Voor Theaterkrant schrijven meer dan dertig recensenten. In een serie interviews stellen we ze voor aan onze lezers. Vandaag: Gina Miroula, van jongs af aan houdt ze zich al bezig met theaterkritiek en nu schrijft ze voor Het Parool en Theaterkrant. ‘Mijn recensiestijl is meer invoelend dan technisch.’ (meer…)
Een van de kunstwerken uit de vaste collectie van Museum de Pont in Tilburg heet Descent into Limbo, van de Britse kunstenaar Anish Kapoor. Het is een gitzwarte cirkel in een kleine nis in het museum, en het werk speelt een voortdurend spel met je zintuigen: is het een plat vlak of een oneindig diepe leegte? Ongetwijfeld lieten Melanie Florschütz en Michael Döhnert zich door dit werk inspireren voor de verstilde objecttheatervoorstelling Een gat is meestal rond, waar Festival 2 Turven Hoog gisterenmiddag mee opende.
Het jeugdtheaterfestival voor kinderen tot zes jaar presenteert dit jaar veertien jeugdproducties uit binnen- en buitenland. Melanie Florschütz en Michael Döhnert zijn van origine respectievelijk poppentheatermaker en muzikant, en hun werk wordt daar sterk door beïnvloed. Het levert in Een gat is meestal rond een fascinerende, geheimzinnige voorstelling op – waarin nieuwsgierigheid en fantasie centraal staan.
Florschütz en Döhnert begeven zich in een vrijwel gestripte ruimte, waar aan een draadje een lamp hangt die nodig moet worden vervangen. Terwijl ze daarmee bezig zijn, ontstaat er ineens – uit het niets, lijkt – een rond, zwart gat op de vloer. Het geluid van druppelend water klinkt. Snel een kleed erover, maar dan verschijnen overal zwarte gaten.
Al snel wordt het fascinerend: uit de zwarte gaten komen nieuwe zwarte gaten tevoorschijn. Sommige zijn identiek, andere anders van vorm. Eentje heeft de vorm van een telefoon, dan weer vier zwarte vlakken, die op de achtermuur geplakt worden en zodoende een raam vormen. Een raam naar de zwarte duisternis weliswaar. Uit sommige gaten komen, behalve nieuwe gaten, ook geluiden.
Florschütz en Döhnert spelen daarbij voortdurend met perspectief en diepte. Wel is het na verloop van tijd wat veel van hetzelfde. Qua sfeer blijft de voorstelling statisch. De makers richten zich uitsluitend tot elkaar en de toneelwerkelijkheid, de voorstelling blijft daardoor wel erg in zichzelf gekeerd.
Een gat is meestal rond is gelukkig lekker mystiek en wordt nergens illustratief; dat activeert bij het jonge publiek de fantasie. Angst en nieuwsgierigheid strijden voortdurend om voorrang. De voorstelling is – voor de kinderen die daarvan houden – lekker eng: zichzelf vermenigvuldigende zwarte gaten waar galmende ruis (en soms een honende lach) uit komt, dat is natuurlijk nachtmerriemateriaal bij uitstek.
Foto: Thomas Ernst