Amos Ben-Tal danst graag out of the box en doet dat in Seconds in een kubus. Zijn groep heet niet voor niks OFFprojects: hij komt nooit zomaar met choreografie, maar laat die samengaan met andere disciplines, zoals beeldende kunst of Spinvis (Howl). In dit geval staat de toeschouwer letterlijk oog in oog met de danser, met soms maar enkele tientallen centimeters ertussen. (meer…)
Ons collectief geheugen ligt opgeslagen in liedjes. Niets illustreert mooier de illusie van gemeenschappelijkheid, van samenzijn, dan dat ene liedje dat in 19-zoveel wekenlang op nummer 1 stond. Kijk maar naar het enorme succes dat de Top 2000 nu al jaren beleeft. En luister vooral ook naar alle verhalen die mensen bij die liedjes hebben.
Van dit gegeven maakt de Zwitserse choreografe Tabea Martin dankbaar gebruik in haar voorstelling Field. Ze laat haar Italiaanse danser Luca Cacitti in het begin doodleuk alle titels opnoemen van een zekere Nederlandse Top 100 met louter liefdesliedjes. Gortdroog. Los van het komische aspect – het is altijd leuk om een buitenlander Ik zou je het liefst in een doosje willen doen te horen zeggen – treedt dat andere effect op. De motor van de herinnering wordt opgestart. Oh ja, Sexual healing. Ah, I was made for lovin’ you.
In de choreografie die volgt, uitgevoerd op een onbarmhartig uitgelichte witte balletvloer, lijken de drie dansers die herinnering te willen oproepen. En tegelijkertijd weer nieuw leven te willen inblazen. Maar wat ooit was, dat komt niet weer, de kelk van geluk en liefde is in scherven uiteengevallen.
Martin verbeeldt dat door de drie dansers aanvankelijk als een soort driehoofdig lichaam, driekoppig monster zo u wilt, een reeks bewegingen te laten maken die verwijzen naar alles wat bij een intieme relatie hoort. Van het knuffelen en het zoenen tot de seks. Maar drie is te veel. Een mond past op een andere mond, daar laat zich moeilijk een derde bijvoegen.
Wat speels was wordt dan snel agressief. De eenheid sneuvelt en de laagste driften komen naar boven. In een wisselende parendans perst het derde wiel aan de wagen zich telkens tussen de andere twee. Als het er niet zo prachtig vloeiend had uitgezien zou het meer dan schrijnend geweest zijn.
Als eenmaal de weg van het verval is betreden, is er geen weg meer terug. Het voorzichtige uitdagen ontaardt in stoer machogedrag waarbij de dansers elkaar letterlijk voor de borst stoten en er al even letterlijk om aandacht wordt geschreeuwd. Maar het vertrouwen is weg, ze bereiken elkaar niet meer.
Wacht, we hadden die liedjes toch nog? Noem een titel, zing een stukje en alles zal goed komen. Was het maar zo eenvoudig. De poging is dapper maar te veel liedjes blijken al weggestopt in het doosje van Donald Jones. Dat doosje waar iemand al lang geleden de sleutel van weggegooid heeft.
Foto: Pablo Grendelmeier