Tot tranen toe word je niet bewogen, maar Grensgeval van Toneelhuis zet wel aan tot reflectie ****
De Nederlandse Abke Haring werd opgeleid aan de studio Herman Teirlinck in Antwerpen. Met haar afstudeervoorstelling Nageslachtsfarce/genocide in 2002 oogstte ze veel succes. Ze kon direct werken met groten als Luk Perceval en Guy Cassiers. Ze is al enkele jaren verbonden aan het Toneelhuis waar ze in uiteenlopende voorstellingen speelt, maar ook eigen werk maakt in coproductie met deSingel, zoals Hout uit 2010. Ook voor Flou was Haring auteur en regisseur.
Het openingsbeeld is ijzersterk. Haring staat met Han Kerckhoffs hand in hand vooraan in een kale vlakte. Een constant pulserende golf van elektronisch geluid heeft zich als een koude deken om het publiek heen gewikkeld. We zijn direct geabsorbeerd door een vervreemdend landschap dat doet denken aan een ijsvlakte in een huiskamer zonder muren. Het zwevend plafond benadrukt de beklemming van de vele minuten lang bevroren scène. De man kijkt stuurs in de verte. De vrouw heeft een vragende blik die geen wanhoop, maar wel moedeloosheid verraadt.
Op de zilvergrijze vloer staan groepjes hoge glazen waarin een urinekleurige vloeistof zit, afkomstig van druppels uit het plafond. De vrouw voert een dialoog waarbij ze na elke vraag direct zelf het antwoord van haar man geeft. Ze heeft hem niet meer nodig voor een gesprek. De man dreunt even later in ijzige monotonie een bizar verhaal op over seks bij het diepvriesvak in een supermarkt. De vrouw hoort het bewegingloos aan.
Emoties zijn er niet in deze kille omgeving. Als een eettafel mechanisch omhoog komt, vallen druppels in een schaaltje waardoor het water in sierlijke boogjes omhoog spat, alsof je een douchekop ondersteboven houdt. Dankzij uitgekiend licht is dit simpele beeld van grote schoonheid. Druppels dalen even later uit steeds meer plekken in het plafond steeds harder neer. Ze vormen het treurig ritme van een sleetse verhouding. De vrouw ontdoet zich van haar bovenkleding en loopt in een traag tempo in een gracieuze tred naar de man. Ze staan dicht bij elkaar. Contact blijft uit.
Flou is een esthetische belevenis waarin vorm de inhoud bepaalt. Net als geluidskunstenaar David Sylvian is Haring radicaal in haar rudimentaire vormentaal. Flou voelt meer aan als beeldende kunst dan als theater. Het is een performance in een installatie. Beweging, geluid, flarden tekst en de indrukwekkende scenografie van Jean Bernard Koeman zorgen voor een desolate, donkere sfeer. Terwijl de treurnis voortdruppelt, voel je op sommige momenten de hechtheid tussen man en vrouw. Aan het slot staan ze weer hand in hand. Ze kunnen niet zonder elkaar.
foto: Koen Broos