naar trachten te reiken, laten geen spoortje van hoopvol licht de kamer binnen vallen. Niettemin wassen twee wasmachines het linnengoed kraakhelder wit.
De tweeling wordt gespeeld door vier acteurs. Judith Hofmann (DTB) en Fania Sorel (Ro) spelen Maria en Hans Löw (DTB) en Miquel de Jong (Ro) haar broer. De personages worden steeds door beide acteurs tegelijk gespeeld. Zandwijk springt daar losjes mee om: dan weer lijkt er een harmonieuze eensgezindheid tussen de twee te zijn, dan weer spelen ze hun rol net even anders, alsof ze het niet eens zijn met de invulling van een bepaalde scène. Op speelse wijze personifieert dat de immer voortdurende tweestrijd die zich in meer of mindere mate altijd in het leven manifesteert.
Beppe Costa componeerde de muziek, die hij – als uitgerangeerde pornoacteur Porno-Otto (op zijn Duits uitgesproken op de één of andere manier nog smeriger) – vanaf een dun, bevlekt matrasje in de hoek van het toneel verzorgt. De Duitse Elias Arens speelt waarzegster Madame Bonafide en Herr Wunder: het wonder waarop de tweeling zo lang wacht en die zich terstond aandient in de gedaante van een enigszins malafide juwelier. Dat wonder grijpt de tweeling dan ook met beide armen aan. Tenslotte: ‘Wij willen ook een onvergetelijke toekomst, en wel nu!’
Schrijfster Dea Loher schreef een rauw en hoopvol drama, waarin ze met veel gevoel voor poëzie krachtige beelden oproept. Ze inspireerde Gaunerstück losjes op een waargebeurd verhaal. De speelstijl is vooral frontaal, het publiek krijgt de armoede in het gezicht gesmeten in met name vertellende scènes en fysieke, geabstraheerde momenten waarop de personages letterlijk uit hun levens willen breken. Ondanks de heftige thematiek brengen Loher en Zandwijk voldoende lichte en humoristische elementen aan. Zo worden deze getroebleerde mensen niet alleen schitterend schrijnend, maar vooral prachtig hoopvol.
Foto: Arno Declair