Hoe gaan we om met verlies, willen we liever vergeten of koesteren we de herinnering? In Funeral ontfermt het Vlaamse gezelschap Ontroerend Goed zich over het begrip eindigheid in een concept vol herkenbare rituelen.

Funeral kent net als veel voorstellingen van Ontroerend Goed een interactieve stijl, collectief is de beleving ditmaal. Voor we de zaal ingaan worden we vast ingeleid door de begeleiders om vervolgens in een sfeer van gepaste ernst te worden meegevoerd door een ruimte die voortdurend verandert.

We schudden elkaars handen en lopen in lange rijen door een smalle gang, behangen met donkere doorzichtige gordijnen. Het licht is uitgekiend en sober. Op een alternatieve zit luisteren we naar flarden tekst, die de acteurs (waaronder Josse De Pauw) uitspreken in de hoeken van de ruimte. Samen vormen ze een collectieve herinnering. Er is een centraal punt waar het allemaal om draait. We aanschouwen dat sacrale midden vanuit de verte. Even later, als de ruimte is getransformeerd, staan we om datzelfde punt heen.

Er is vuur, er is een speech, we brengen ons eigen verlies in en zingen. Regisseur Alexander Devriendt provoceert nergens in de reeks rituelen waarlangs hij zijn publiek leidt. Soms transformeren ze. Handen schudden is hier bijvoorbeeld geen condoleance, maar vooral een manier om kennis te maken.

Toch ligt de theatrale herschikking van elementen ook heel dicht bij de werkelijkheid. Niet alleen qua vorm, ook in mentale zin. Wat is Funeral eigenlijk anders dan een re-enactment van het afscheidsritueel? Juist, er is niemand overleden. En toch memoreren we!

Elk begrafenisritueel brengt mensen bijeen, markeert verliezen en confronteert ons met sterfelijkheid. Dat is er vaak zo onverwacht aangenaam aan. Funeral doet dat net een tikkeltje explicieter. In zijn intimiteit weet de voorstelling de anonimiteit te bewaren. Dat is wel bijzonder aan deze participatieve levensles, die vooral een pleidooi is voor het koesteren van de dood.

Foto Ans Brys