Liza van Brakel (1994) is het ‘fietsmeisje’ van het circus. En ook van het straattheater. Met haar wielrenfiets racet ze ’s zomers naar de festivals en treedt ze op, met niet meer dan haar fiets en drie kegels. Filmmaker Sven Peetoom volgde haar in de zomer van 2022 en de verregende zomer van 2023. De documentaire heet Galop naar haar gelijknamige fietstoer en wordt vertoond tijdens het festival This is not a circus.

Je kunt je als bezoeker afvragen wat haar fietscapriolen te maken hebben met circustheater. Ogenschijnlijk niet veel. Peetoom volgt haar hoe ze onderweg gaat met haar fiets en aanhangkarretje met twintig kilo bagage vanaf haar boot, de Kikvors, aangemeerd in Rotterdam. We zien haar wegfietsen, we zien haar onderweg, maar het lot slaat toe: ze krijgt pijn in haar onderrug, hard als een plank voelt het aan. Veel leed in dit eerste deel van de documentaire, waarna ze de tocht afblaast. Een jaar later durft ze het wel aan en voelt ze zich fysiek beter: als een speer raast ze met haar fiets over de wegen. Ondertussen vertelt ze dat ‘Nederland is gemaakt om al fietsend te ontdekken’ en dat ze van jongs af aan al van circus houdt. En van fietsen. Die twee samenbrengen is haar artistieke roeping.

Voor de filmvertoning in Amsterdam lijkt Van Brakel zelf te laat te komen. Peetoom krijgt een telefoontje, Van Brakel is dichtbij, ze fietst langs de Stadsschouwburg en rijdt enkele minuten later pardoes de Palonizaal van Theater Bellevue binnen. Ze draait soepel rondjes op haar fiets, jongleert ermee door eronder te gaan liggen, door het frame te kruipen, de fiets te laten balanceren op één hand. Het is als een dans met de fiets, een ode aan de tweewieler.

Na de korte act krijgt het publiek de documentaire te zien. Ze treedt op bij festivals als de Clinch in Clinge, vlak tegen de grens met België, op Festival Boulevard in Den Bosch en op Oerol, Terschelling. Telkens zien we dezelfde performance, er zit niet veel variatie in en de spanningsopbouw lijkt te ontbreken. Rondjes draaien, acrobatische toeren uithalen met de fiets, haar helm op de rug meedragen, soms draait ze het voorwiel los en laat dat vrij in het publiek lopen. Geweldige muziek, die mooie ritmiek geeft, begeleidt de documentaire, gecomponeerd door Roel Gosto Vermeer.

Van Brakel brengt haar voorstellingen uit onder hoede van Tent, huis voor hedendaags circus, tevens verantwoordelijk voor het festival. De beelden van de fietsende Liza zijn mooi. We zien haar contact leggen met bezoekers op campings waar ze staat; we zien haar tussen de schapen, over verregende landweggetjes; er is vooral veel gedoe over dingen die mislukken, blessures, regen, wind, nattigheid. Ondanks dit alles voltooit ze haar fietstoer van ruim duizend kilometer door Nederland. Graag hadden we toch meer over het artistieke proces willen weten. Hoe oefent ze? En vooral, wat is de band tussen haar fietsende act en het circus?

Minder fietsen en meer artistieke duiding zouden welkom zijn geweest. Na enig nadenken kom je er wel achter dat in het officiële circus ook altijd fietsacts zijn, vooral met eenwielers. Ook weten we niet welke haar inspiratiebronnen zijn, behalve die ene opmerking dat ze van circus houdt, maar dat is te weinig om deze documentaire te rechtvaardigen.

Na afloop krijgt ze de Jonge Makersprijs uitgereikt voor haar circusacts maar vooral, zoals het juryrapport van Tent benadrukt, door de manier waarop ze verbindingen legt tussen haar act en het publiek. Ze maakt, al fietsend en jonglerend, vrienden. Dat laatste – het aangaan van vriendschappen – is geen artistiek-inhoudelijk argument, het is wel innemend. Het is het meest interessant dat de toeschouwer haar fiets beschouwt als een tweede, live-performer. Zowel de documentaire die drie kwartier duurt als haar korte performance leggen geen band met het hedendaagse circus, terwijl haar fietsact, zoals ze zelf verwoord, wel degelijk voortkomt uit het circus. Dat is toch een omissie in de documentaire, Peetoom laat dat niet zien en hij vraagt er niet naar. Een van de toeschouwers op het festival Oerol merkt op, als ze aan komt rijden bij het kerkje van Midsland: ‘Kijk, daar komt het fietsmeisje’. Dat is treffend uitgedrukt.

Foto’s: Stills uit de documentaire Galop