In een interview dat Mohamedou Ould Slahi had met het magazine van de Groninger Stadsschouwburg antwoordt hij op de vraag wat vrijheid voor hem betekent met een anekdote over een man met een blaasprobleem. Die man zegt getuige geweest te zijn van een wonder nadat hij zojuist geplast had. ´Kunnen urineren was voor hem op dat moment de ultieme vrijheid.’ (meer…)
Het Engelse begrip fortune vertalen als rijkdom is veel te kort door de bocht. Daar kwamen Roni Haver, Guy Weizman en hun dansers snel achter toen ze in Mumbai neerstreken om er, samen met Navdhara India Dance Theatre, een voorstelling te ontwikkelen over de tegenstelling tussen arm en rijk. Fortune betekent veel meer. Naast fortuin, in de zin van veel geld, ook geluk en lot.
Alle aannames moesten overboord en het resultaat van die nieuw verworven inzichten kreeg gestalte in een voorstelling die bijkans uit elkaar barst van ideeën, energie, beeldenrijkdom en dansstijlen. De chaos van miljoenenstad Mumbai samengebald in een uur wervelende dans. De enige rustpuntjes zijn de korte biografische verhaaltjes van de dansersen een enkel liefdesduet. Voor de rest is het overleven in de chaos, voor het publiek net zozeer als voor de performers.
Verwacht geen antwoorden op alle vragen die worden opgeworpen. Het lot is grillig, geld maakt niet gelukkig en geluk kan in een bekertje yoghurt zitten. Het collectieve antwoord van Club Guy & Roni, vormgegeven samen met choreograaf Ashley Lobo, is overwegend levenslustig, ook als de omstandigheden soms tegen zitten.
Camilo Chapela verhaalt over de grilligheid van zijn grote Mexicaanse familie die hem gebracht heeft waar hij nu is (‘today I’m standing on their shoulders’), Adam Peterson vertelt over zijn eenzame jaren als jonge homoseksueel (‘you didn’t want to rock the boat’) en Urvil Shah heeft feitelijk genoeg aan de mededeling dat hij gelukkig is dat hij vanavond hier mag zijn.
Op sommige momenten scheert de voorstelling gevaarlijk dicht langs de grenzen van de sentimentaliteit, bijvoorbeeld als Niels Meliefste zich afvraagt hoe een naakt jongetje toch gelukkig kan zijn tussen al dat voortrazende verkeer in Mumbai. Veel tijd om je daar om te bekommeren word je echter niet gegund want de tabla knettert voort.
Van tevoren zijn de bezoekers al in de stemming gebracht door over het podium naar de zitplaatsen te worden geleid. Samen met de dansers, allemaal bijna naakt en ingesmeerd met een laag grijze schmink, mogen ze voor even deelnemer zijn aan de show. Dat bijzondere moment bleef blijkbaar kriebelen want zodra alle dansers los gingen in een uitbundige Bollywood-dans rees het publiek uit de stoelen en veranderde de schouwburg in een grote, kolkende zee van dansende lichamen.
De grijze schmink van de dansers (of is het klei?) lijkt een verwijzing naar het Bijbelse ‘stof zijt gij, en tot stof zult gij wederkeren’, als om ons aller sterfelijkheid te benadrukken. Ook de enorme boom die centraal staat op het podium, en volhangt met restanten van onder andere auto’s en huishoudelijke apparaten, is grijs. Leven en dood, in één beeld gevat.
Het is alsof Fortune wil laten zien dat de mens daartussendoor moet zien te manoeuvreren maar zich ondertussen over de dood liever niet al te zeer zorgen moet maken. De verwijzingen naar (nieuw) leven zijn dan ook talrijker dan die naar onze sterfelijkheid. Eliana Stragapede koestert ergens een gouden baby aan haar al even gouden borst, een kinderwagen komt opgereden en in een prachtig tableau vivant is het stralende middelpunt een Boeddha-achtig figuur met enorme borsten en een imposante erectie.
Bovenal wordt het leven gevierd in deze krankzinnige eruptie van gestileerde chaos. Behoorlijk overdonderend allemaal.
Foto: Oostblok