In haar nieuwe programma toont Introdans een aantal werken rond de muziek van Johannes Sebastian Bach. Bestaande en bewerkte choreografieën sieren de avond. Speciaal voor dit programma ontwikkelde choreograaf Manuelle Vignoulle het wat illustratieve Anima. Moet je de muziek van Bach wel dramatiseren? (meer…)
Chuck Berry roll-de over Beethoven en Falco rock-te Amadeus dus waarom zou je niet kunnen breakdancen op Bachs Das wohltemperierte Klavier? Voor de Duitse operaregisseur Christoph Hagel is dat geen vraag. In veel van zijn werk is cross-over het uitgangspunt. Zo voerde hij ooit Die Zauberflöte op in de metro en liet hij een dansversie van de Johannespassion spelen in de Berlijnse Dom.
De combinatie van Urban Dance en klassieke muziek is voor Hagel gefundenes Fressen. Ondertussen heeft hij al vier producties op zijn naam staan waarin hij klassieke componisten gebruikt voor een show waarin de b-boys los kunnen gaan met hun headspins en windmills. Voorstellingen met olijke titels als Beethoven! The next level en Fuck you Wagner!.
De eerste in die reeks was Flying Bach, dat na een jarenlange reeks opvoeringen over de hele wereld nu voor het eerst in Nederland te zien was. De titel is ontleend aan de naam van het gezelschap dat het opvoert, de Berlijnse breakdance groep Flying Steps. De grote vraag na afloop was vooral waaraan deze pittig geprijsde voorstelling zijn faam te danken heeft. Het zal vooral de gimmick zijn want erg spectaculair wilde het in het Rotterdamse Luxor niet worden.
De muziek wordt beurtelings uitgevoerd op een vleugel en een klavecimbel, die respectievelijk links en rechts opgesteld staan van een verhoogde dansvloer die in het midden van het podium is opgetrokken. De voorstelling begint met een klassieke danseres die in een korte solo keurig haar pirouetjes draait, waarna de verschillende leden van Flying Steps het overnemen. Zoals dat gaat in breakdance tonen ze in korte performances hun skills, met natuurlijk dat ene grote verschil: niet op vette beats maar op Bach.
Met zijn nadrukkelijke ritmes en overzichtelijke tijdsduur van de fuga’s en de preludes leent Das wohltemperierte Klavier zich daar uitstekend voor, zo blijkt. Maar om meer te zijn dan een staalkaart van puike breakdancers (daarvan zijn er genoeg in Rotterdam waar je geen vier tientjes voor hoeft af te tikken) heeft Hagel gemeend er een verhaallijntje in te moeten stoppen. Globaal komt dat er op neer dat er een crew oefent in een studio die wordt onderbroken door een mysterieuze vrouw, de danseres uit de openingsscène. Afgezien van een korte flirt tussen een van de b-boys en de dame in kwestie gebeurt daar verder helemaal niets mee. Geen moderne dans die breakdance ontmoet, geen twee werelden die conflicteren of juist samengaan.
De individuele staaltjes breakdance zijn absoluut van een hoog niveau maar dat is bij lange na niet genoeg om in Flying Bach vooral een foefje te zien. Pas tegen het eind, als de Flying Steps opkomen in een soort kostschoolkostuums en ze samen met de danseres een zinderende dans doen op Bachs befaamde orgelstuk Toccata und Fuge in D Moll, bewandelt de voorstelling nieuwe paden. Rijkelijk laat.
Foto: Carlo Cruz