Een echte Molenbekenaar. Dat wil danser en choreograaf Yassin Mrabtifi ons in zijn soloperformance ‘From Molenbeek with Love’ voorschotelen. Helemaal eerlijk is het niet om de danser vertegenwoordiger te maken van de veelbesproken Belgische buurt. Maar voor een uur neemt hij die rol op zich. Voor een uur ís Mrabtifi Molenbeek en haar heersende dynamiek, het podium vormt haar straten, de attributen haar bewoners.

En dat geeft een ander beeld dan het aangenomen negatieve. Met de voorstelling tekent Mrabtifi een genuanceerd portret van een jonge man uit een omgeving die bekend staat als broedplaats voor islamitisch extremisme. Hiervoor maakt hij de onschuld en kwetsbaarheid van de buurt zichtbaar, onder meer met naar beneden dwarrelende zeepbelletjes en breekbare plastic muren.

Zijn dans schetst deels het tegenovergestelde. Daar komt zijn pop-en-locking achtergrond naar voren, een stijl uit de hiphop die gebruik maakt van strakke, geïsoleerde bewegingen. Eén voor één laat hij zijn lichaamsdelen bewegen, van de wervels van zijn nek tot aan het laatste gewricht van zijn voet. Tussentijdse schokken leggen nadruk op de hardheid van zijn bewegingen. Daarbovenop doet hij even een uitstap naar ‘krump’: vanuit zijn schouders maakt hij agressieve gooi-bewegingen en met gebalde vuisten pompt hij zijn brede borst snel op en neer.

Voor een klein moment is er ook ruimte voor vrouwelijkheid, zachtheid. Sierlijke, draaiende bewegingen vanuit zijn pols brengen een ander deel van Mrabtifi naar voren. Helemaal verrassend zijn de vaardigheden die hij toont met lange, roze en blauwe linten. De scène heeft een – zogenaamd –  amateuristische begin, waarin hij stuntelend zijn attributen probeert te beheersen, maar halverwege wordt het een neongekleurd spektakel van gekrulde slierten door de lucht.

De verschillende invloeden van hiphop in zijn dans kreeg Mrabtifi al mee als jonge tiener. In de Brusselse metro’s maakte hij kennis met verschillende subgenres waar hij zijn eigen stijl van maakte. Op zijn twintigste startte hij het hiphopcollectief Bahod Family, waarmee hij deelnam aan verschillende breakdance battles. Opvallend genoeg zien we deze breakdance-elementen niet terug in de voorstelling, hoewel de ruigheid en het gevoel van – vriendelijke – strijd bijna zit ingebakken in de dansstijl. Maar misschien moeten we niet vergeten dat de Belg als volwassenere danser zich ook heeft gevoegd bij meer klassieke dansgezelschappen als Wim Vandekeybus, wat hem ongetwijfeld beïnvloed heeft.

Mrabtifi verrast het publiek op verschillende manieren. Door plotselinge indringende geluiden, verandering van sfeerbeelden en de onderbreking van zijn dans door spraak. Stand-up comedy noemt hij dat laatste zelf, maar de inhoud van zijn monoloog voelt eerder tragisch. ‘Do you feel me?’, vraagt hij letterlijk, wat zo vrij vertaald kan worden als ‘begrijp je me?’. Voor een groot deel van het publiek zal dat antwoord helaas ‘nee’ zijn. Ja, zijn kunstzinnige taal zullen we allemaal op onze eigen manier verstaan. Maar hem begrijpen? Dat kunnen we, beperkt door onze eigen referentiekaders, nooit helemaal.

Mrabtifi stelt in de voorstelling ook impliciet een aantal vragen. In hoeverre maakt de kleding de man? Door een verkleedpartij met een berg kleding op het podium gaat hij op onderzoek uit. Een ander is wat de invloed is van vooroordelen op iemand die bevooroordeeld wordt. Daar is de Belg zelf het levende voorbeeld van. Tot slot trekt hij in twijfel in hoeverre de werkelijkheid die wij waarnemen realiteit is? Rood, doorzichtig plastic dat hem omringt tijdens de voorstelling, doet kort dienst als lachspiegel. Zijn reflectie staart hem vervormd aan, maar welk beeld is nu werkelijkheid?

Yassin is niet de meest nette danser, maar dat maakt hij goed in expressiviteit. Jammer is wel  het abrupte einde van de voorstelling. Het veroorzaakt een bepaald ongemak van een publiek dat met lege handen naar huis wordt gestuurd. Het gevolg van een genuanceerd beeld schetsen is dat een verlangen naar concrete antwoorden toch pijnlijk blijft knagen.

Foto: Stanislav Dobak